skyscraper hoogbouw

De hoogbouwleugen

24 oktober 2017

3 minuten

Opinie We praten bijna dagelijks over de verdichting van onze steden. Daarom wil ik het hebben over hoogbouw. Om met de liftdeur in huis te vallen: dat met hoogbouw – vanaf pakweg 50 meter – per definitie meer mensen op dezelfde oppervlakte kunnen wonen, is een grove, maar veel gebezigde leugen.

Rudy Uytenhaak heeft jarenlang ambachtelijk gestudeerd op dichtheden en de verhouding tussen gebruiksoppervlak (GBO) en brutovloeroppervlak (BVO). Afhankelijk van de verdere verkaveling en het stedenbouwkundig plan, kan men met zes verdiepingen een maximale dichtheid van zelfs tweehonderd woningen per hectare bereiken. Ga je hoger, dan wordt de verhouding tussen gebruiksoppervlak en het brutovloeroppervlak steeds ongunstiger. Torens zijn als avocado’s met een dikke pit, aldus Uytenhaak. Er is veel ruimte nodig voor bijvoorbeeld liften, trappenhuizen, gangen, leidingen en constructies. ‘Boven de 70 meter hoogte heb je bijna alleen nog maar pit en bijna geen vruchtvlees meer.’ Torens zijn ook duur: boven de zesde verdieping gaan de bouwkosten snel omhoog. Uytenhaaks argumentatie blijft onweersproken. 

Wel komen – uit de hoek van beleidsmakers en ontwerpers – andere argumenten. Vooral in het felle discours rond de plannen voor wolkenkrabbers in de Amsterdamse Sluisbuurt kun je je hart ophalen. Tegenover het gemeentelijke plan heeft veteraan Sjoerd Soeters een laagbouw-alternatief gepresenteerd (zes lagen), met hetzelfde aantal woningen. Een groep van zeventien architecten probeerde in een opiniestuk in Het Parool het hoogbouwplan te verdedigen. Een citaat: ‘De mensen die naar Amsterdam komen, willen anders wonen dan wij. Amsterdam staat voor een enorme verdichtingsopgave. Als de stad de ambitie heeft om een belangrijke positie in te nemen in het economische landschap van Europa, aantrekkelijk wil zijn en openstaat voor de Amsterdamse middenklasse maar ook voor steeds jongere generaties creatieve entrepreneurs, dan moet de stad voldoende groen en openbare ruimte overhouden om op termijn leefbaar te blijven. Daarom zullen we op meerdere plekken in de stad de hoogte in moeten gaan.’ Let op het woordje: ‘daarom’. Zeldzame kletspraat. 

Substantiëler is de discussie of hoogbouw kan samengaan met een levendige, aantrekkelijke stad op maaiveld. Stedenbouwkundige Marlies de Nijs deed daar – in het kader van haar MCD-studie – vorig jaar onderzoek naar: High-rise op ooghoogte. In slechts 20 procent van de 108 hoge gebouwen uit de periode 2004-2015 biedt een plint zowel functioneel als architectonisch een levendig, aantrekkelijk straatbeeld. In het algemeen is dus de stelling: ‘Meer hoogbouw leidt tot een levendige stad’ niet geldig. Hoogbouw in een stedelijk centrum of aan een winkelstraat maakt de kans op een levendige plint groter. En plinten van hoogbouw die onderdeel vormen van een bouwblok, doen het beter dan plinten van standalone-torens. In Nederlandse steden herleeft momenteel het hoogbouwdebat. Dat is prima, laat alle argumenten maar op tafel komen. Ook emoties horen erbij, maar geen leugens en holistische kletspraat. 

Bron: ROmagazine, oktober 2017


Cover: ‘skyscraper hoogbouw’


Friso de Zeeuw door - (bron: gebiedsontwikkeling.nu)

Door Friso de Zeeuw

Adviseur gebiedsontwikkeling en emeritus hoogleraar gebiedsontwikkeling TU Delft


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024