27 maart 2014
2 minuten
Nieuws DELFT - Het tempo van herontwikkeling in Nederland moet omhoog. De markt doet zijn werk, maar heeft een duw in de rug nodig en het kantorenconvenant uit 2012 is nog steeds relevant, vindt Hans de Jonge, hoogleraar Vastgoed TU Delft en directievoorzitter van Brink Groep.
In een interview in PropertyNL Magazine 3, dat vrijdag uitkomt, wijst de voormalige voorzitter van de veelbesproken ‘Kantorentop’ erop dat er steeds overtollige kantoormeters bijkomen, hoewel steeds meer kantoren een andere bestemming krijgen of grondig worden gerenoveerd. Dat is een gevolg van de ingrijpende veranderingen in de manier waarop we werken – het ruimtebeslag per kantoorwerker gaat pijlsnel omlaag. De verwachting is dat de leegstand de komende jaren verder zal stijgen.
In 2012 maakten Rijk, gemeenten, provincies, beleggers, ontwikkelaars, vastgoedfinanciers en gebruikers in de zogenoemde Kantorentop afspraken over maatregelen op de kantorenmarkt. Het meest controversiële onderdeel was een compensatiefonds voor eigenaren van leegstaande kantoren, maar dat kwam er nooit omdat het kabinet niet over de brug kwam met het vereiste wettelijk instrumentarium.
Toch is de kantorentop niet mislukt, vindt De Jonge. Naast de compensatiefondsen waren belangrijke punten uit het convenant het afspreken van kaders op regionaal niveau voor vraag en aanbod, het zorgen voor inzicht in de kwaliteit van de voorraad en het vergroten van de transparantie van de markt. Die ideeën slaan steeds meer aan.
Hij staat nog steeds achter het idee van een compensatiefonds, hoewel veel mensen zeggen dat de markt nu toch zijn werk doet. Het gaat De Jonge nog steeds te langzaam en een compensatiefonds is een mooi instrument om de vernieuwing van de bestaande voorraad te versnellen.
Cover: ‘2014.03.27_De jonge tempo herontwikkeling moet omhoog_314’