Recensie Het migratiesaldo schommelt en dat vraagt om adaptieve ruimtelijke oplossingen, betoogt Lena Knappers in haar boek ‘Opening Cities, migrants in urban space’. Strategisch adviseur Agnes Franzen constateert in haar recensie dat ruimtelijke ingrepen de deuren openen voor integratie en waardigheid.
Migratie is van alle tijden, maar de omvang waarmee we er op dit moment in Europa mee te maken hebben, is ongekend. Zo worden we bijna dagelijks geconfronteerd met boten van matige kwaliteit en vol vluchtelingen die de oversteek naar Europa wagen. En dichter bij huis zal niemand de val van het kabinet op het migratievraagstuk zijn ontgaan. Een val die bij nader inzien over 1 à 2 procent op de totale immigratiecijfers gaat.
Volgens Lena Knappers, de auteur van het boek ‘Opening Cities, migrants in urban space’ is migratie één van de meest urgente en complexe ruimtelijke vraagstukken in Europa. Centrale vraag in haar boek: hoe organiseren we bij migratie en benodigde stedelijke verdichting een duurzaam stedelijk weefsel en een goed (samen-)leven?
Dit vanuit de observatie van de veelal slechte huisvesting van arbeidsmigranten, vluchtelingen en asielzoekers (nog niet erkend als vluchteling). Én de vraag hoe zij in het publieke domein beter een plek weten te vinden en hoe openbare ruimte dit gemakkelijker kan maken. Dit vraagt volgens Knappers om een andere vorm van beleid en wet- en regelgeving gekoppeld aan ruimtelijke ingrepen die het absorptievermogen van steden vergroten.
Toenemende migratie
Als Nederland het tempo van de huidige bevolkingsgroei vasthoudt, gaan we van 17,8 miljoen inwoners nu naar 22 miljoen inwoners in 2040. Sinds 2015 komt de bevolkingsgroei met name op het conto van immigratie. Met een migratiesaldo van 107 duizend in 2021 en mede als gevolg van de oorlog in de Oekraïne over heel 2022 een migratiesaldo van bijna 224 duizend (met ruim 46 duizend asielzoekers en nareizigers), het hoogste getal sinds het begin van deze eeuw.
Hierbij is het belangrijk te vermelden dat volgens het rapport Staat van Migratie voor 2022 (Ministerie van Justitie en Veiligheid) gemiddeld in de afgelopen tien jaar de grootste bijdrage aan de migratie vanuit de EU (57 procent) kwam, gevolgd door migratie van buiten de EU (32 procent) en 12 procent uit asielverzoeken.
‘Lesbos, Griekenland - Vluchtelingen arriveren op de boot vanuit Turkije’ door punghi (bron: Shutterstock)
Volgens Knappers ontbreekt op dit moment een langetermijnstrategie om nieuwkomers op te nemen in onze samenleving. Na een drietal algemene observaties kijkt ze in twee steden hoe migratie zich daar aftekent en hoe dit beter zou kunnen via een drietal ruimtelijke ingrepen. De eerste stad, dichtbij huis, is Amsterdam met de Bijlmerbajes. Hier woonden tot 2018 duizend asielzoekers, gescheiden van naastgelegen studentenwoningen.
Als tweede kijkt Knappers naar de vluchtelingen op de Griekse eilanden en de binnenstad van Athene met een beperkte openbare ruimte, waar 100 duizend migranten vastzitten als gevolg van gesloten grenzen en de EU-Turkije deal. Bij deze deal in 2016 spraken de EU en Turkije af dat migranten, toen vooral Syrische vluchtelingen, in Turkije werden opgevangen in ruil voor financiële steun.
Rigide
Ondanks dit soort maatregelen blijven migrantenstromen de oversteek naar Europa maken, laat het boek zien. Het start met een aantal observaties die ook het belang van een ruimtelijke aanpak onderstrepen.
De eerste betreft het dynamisch karakter van migratie, de tweede gaat over het migratiepercentage op wereldniveau dat in de periode 1960-2015 op jaarbasis steeds rond de 3 procent schommelt. Dit percentage kan volgens Knappers houvast bieden voor de dynamiek in jaarlijkse aantallen migranten en hierbij passende adaptieve ruimtelijke oplossingen.
Wat we volgens haar nu zien, is dat er te veel wordt gedacht in te rigide categorieën. Dit is terug te zien in haar derde observatie, namelijk dat de politiek handelt vanuit het perspectief van tijdelijkheid, zonering en uitsluiting. Denk aan tijdelijke (ad hoc) huisvesting en de monoculturen met geïsoleerde woonvormen en locaties die een negatief effect op de stedelijke vitaliteit hebben.
Ruimtelijke segregatie
Bij deze observaties moest ik naast de voorbeelden die Knappers aanhaalt in Turijn, Brussel, Berlijn en Stockholm denken aan de serie ‘Breuklijnen’, waarin journalist Sinan Can een aantal Europese migrantenwijken bezoekt. Zo gaat hij naar Parijs, met haar grote banlieues. Maar ook naar Stockholm, met migrantenwijken waar de politie moeite heeft om orde te houden. In Londen zijn Shariawijken waar eigen (geloofs-)regels gelden. Het zijn niet na te streven wijken met een hoge werkeloosheid en hiermee samenhangende armoede.
‘Nieuw tijdelijk vluchtelingenkamp Kara Tepe met UNHCR-tenten op het eiland Lesbos, na de brand in de hotspot Moria in september.’ door Nicolas Economou (bron: Shutterstock)
In diverse Europese steden is een duidelijke scheiding te zien tussen (nieuwe) migranten en bestaande bewoners. Het antwoord van Knappers op deze ruimtelijke segregatie is een driedelige strategie, stedenbouwkundig uitgewerkt aan de hand van de casestudies in de Bijlmerbajes in Amsterdam en de centrumwijken Omonia en Victoria van Athene.
Clashes
De eerste aanpak betreft het scheppen van robuuste stedelijke structuren die demografische fluctuaties en veranderende omstandigheden kunnen opvangen. Ruime herkenbare stedelijke structuren, zoals een grid met een duurzame inrichting en fysieke oriëntatiepunten waardoor het karakter en de identiteit van een plaats worden gewaarborgd. Als deze structuur sterk genoeg is, is een gebied bestand tegen de vele veranderingen die het gevolg zijn van het komen en gaan van mensen.
Een tweede strategische aanpak is het ontwikkelen van stedelijke ruimten met verschillende maten van openheid tussen publieke en (semi) private gebieden en de mogelijkheid voor diverse functies. Dit als antwoord op haar observatie dat er veel geïsoleerde woon- en woonwerk vormen zijn met geen of slechte verbinding met de openbare ruimte. Het mogelijk maken van diverse ontmoetingsmogelijkheden voor nieuwkomers en meer permanente bewoners is daarbij de basis. Zo stelt ze verschillende collectieve ruimtes voor evenals een sociaaleconomische zone in de plint van de openbare ruimte om ondernemerschap te bevorderen.
Het derde punt betreft het stimuleren van bewoners om deel te nemen aan het stedelijk leven. Veel migranten voelen zich volgens Knappers ongekend in de openbare ruimte en zoals de casestudie Athene laat zien draagt een tekort aan openbare ruimte bij aan clashes tussen bestaande inwoners, nieuwkomers en mensen zonder dak boven hun hoofd. Volgens Knappers ligt het antwoord in het scheppen van de mogelijkheid om stedelijke ruimte toe te eigenen, zelf in te richten en in samenhang hiermee te beheersen.
Het boek zet met een kritische analyse van de omgang met migranten en concrete inspirerende voorbeelden aan tot nadenken. Het laat zien hoe beleid en wet- en regelgeving met specifieke ruimtelijke ingrepen en gesprekken met migranten bij kunnen dragen aan een adaptieve stad en aan het openen van deuren voor integratie en waardigheid. Dat leidt tot een gelijkwaardigere en stabielere samenleving.
Cover: ‘Het vier meter hoge Moments Contained van Thomas J Price op het plein voor treinstation Rotterdam Centraal.’ (bron: Agnes Franzen)