Opinie Het is volgens columnist Rinske Brand een hardnekkige mythe in de stedelijke ontwikkeling: het monster van gentrificatie zou ontembaar zijn. “We moeten alleen wel maatschappelijk rendement centraal durven stellen.”
Elke zomer doe ik nieuwe ontdekkingen en dit jaar is de Zomerspelen-podcast van Jort Kelder de favoriet. Hierin bespreekt hij elke aflevering met een expert “een waarheid waar niet veel mensen het mee eens zullen zijn”. Hoe de euro-muntunie misschien niet het beste idee van de vorige eeuw was bijvoorbeeld. Wat Kelder doet, is niets minder dan het ontmantelen van hardnekkige mythes. Daar ken ik er ook wel eentje van, namelijk dat gentrificatie een onontkoombaar en oncontroleerbaar proces is. Maar de waarheid is, zoals wel vaker, genuanceerder.
Gentrificatie als proces laat zich inmiddels wel uittekenen. In de afgelopen decennia zijn ontelbare verlaten en desolate stadsgebieden tot leven gewekt via een vast ritueel. Het begint vaak met kunstenaars en creatieve makers die de verlaten panden betrekken. Zodra deze pioniers de gebouwen hebben opgelapt en het publiek de plek ontdekt, volgen de hippe koffiebars, microbrouwerijen, barbershops en uiteindelijk de onvermijdelijke bakfietsen. Investeerders ruiken kansen en beginnen te ontwikkelen.
Richard Florida en zijn ‘Rise of the Creative Class’ gaven deze beweging intellectuele rugdekking, die destijds ook werd gezien als dé oplossing voor achterstandsgebieden. Steden zouden zo namelijk aantrekkelijk worden voor de gewilde hoogopgeleide kenniswerkers. Van hun komst zouden zelfs de meest achtergestelde groepen profiteren door de doorsijpelende welvaart. Dit ‘trickle down’-effect is inmiddels achterhaald. Want de prijzen van woningen schoten omhoog, betaalbare huurwoningen maakten plaats voor dure appartementen en de oorspronkelijke bewoners werden verjaagd. Zelfs Florida erkent inmiddels dat dit proces niet de meest inclusieve en rechtvaardige stad oplevert.
Maar ja, wat doe je eraan? Gentrificatie is, als het eenmaal begonnen is, een autonoom en onomkeerbaar proces. Toch?
Een half jaar geleden bezocht ik Detroit in de Verenigde Staten, een stad en een land waar alles groter is. Grotere maaltijden, grotere auto’s, maar ook een groter gentrificatiemonster. De kloof tussen commercieel vastgoed en lokale gemeenschappen is er breed en diep. Beide werelden zitten zelden met elkaar aan tafel en de overheid schittert, vanwege verschillende faillissementen, door afwezigheid. Maar waar de nood het hoogst is, worden vaak de stevigste oplossingen bedacht. Zo hoorde ik van de noodzaak tot ‘investment without displacement’, in combinatie met ‘intentionality’. Vrij vertaald: bewust investeren zonder te verdringen. En zie daar het stuur in de voorheen onbestuurbaar geachte gentrificatie-tientonner.
In de VS staan community workers en placemakers vaak alleen in deze aanpak en vinden zij weinig gehoor bij vastgoedpartijen. Maar ik geloof dat dit in Nederland wel kan werken, aangezien wij vaak al wel met elkaar aan tafel zitten. Hoe? Door als vastgoedeigenaren, ontwikkelaars, beleidsmakers en bestuurders een gemeenschappelijke visie te creëren die gestoeld is op andere waarden dan puur financieel gewin. Want als het doel is om een plek te creëren die voor iedereen toegankelijk is, dan zullen én moeten er andere keuzes gemaakt worden dan wanneer winstmaximalisatie centraal staat.
De uitwassen van gentrificatie zijn dus te voorkomen als we maatschappelijk rendement centraal durven stellen. Bijvoorbeeld door een gezamenlijke ontwikkelambitie na te streven waarin het behoud van huidige bewoners en ondernemers, en het ondersteunen van bestaande maatschappelijke en culturele initiatieven, absolute prioriteit heeft. Zet dat maar eens als key value indicators in de Excel-sheets. Met goede samenwerking en een voortdurende dialoog tussen vastgoedpartijen, overheid en de lokale gemeenschap, is het monster wellicht best te temmen. Jort, mocht je nog een zomergast zoeken, ik ben beschikbaar.
Cover: ‘Rinske Brand Column Cover’ door Esther Dijkstra (bron: Illustratie Esther Dijkstra, bewerkte foto Flore Zoe)