Opinie Het vernietigen van de bouwvrijstelling is een forse tegenslag voor het kabinet, dat jaarlijks 100 duizend woningen wil bijbouwen. Maar geen reden voor paniek: het creëren van voldoende woningen kan op veel meer manieren.
Nadat de Raad van State begin deze maand een streep had gezet door de bouwvrijstelling, doemt het schrikbeeld op van een bouwstop. Bouwbedrijven moeten zich bij de start van nieuwe projecten rekenschap geven van hun stikstofuitstoot en dat leidt vermoedelijk tot flinke vertragingen.
Die vertragingen zijn onwenselijk. Het staat immers buiten kijf dat er woningen bij moeten worden gebouwd. Maar betekent het woningtekort dat er per se 900 duizend nieuwe woningen in de komende tien jaar bij moeten, zoals het kabinet betoogt? Of hebben we voor 900 duizend mensen woonruimte nodig? Dat is niet hetzelfde.
Als we het woningtekort op een creatievere manier bekijken, ontstaan er kansen om de onoverkomelijke vertraging te beperken. Bijvoorbeeld door 100 duizend woningzoekenden dit jaar te voorzien van woonruimte, zonder dat er louter nieuwbouw voor hoeft te verrijzen.
Door een oud kantoorpand te verbouwen bijvoorbeeld. Of door tijdelijke woningen te maken in oude pakhuizen en winkelpanden. Mensen kunnen ook op kamers bij een hospita, wonen in een verplaatsbare prefabwoning. En vier alleenstaanden kunnen misschien ook gezamenlijk wonen in een huis.
Aantrekkelijk
Om deze mogelijkheden te benutten, zijn alle partijen aan zet: het Rijk, gemeenten, woningbouwcorporaties en bedrijven. Het is vaak een kwestie van aan te passen regelgeving, maar soms moet er ook gewoon actie worden ondernomen.
In veel gemeenten staan vooral ruime eengezinswoningen terwijl tegenwoordig met name kleine huishoudens woonruimte zoeken. Samen een woning huren, is op dit moment financieel ook nog niet erg aantrekkelijk. Als je dat nu doet, dreigen je huurtoeslag, uitkering en AOW te vervallen.
‘Frank Wassenberg’ (bron: Platform31)
Dit heeft tot gevolg dat mensen hun huidige huizen aanhouden voor het gemak. De overheid kan ook regels schrappen die de verhuur van losse kamers bemoeilijken. En wat te doen met de naar schatting minstens 50 duizend mensen die op een voormalig vakantiepark wonen? Dat mag op dit moment officieel niet, dus ook een groot deel van hen houdt voor de zekerheid een flat in de stad aan.
Achttien vierkante kilometer
Gelukkig zien we steeds meer gemeenten die braakliggende terreinen en leegstaande gebouwen inzetten voor tijdelijke woonruimten. Maar dat kan op veel grotere schaal. Sta toe dat mensen op het erf bij een boer kunnen wonen.
Niet alleen in het seizoen (‘kamperen bij de boer’), maar permanent. Kijk naar lichtgewichtwoningen bovenop platte daken van flats en bedrijfspanden: ‘optoppen’. Alleen al in Rotterdam ligt 18 vierkante kilometer plat dak. En zo zijn er nog meer oplossingen te bedenken, waarmee we méér mensen kunnen helpen aan een woonruimte.
Het helpt om de aanpak van het woningtekort niet alleen op te lossen met méér woningbouw, maar ook andere opties te bestuderen. Mogelijkheden die bovendien sneller werken dan nieuwbouw: dat laatste duurt gemiddeld tien jaar, nog los van de tekorten aan personeel, grondstoffen en andere materialen.
Het gaat niet om het halen van jaarlijks 100 duizend nieuwbouwwoningen, het gaat om méér woonruimte scheppen voor 100 duizend huishoudens. En daarvoor zijn, naast nieuwbouw, nog veel meer andere mogelijkheden. Benut die.
Cover: ‘Vakmensen in de bouw’ door M2020 (bron: Shutterstock)