Onderzoek Minister Mona Keijzer heeft plannen om de permanente bewoning van vakantieparken te legaliseren, wat op kritiek kan rekenen van verschillende overheden. Een blik op een discussie die al jarenlang speelt. “Op dit moment komen mensen op straat te staan. Dan kan je het prima gedogen.”
De recreatiewoning in een vakantiepark: voor de een de mogelijkheid er even lekker tussenuit te gaan, voor de ander een bittere noodzaak om überhaupt te kunnen wonen. Volgens cijfers van het CBS, zouden op 1 januari 2024 bijna 60.000 mensen in Nederland op een vakantiepark staan ingeschreven. Vanwege de enorme woningtekorten zijn vele bewoners hiertoe genoodzaakt en hebben gemeenten en parkeigenaren deze woonvorm daarom de afgelopen jaren gedoogd. Onlangs laaide de discussie weer op.
Makkelijker permanent
De vraag over hoe om te gaan met deze permanente bewoning gaat jaren terug. Al in 2009 werd er een wetsvoorstel in de Tweede Kamer ingediend om de permanente bewoning wettelijk mogelijk te maken. Dit voorstel werd afgewezen waardoor het nog gebruikelijker werd voor gemeenten om in sommige gevallen deze woonvorm, die in principe illegaal is, door de vingers te zien. Ook in 2020 paste toenmalig Minister Milieu en Wonen Stientje van Veldhoven de regels aan waardoor het makkelijker werd voor gemeenten om permanente bewoning toe te staan. De regie lag in dit voorstel bij de gemeenten, aangezien zij zelf konden bepalen of de woningen bewoonbaar waren of niet.
Gemeenten trokken met het Rijk een plan om vakantieparken zonder toekomstperspectief te herstructureren
Tegelijkertijd werd er op lokaal niveau hard gewerkt aan het vastleggen van een toekomst voor de vakantieparken. Provincies, gemeenten en parkondernemers werken samen in verschillende lokale ‘Vitale Vakantiepark’-programma’s om de actuele vraagstukken rondom de parken aan te pakken, bijvoorbeeld op de Veluwe. Vele parken verloren hun recreatieve functie en kwamen in aanmerking voor herstructurering naar reguliere woonwijken. Met het programma werd er ook gekeken naar het doorbreken van criminele ketens die in sommige parken zijn opgebouwd.
![Recreatiepark in Otterlo door Laura VI (bron: Shutterstock)](/images/RbRP2-_xbxGNJkVaY_F88aIDglM=/15434/width-639/shutterstock_1465828268.jpg)
‘Recreatiepark in Otterlo’ door Laura VI (bron: Shutterstock)
Op landelijk niveau kwamen deze programma’s samen in de Actieagenda Vakantieparken 2021-2022, waarin gemeenten met het Rijk een gezamenlijk een plan trokken om vakantieparken zonder toekomstperspectief te herstructureren en sociale- en veiligheidsproblematiek op de parken aan te pakken. Daarbij was het idee ‘één park, één plan’: maatwerk dus. Onderdeel hiervan was ook om op lokaal niveau te onderzoeken onder welke voorwaarden permanente huisvesting mogelijk was en gecombineerd kon worden met een toeristische exploitatie en de economische belangen van de vakantieparken.
Van gedogen naar legaliseren
In december 2024 deed Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Mona Keijzer (BBB) een oproep aan Nederlandse gemeenten om uithuiszettingen in vakantieparken te voorkomen. In een kamerbrief geeft zij aan (mede in antwoord op een motie van BBB) nieuwe regelgeving op te tuigen die deze permanente bewoning wettelijk mogelijk maakt, en dan niet alleen in gedoogconstructie. Daarbij meldt Keijzer: “Mensen die gedwongen worden hun recreatiewoning te verlaten, zullen, net als vele anderen, moeite hebben om een andere woning te vinden. Daarom vraag ik gemeenten om permanente bewoners van vakantieparken niet uit hun huis te zetten. De nieuwe regelgeving zal gemeenten en bewoners duidelijkheid bieden onder welke voorwaarden bewoners in hun recreatiewoning kunnen blijven wonen.”
Daarom vraag ik gemeenten om permanente bewoners van vakantieparken niet uit hun huis te zetten
Met deze plannen zouden mensen die op z’n laatst 16 mei 2024 in een recreatiewoning zijn gaan wonen, kunnen rekenen op steun van de minister. Dit geldt voor zowel het wonen op vakantieparken die getransformeerd worden als voor vakantieparken die wel hun recreatieve functie behouden. De minister werkt het komende kwartaal aan de uitwerking van de ‘instructieregel’ die het juridisch mogelijk moet maken om de woonvorm te legaliseren.
Reactie gemeenten
Vervolgens regende het reacties vanuit parkeigenaren, gemeenten en provincies. “Het kan niet waar zijn dat de recreatiesector het woonprobleem van onze Rijksoverheid moet oplossen,” deelde een parkeigenaar uit Gelderland mede. “Veel vakantieparken zijn gelegen in gebieden die ongeschikt zijn voor permanente bewoning, zoals natuurgebieden en defensiezones,” waarschuwde de Noord-Brabantse Gedeputeerde Wilma Dirken. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten uitte hun felle kritiek, aangezien de plannen onrealistisch en een schijnoplossing zouden zijn.
Zij lieten enkele weken na het advies van minister Keijzer in een uitgebreide reactie weten het oneens te zijn met het besluit, aangezien het in zou gaan tegen de gemaakte afspraken die onder andere eerder gemaakt waren met de Actieagenda Vakantieparken. De afweging van belangen, of een park wel of niet permanent bewoonbaar is, zou op lokaal niveau gemaakt moeten worden en niet van bovenop opgelegd, aldus de VNG. Bovendien zou Keijzers aanvullende regelgeving voor veel juridisch gesteggel zorgen en de nodige ambtelijke capaciteit vergen, aangezien al deze ‘spookbewoners’ hun persoonsgebonden vergunning zullen moeten aanvragen. Ook merkte de VNG op dat veel vakantiewoningen niet voldoen aan het Bouwbesluit, aangezien deze niet voor permanente bewoning zijn gemaakt.
![Bungalowpark bij het Markermeer door Make more Aerials (bron: Shutterstock)](/images/uRe4phkWEwfMmPE5jfy_Dy7YkVo=/15435/width-639/shutterstock_2471358891.jpg)
‘Bungalowpark bij het Markermeer’ door Make more Aerials (bron: Shutterstock)
In een aanvullende verklaring aan Gebiedsontwikkeling.nu laat de woordvoering van de VNG weten dat zij huidige recreatieparkbewoners niet zomaar uit hun woning wil zetten. Bewoners die daar vanwege overmacht wonen, zoals een echtscheiding of verlies van inkomen, zouden niet zomaar op straat moeten komen te staan. Daarover is de VNG bereid het gesprek aan te gaan met de minister, om voor deze groep toch een oplossing te zoeken. Bewoners die “bewust gebruik maken van de mogelijkheid omdat ze weten dat er niet wordt gehandhaafd,” vallen daar niet onder. Ook wil de VNG niet dat het verschaffen van de persoonsgebonden vergunningen indruist tegen de belangen van de ondernemer of parkeigenaar of in de weg gaat zitten van de transformatieplannen. Daarmee concluderen zij: “Het probleem van een generieke instructieregel is dat deze tal van negatieve effecten heeft, administratieve last veroorzaakt en vaak verwachtingen wekt bij bewoners die achteraf niet waargemaakt kunnen worden.”
Hoe nu verder?
Terwijl de BBB-motie aan het adres van minister Keijzer al is aangenomen, zal de komende periode de invulling, en daarmee de hoeveelheid landelijke regie, verder worden bepaald in het opstellen van de instructieregel. Daarbij is de hamvraag: moet het Rijk de gemeenten toevertrouwen dat zij een gebalanceerde afweging kunnen maken? Kunnen zij zelf oplossingen vinden voor bewoners die op straat komen te staan, of moet er voor de bescherming van deze spoedzoekers landelijke regelgeving komen?
Onlangs werd weer vastgesteld dat het aantal dakloze mensen groeit, dan kan je toch in geen geval toestaan dat mensen op straat komen te staan?
Volgens TU Delft-hoogleraar huisvestingssystemen Peter Boelhouwer riskeert een lokaal bepaalde aanpak dat bewoners wel degelijk op straat komen te staan. Ruim vier jaar geleden pleitte hij in Gebiedsontwikkeling.nu al ervoor dat gemeenten gezien de woningnood opties moeten verkennen om permanente bewoning mogelijk te maken. Vier jaar later geeft hij aan dat een lokale aanpak ook voor onzekerheden zorgt: “Gemeenten kunnen aanvankelijk permanente bewoning toestaan, door niet te handhaven. Maar als er vervolgens een nieuw college komt dat wel strenger optreedt, dan is er sprake van een onbetrouwbare overheid.”
De kritiek van de VNG, dat de permanente bewoning niet de woningnood zou oplossen, is volgens Boelhouwer minder relevant. “Uiteraard spelen er voor gemeenten veel verschillende belangen, maar op dit moment komen mensen op straat te staan. Dan kan je het prima gedogen.” Ten tijde van woningnood zouden vakantiewoningen een goede tijdelijke oplossing kunnen bieden volgens Boelhouwer. “We hebben niet één oplossing voor de woningnood, alle beetjes helpen. Onlangs werd weer vastgesteld dat het aantal dakloze mensen fors groeit, dan kan je toch in geen geval toestaan dat mensen op straat komen te staan?”
Cover: ‘Bungalowpark’ door Rudmer Zwerver (bron: Shutterstock)