Recensie Boeken over het managen van ruimtelijke projecten zijn er genoeg, hele dikke zelfs met onbegrijpelijke schema’s. ‘Modder, Pluche & slappe koffie’ vormt een aangenaam contrast: van binnenuit de discipline geschreven en gevoed door praktijkmensen. Albert de Vries, zelf onder meer projectdirecteur van de A2 Maastricht, zet de belangrijkste kwaliteiten en competenties van de nieuwe generatie projectmanagers neer. De soft skills zijn daarbij net zo belangrijk als de harde managementtechnieken.
Recensie Modder, Pluche & slappe koffie
Citaten doen het altijd goed in boeken over project- en procesmanagement. Deze van Lao Tzu kwam ik niet tegen in het boek van Albert de Vries et al, maar zou er zomaar in kunnen staan: ‘Een leider is op zijn best als mensen nauwelijks weten dat hij bestaat, als zijn werk klaar is, zijn doel bereikt, zullen ze zeggen; we hebben het zelf gedaan.’ ‘Modder, Pluche & slappe koffie’ komt namelijk nog het meest dicht in de buurt van een boek over modern leiderschap, toegespitst op de wondere wereld van complexe ontwikkelings- en bouwprojecten. De ‘jongere projectmanager van morgen’ is de doelgroep van deze handreiking: ‘de aanstormde collega die werkt voor opdrachtgevende partijen en die te maken krijgt met een samenleving die veranderlijker is dan ooit.’
Blazoen oppoetsen
Is het daarmee puur een ‘studieboek’ voor een beroepsgroep – de ingenieurs van de samenleving – die erom bekend staat notoir weinig te lezen (laat staan boeken van Chinese wijsgeren)? Waarschijnlijk omdat ze zó opgaan in hun project dat ze ’s avonds (na de zoveelste vergadering met stakeholders) uitgeput op de bank belanden. Nee, tussen de regels door lijkt ‘Modder, Pluche & slappe koffie’ toch ook bedoeld om het blazoen van de projectmanager op te poetsen, na enkele faliekant uit de hand gelopen projecten (HSL, Noordzuidlijn, Rijksmuseum, het nieuwe vliegveld van Berlijn). Daardoor hinkt het boek enigszins op twee benen c.q. stijlen: enthousiasmerend en uitnodigend richting de next generation, verantwoordend en uitleggend richting vakgenoten – die misschien nog steeds niet begrijpen wat een projectmanager precies doet.
Jachtig bestaan
Wat deze handreiking veel beter doet, is het terugbrengen van het vak projectmanager tot begrijpelijke proporties. Het conceptueel kader dat De Vries hanteert is prettig hanteerbaar – hier merk je dat het boek echt vanuit de ‘modder’ is geschreven. Volgens de auteur komt de toegevoegde waarde van de projectmanager terug in drie rollen: vakman, manager en leider. Oftewel: de inhoudelijk gedreven persoon, de beheerser van het proces en de visionair. Het verklaart ook de titel: de projectmanager moet zich overal thuis voelen; in de bouwput, in de vergadering en bij een bewonersavond. Idealiter worden de drie rollen gecombineerd en wordt er nog een vierde dimensie aan toegevoegd: het voortdurend reflecteren op het eigen handelen. Dat laatste kan in de jachtigheid van het bestaan nog wel eens lastig zijn. De Vries werkt de drie rollen uit in een aantal persoonskenmerken die een goede projectleider in huis moet hebben (van passie tot en met fatsoen en betrouwbaarheid), de kernhandelingen die hij moet kunnen verrichten en enkele ‘strategische interventies’ die hij moet kunnen plegen.
Zelfkritiek
De redeneerlijn van het boek is goed te volgen, zij het dat – met name bij sommige interviews – de scheidslijn tussen wat de geïnterviewde beweert en wat de redactie daarvan vindt moeilijk te trekken is. Waar de lezer zich evenmin aan moet storen, is het soms wat al te populaire en wervende taalgebruik. Het kan aan mij liggen, maar zinnen als ‘Jack Hock sleurt momenteel de herstructurering van Strijp S op het voormalige Philipsterrein door alle fuiken’ doen de nekharen overeind staan. Dat is wellicht nog wel het grootste gemis van deze publicatie: een stukje zelfkritiek. Reflecteren mag dan volgens de redactie essentieel zijn, waar projectmanagers het af hebben laten weten komt maar mondjesmaat aan bod.
Zachte kant
Waar ‘Modder, Pluche & slappe koffie’ een terecht pleidooi voor houdt, is de noodzakelijke verbreding van de discipline projectmanagement. Die boodschap komt luid en duidelijk over: de tijd dat er met hardcore management projecten tot een goed einde konden worden gebracht ligt achter ons. Een veel groter beroep wordt tegenwoordig gedaan op de soft skills, de zachte eigenschappen van een projectmanager. In hoeverre worden die vaardigheden in het hedendaagse projectmanagementonderwijs al onderwezen? Of misschien moeten ze juist wel in de dagelijkse praktijk worden aangeleerd. Wie daar een voorproefje op wil nemen, kan bij deze publicatie uitstekend terecht.
Modder, Pluche & slappe koffie
Over vakmanschap, management en leiderschap bij ruimtelijke projecten Albert de Vries (red.), met bijdragen van Gabriël Anthonio, Gerard Scheffrahn, Marcel Hertogh en Michel Robles.
Een deel van de opbrengsten van het boek komt ten goede aan Homeplan, een organisatie die huizen bouwt voor de allerarmsten in ontwikkelingslanden. Het is te bestellen op www.albertdevries.info.
Cover: ‘2014.06.11_De projectmanager van morgen: homo universalis_660px’