Straat in Arnhem door elroyspelbos (bron: Shutterstock)

De RIA als wegwijzer voor complexe opgaven in de fysieke leefomgeving

21 maart 2024

7 minuten

Verslag De fysieke leefomgeving met al haar complexe en urgente opgaven staat met stip weer terug op de agenda in gebiedsontwikkeling. De kunst zit hem in het slim combineren van die opgaven en de regionale investeringsagenda (RIA) kan hierbij een uitkomst bieden. Twee totaal verschillende praktijkvoorbeelden laten mooi zien wat de mogelijkheden zijn.

De Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling (SKG) doet momenteel onderzoek naar de RIA en werkt met verschillende overheidslagen samen om de RIA door te ontwikkelen tot een gecoördineerde aanpak. De stichting merkt dat er vanuit de praktijk behoefte is aan overzicht, samenhang en coördinatie om de ruimtelijke opgaven te laten landen in de regio. En de RIA kan helpen om aan die behoeften te voldoen. De regionale investeringsagenda is een werkwijze om de door het Rijk geformuleerde ambities te betrekken op de provinciale, regionale en lokale ambities en opgaven in het ruimtelijk domein.

Meer weten over wat een RIA nu precies is en behoefte aan nuttige lessen en handreikingen die gebaseerd zijn op diverse praktijkervaringen in het land? Kom naar het SKG Jaarcongres Gebiedsontwikkeling op 28 maart en schrijf je in voor de themasessie Regionale Investeringen in GO.

Het uiteindelijke doel is om ambities, middelen, uitvoeringscapaciteit en realiteit meer in balans te brengen en ruimtelijke projecten en activiteiten naar tijd en plaats te prioriteren. Een RIA kan daarbij helpen met het inzichtelijk maken van de ruimtelijke keuzevraagstukken zodat er slim wordt geprogrammeerd en geïnvesteerd. Daarbij is het goed om te markeren dat het werken met een integrale RIA nog geen staande praktijk is, maar er wel volop interesse en beweging is bij de verschillende overheidslagen. Er wordt uitvoerig geëxperimenteerd en SKG kijkt mee. Dit keer bij de werkbijeenkomst van het Interprovinciaal Overleg (IPO).

Oost en west

In samenwerking met het IPO vond begin maart de eerste werkbijeenkomst over de RIA plaats, samen met acht provincies. Het inbouwen van actieve kennisdeling en reflectiemomenten om samen te denken, delen en doen is daarbij onmisbaar om tot resultaten te komen en de RIA-werkwijze verder te ontwikkelen. Twee heel verschillende casussen stonden centraal; het proces om te komen tot een uitvoeringsagenda NOVEX voor de Metropool Regio Amsterdam (MRA) en de ambities van de regio Twente om samen met het Rijk te komen tot een verstedelijkingsstrategie voor de regio.

Je hebt een enorme bestuurlijke en ambtelijke puzzel te leggen
Els Meines

Twente is nog in de beginfase, is geen onderdeel van de aangewezen NOVEX-gebieden en ligt in het oosten van het land. De MRA is aangewezen als NOVEX-gebied waar veel ruimtelijke opgaven samenkomen komen, ligt in het westen van het land en werkt al toe naar een uitvoeringsagenda. Hierin zijn de maatregelen en ruimtelijke keuzevraagstukken al een stuk duidelijker verwoord.

Metropool Regio Amsterdam – Uitvoeringsagenda NOVEX
Er gebeurt veel in de Metropoolregio Amsterdam (MRA). De ruimtelijke opgaven zijn groot en begin 2022 is in samenspraak met het Rijk, de twee Provinciale Staten (Noord-Holland en Flevoland), gemeenteraden en waterschappen de ruimtelijke koers bepaald en onderschreven in het verstedelijkingsconcept MRA. Met de NOVEX-aanpak is het verstedelijkingsconcept MRA het MRA ontwikkelingsperspectief geworden als basis voor de NOVEX MRA Uitvoeringsagenda. Naast de MRA zijn ook het Noorzeekanaalgebied, de regio Schiphol, het Groene Hart en de Lelylijn zogenoemde NOVEX-gebieden.

Het vertrekpunt van het verstedelijkingsconcept MRA is het bouwen van complete duurzame steden en een duurzame samenleving. Met als drie ontwikkelrichtingen het bevorderen van meerkernige woon-werklocaties met menselijke maat, het versterken van groenblauwe netwerken in en om de stad en het door ontwikkelen van de belangrijkste ‘systemen’ zoals water, ecologie, mobiliteit en energie. “Een flinke puzzel gezien de opgaven, ambities en beperkte ruimte, middelen en capaciteit,” vertelt Els Meines, projectleider MRA Verstedelijkingsstrategie. “Tel daarbij de hoeveelheid aan sectoraal beleid, programma’s en gesprekstafels op nationaal, provinciaal, regionaal en lokaal niveau en je hebt een enorme bestuurlijke en ambtelijke puzzel te leggen.”

Verstedelijkingsconcept MRA 2050.png door MRA (bron: MRA)

‘Verstedelijkingsconcept MRA 2050.png’ (bron: MRA)


Hoe de MRA gezamenlijk met de Rijkspartners al die puzzelstukjes passend probeert te maken? Door het maken van een NOVEX MRA Uitvoeringsagenda. Te vergelijken met een RIA-werkwijze, waarin de betrokken partners gezamenlijk meer inzicht verkrijgen over de maatregelen, ruimtelijke keuzevraagstukken en welke kosten hiermee gemoeid zijn om tot uitvoering te komen. Dit opent het ‘zakelijke gesprek’ met de verschillende overheidslagen en partners over wat er financieel mogelijk is vanuit de diverse sectorale ruimtelijke programma’s en budgetten en welke consequenties dat heeft voor de verstedelijking. Met als belangrijkste vraag: kunnen we woningen bouwen als er onvoldoende middelen en ruimte zijn voor bijvoorbeeld bereikbaarheid, energie, klimaatbestendigheid en leefbaarheid?

Meines: “De kracht van de MRA is dat van een netwerkorganisatie zonder eigen mandaat. De complexe en veelal nieuwe ruimtelijke opgaven vragen om een intensieve samenwerking tussen gemeenten, provincies, waterschappen, Rijk en maatschappelijke partners om zo een gezamenlijke koers te bepalen. Binnen de MRA kunnen we dit faciliteren, zonder dat we treden in de verantwoordelijkheden van de diverse overheidslagen.” Want uiteindelijk moeten de samenwerkende overheden de besluiten afzonderlijk nemen. De MRA kan echter wel gezamenlijk het huiswerk met alle partners maken om deze besluiten zo goed mogelijk te kunnen nemen.

MRA trechter.png door Melissa van Gerwen (bron: MRA)

‘MRA trechter.png’ door Melissa van Gerwen (bron: MRA)


De MRA en het Rijk moeten nu het ontwikkelingsperspectief vertalen naar een uitvoeringsagenda waarin de maatregelen en ruimtelijke keuzevraagstukken helder uiteengezet worden. Per ontwikkelrichting wordt er een totaalpakket aan maatregelen opgesteld. Dit kan variëren van bestaande afspraken en voorstellen tot verdiepend onderzoek of de uitwerking van gebiedsplannen. Deze maatregelen worden vervolgens periodiek geprioriteerd om daar vervolgafspraken over te maken met de betrokken partners.

De RIA vormt daarbij het sluitstuk van een cyclisch proces waarin naar zicht op bestaande financiële stromen en programmafondsen en de samenhang daartussen wordt gezocht. Een behoorlijke puzzel. Volgens Meines is integrale samenwerking noodzakelijk om tot uitvoering te komen, maar uiteraard wel vanuit de eigen verantwoordelijkheden en expertise. Uiteindelijk gaat het ook om lef om deze opgaven anders aan te pakken en je hiervoor ook daadwerkelijk anders te organiseren.

Hoogstedelijk Twente 2050 – Regionale Stedelijke Investeringsagenda van Nationale Waarde
Nadat door het Rijk bekend werd gemaakt welke gebieden stonden aangemerkt als NOVEX-gebied en de regio Twente dit label niet had gekregen, werd het vuurtje bij de steden Almelo, Hengelo en Enschede aangewakkerd. Twente fungeert als corridor tussen de Randstad en drie Duitse metropoolregio’s en loopt voorop als het gaat om innovatie en technologische ontwikkeling. De drie steden stelden samen een Regionale Stedelijke Investeringsagenda (RSIA) op om de positie van de regio te kunnen behouden en verder te versterken.

In het proces richting de RSIA is gezocht naar koppelkansen tussen de verschillende opgaven en oplossingen. Het gaat om woningbouw, mobiliteit, duurzame economische ontwikkeling, energietransitie, gezonde leefomgeving en landschap. Opvallend in de RSIA is het grote netwerk dat al in een vroegtijdig stadium is opgebouwd. Buiten Hengelo, Almelo en Enschede is ook de provincie Overijssel nauw betrokken bij het opstellen van de RSIA. Maar ook zijn al vele maatschappelijk, semi-private en private partners aangehaakt.

Samenwerking vanuit coalities.jpg door RSIA (bron: RSIA)

‘Samenwerking vanuit coalities.jpg’ (bron: RSIA)


Voor deze aanpak is gekozen omdat al snel duidelijk werd dat de ambities van het drietal integraal en in samenhang opgepakt dienden te worden, zegt Guido Muller van de provincie Overijssel. “De ontwikkeling van de spoorzones gaat om veel meer dan woningbouw en economie en vraagt samenwerking met bouwers en ontwikkelaars maar ook met natuur- en landschapsorganisaties, bedrijven en overige gemeenten, NS, ProRail en Technische Universiteit Twente.”

Op dit moment zien de Twentse steden het momentum rondom de ruimtelijke puzzel en ruimtelijke opgaven als grootste kans om een hoogstedelijke én groene regio te ontwikkelen en daardoor Twente als ‘groene, technologische topregio’ op de kaart te zetten. Toch zien de makers van de RSIA nog wel een aantal aandachtspunten. Het blijft moeilijk om het Rijk aan te haken als volwaardige partner met alle opgaven en departementen.

Hopelijk draagt een verstedelijkingstrategie hieraan bij door de focus en de koppeling met het ruimtelijk arrangement vanuit de provincie. Verder is vanuit de energie gestart met de Twentse steden en wordt nu met alle veertien gemeenten uit Twente en de provincie gekeken naar het vervolg. Zo’n fase is altijd zoeken naar hoe je samen op vlieghoogte komt en dat is nu gelukt. De makers van de RSIA hopen dat met hun aanpak, van het vroeg in kaart brengen van het netwerk, via de tweede schil (zie bovenstaande afbeelding), ook de verbinding te vinden.

Een RIA is nooit af, maar altijd klaar

Wat we mooi zien in beide casussen is dat het proces om te komen tot een RIA bedoeld is om over bestuurlijke grenzen heen te stappen en vanuit het gebied en de ruimtelijke opgaven richting te geven aan een toekomstbestendige regio. Belangrijk is om daar samen naar toe te werken en als één overheid te opereren, om samen met andere partners tot uitvoering te komen omdat ambities, middelen en capaciteit inzichtelijk zijn gemaakt. Al is er zonder frictie en wrijving geen glans en dat betekent dat er gaandeweg bestuurlijke keuzes gemaakt dienen te worden die soms schuren. Niet alles kan overal, niets doen is geen optie en keuzes vooruitschuiven helpt niemand. Juist daarom is het belangrijk om samen verantwoordelijkheid te nemen en te blijven communiceren over wat wel en wat liever niet. En dat blijft een cyclisch proces.


Cover: ‘Straat in Arnhem’ door elroyspelbos (bron: Shutterstock)


Ineke pasfoto

Door Ineke Lammers

Webredacteur Gebiedsontwikkeling.nu

Portret - Wendy de Hoog

Door Wendy de Hoog

Stadsruim | onderzoeker en adviseur gebiedsontwikkeling


Meest recent

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024

Overstroming in Valkenburg door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg

Na de overstromingen van 2021 staat de verhouding tussen woningbouw en waterveiligheid in Limburg op scherp. Het Limburgse Waterschap wil geen nieuwbouw in gebieden met een hoog overstromingsrisico. De Provincie wil dit niet vooraf uitsluiten.

Onderzoek

19 november 2024

Gemeentehuis Montferland door Apdency (bron: Wikimedia Commons)

Dit is wat het Didam II-arrest betekent voor de praktijk van gebiedsontwikkeling

Meer rechtszekerheid en dus winst voor het vakgebied. Dat is volgens advocaat Manfred Fokkema het gevolg van de tweede uitspraak van de Hoge Raad in de Didamkwestie. Maar dat betekent niet dat de invloed van het arrest zal afnemen.

Uitgelicht
Analyse

18 november 2024