Opinie ‘De Rijksoverheid moet weer sturen op de nationale ruimtelijke ordening. De decentralisatie is ter ver doorgeschoten’. Hoe vaak hebben we dit pleidooi niet gehoord in het afgelopen decennium?
Om drie redenen had ik er weinig mee op.
• Centralisatie is een Pavlov-reactie. Laat gemeenten en provincies, samen met partijen te velde, regionaal en lokaal maatwerk leveren. We hebben geen behoefte aan een ‘wethouder van Nederland’.
• Sturen zonder uitgekiend sturingsconcept en investeringsmiddelen leidt louter tot vrijblijvende babbelboxen rond beleidsnota’s, zoals de Structuurvisie Randstad 2040 uit 2008.
• Bij de departementen ontbreekt de deskundigheid om een sturende rol inhoudelijk kracht bij te zetten.
Intussen schuiven de panelen: de ruimtelijke opgaven voor het komende decennium blijken aanzienlijk steviger dan in de afgelopen tien jaar. Verstedelijking en woningbouw, energietransitie, klimaatadaptatie en mobiliteit maken een samenhangende aanpak op rijksniveau onontkoombaar. Temeer omdat de regionale coördinatie houtje-touwtje georganiseerd zal blijven. Daarom ben ik opgeschoven in de richting van een sturingsconcept waarin de Rijksoverheid - lees de relevante departementen - een grotere rol speelt. De waarschuwing: ‘arrangeer op rijksniveau beslist niet meer dan echt nodig is’ blijft echter van kracht. Naarmate de Nationale Omgevingsvisie (Novi) langer op zich laat wachten, groeien de verwachtingen van enthousiaste vakgenoten en belangenbehartigers naar uitzinnige proporties. De teleurstelling kan je nu al zien aankomen.
Een van de remmende factoren voor een meer prominente rol van de Rijksoverheid is, zoals gezegd, het gebrek aan inhoudelijke deskundigheid. De dramatisch verlopen voorbereiding van de Novi vormt daarvan een illustratie. Het manco komt voort uit een onzalig besluit uit 2002. Onder druk van de Tweede Kamer werd toen de Rijksplanologische Dienst ontmanteld. Iedereen die zich met onderzoek en studie bezighield, verhuisde naar het Ruimtelijk Planbureau, inmiddels opgegaan in het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Men wilde onderzoek onafhankelijk van de politiek positioneren. Vergelijk het met het Centraal Planbureau. Wat is het resultaat van deze ‘zuivere scheiding’ tussen beleid en onderzoek? Het PBL brengt regelmatig interessante rapporten uit, waar weinig mee wordt gedaan. Het management oriënteert zich eenzijdig op duurzaamheidsitems. De ministeries I&W, BZK en EZK ontberen eigen mensen met expertise om onderbouwde ruimtelijke analyses en scenario’s te produceren.
De landelijke politiek kan zich deze kenniswoestijn niet langer permitteren. Herstel de Rijksplanologische Dienst weer in ere, en bemens deze met goeie mensen van het PBL. Uiteraard onder een andere naam, met een bredere taakstelling: nationaal omgevingsbeleid. Laat de nieuwe ‘dienst’ - met twintig goeie mensen kom je een heel eind - voor meerdere departementen werken zodat die bijdraagt aan de strijd tegen verkokering. Maar we willen toch niet meer rijksambtenaren? Geef mij drie maanden en ik los dat probleem voor u op: op de departementen zijn nog heel wat stofnesten te traceren.
Deze column verscheen eerder in ROmagazine
Cover: Zairon (Own work) [CC BY-SA 4.0 (https://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0)], via Wikimedia Commons
Cover: ‘Den Haag skyline_2’