Verslag Tijdens de debatavond ter gelegenheid van het afscheid van Henk Ovink (wnd directeur-generaal Ruimte en Water, ministerie van IenM) gaat het over de rol van het ontwerp bij ruimtelijke ontwikkelingen. De wens van Ovink om geen borrel maar een debat te houden zette een groot aantal vooraanstaande ontwerpers, politici en projectdirecteuren ertoe aan hun visie op de veranderende rol van het ontwerp te geven. Onder leiding van Joost Schrijnen (oud-programmadirecteur Zuidwestelijke Delta en oud-hoogleraar TU Delft, nu zelfstandig consultant) gaven vijftien mensen in twee uur tijd een overzicht van de veranderingen, opgaven en goede voorbeelden van ontwerp. Henk Ovink zet zijn carrière voort in Amerika, New York, om daar voor de “Hurricane Sandy Rebuilding Task Force” te gaan werken aan het klimaatbestendig maken van de regio.
None http://www.gebiedsontwikkeling.nu/workspace/uploads/2013.04.04_7-year-itch_2_big-515d7b404afe1.jpg
‘De rol van het ontwerp in een veranderende netwerkorganisatie - Afbeelding 1’
Veranderingen
De VINEX (1991) was het laatste beleidsdocument dat uitging van een top-downstrategie en een maakbare samenleving. Daarna zijn de politieke en economische context zo veranderd dat zo’n beleidsdocument nu niet meer denkbaar is. “De politiek is ruimtelijke ordening een beetje gaan zien als een linkse hobby”, aldus Jaap Modder (hoofdredacteur S+RO). Zijn stelling is dat de liberalisering van de volkshuisvesting niet zozeer een economische keuze is, maar veel meer een politiek probleem. Toch worden de veranderingen in de ruimtelijke ordening niet door iedereen als een probleem ervaren. Veel sprekers zijn zich ervan bewust dat ze in een soort nieuwe, andere werkelijkheid moeten opereren. Hans Leeflang (directeur Kennis, Innovatie en Strategie bij het Ministerie van IenM) verduidelijkt deze verandering aan de hand de theorie van Josephine Green, van de platte pannenkoek en de piramide. Zij typeert de verandering van een hiërarchisch georganiseerde samenleving (piramide) naar een netwerksamenleving (platte pannenkoek) als een paradigmaverschuiving. Als we de platte netwerkorganisatie beschouwen als de nieuwe, moderne manier van werken, welke eisen stelt dat aan de overheid?
None http://www.gebiedsontwikkeling.nu/workspace/uploads/2013.04.04_7-year-itch_4_big-515d7ae0c7ca6.jpg
‘De rol van het ontwerp in een veranderende netwerkorganisatie - Afbeelding 2’
Adri Duivesteijn (Eerste Kamerlid en tot voor kort wethouder van Almere) denkt dat we niet moeten terugverlangen naar een overheid die ruimte ordent, maar dat we moeten proberen om de energie die er in de samenleving is om dingen te ontwikkelen te sturen. Een manier om te sturen vanuit de overheid is bijvoorbeeld veel samenwerken. Dat gebeurt in de Noordelijke Randstad, waar de rijksoverheid samen met lagere overheden een structuurvisie ontwikkelt (www.RRAAM.nl). Geschreven door mensen uit de regio zelf is, volgens de projectdirecteur Michiel Ruis, een heel nieuw product ontstaan. Een ouder voorbeeld dat ter sprake wordt gebracht is de Randstad Urgent-notitie uit 2010. In het visietraject werden regionale scenario’s opgesteld. Door te focussen op concrete projecten en af te dalen naar een lager schaalniveau is het de Rijksoverheid gelukt om in korte tijd veel knopen door te hakken ten gunste van de economische positie van de Randstad. Naast meer samenwerken en concreet worden is het belangrijk dat er inhoudelijke beslissingen worden genomen. “Zonder een inhoudelijke koers kunnen de waan van de dag en reactiviteit leidende principes worden”, citeert Duivesteijn uit Ovinks voorwoord van het boek Ontwerp en politiek. Om die inhoud daadwerkelijk centraal te stellen is het ontwerp een belangrijk instrument. Het ontwerp kan dingen in de maat zetten en consequenties verkennen, stelt Ton Venhoeven (directeur VenhoevenCS en oud-Rijksadviseur Infrastructuur). Ook kan het ontwerp concrete projecten van een visie voorzien, door ze in een grotere context te zetten. Volgens Yttje Feddes (directeur Feddes/Olthof Landschapsarchitecten en oud-Rijksadviseur voor het Landschap) is die visie nodig om op bestuurlijk niveau de juiste afweging te maken. “Wanneer samenwerken tussen verschillende partijen belangrijker wordt, is het integrerende vermogen van het ontwerp belangrijk”, aldus Hans Leeflang. En dat is waar Joost Schrijnen trots op is; de Nederlandse traditie om sectorale opgaven zoals water en infrastructuur te koppelen aan ruimte. De enige sector waarmee Henk Snoeken (wnd directeur Ruimtelijke Ontwikkeling, ministerie van IenM) denkt dat het moeilijk wordt om een koppeling te leggen, is de sociale sector. Door decentralisatie van de AWBZ, jeugdzorg en de wet werken naar vermogen zal er, volgens Snoeken, bij de gemeente weinig tijd over zijn voor ruimtelijke ordening*. Ter ondersteuning van de platte, integrale, netwerkorganisatie is de Rijksoverheid een nieuwe wet ruimtelijke ordening aan het schrijven, de omgevingswet. Edward Stigter (programmadirecteur Eenvoudig Beter, ministerie van IenM) stelt dat met wetten de rol van de piramide wordt ingevuld, terwijl de implementatie en werking ervan ‘pannenkoekachtig’ moet zijn.
In de nieuwe, platte, organisatiestructuur is de directe relatie tussen opdrachtgever en locatie, volgens Joachim Declerck (Architecture Workroom Brussels), minder vanzelfsprekend omdat er vaak meerdere partijen bij betrokken zijn. Door deze lossere relatie ontstaat er meer vrije ruimte voor de ontwerper. Deze ruimte stond centraal tijdens de Architectuur Biënnale Making City. De vraag is dan welke legitimatie ontwerpers hebben in die “vrije ruimte”. Zonder de sterke piramidevormige overheid verandert de positie van ontwerpers, en zonder de maakbare stad behoort ook de vanzelfsprekendheid van het ontwerp tot het verleden. Zo maakt Riette Bos (WEST8 urban design & landscape architecture) zich zorgen over de toekomstige ontwikkelingen van de stukken EHS die nu verkocht worden; wie bewaakt de samenhang en jarenlange regionale investeringen?
Het streven van Henk Ovink en Elien Wierenga (senior beleidsadviseur bij het Ministerie van IenM) om ontwerp op een andere manier in te zetten en meer mensen te betrekken in het proces wordt door alle aanwezigen gewaardeerd. Hiermee ligt er een schone taak voor de opvolgers Rients Dijkstra en Henk Snoeken om de ingeslagen weg voort te zetten.
‘The Seven Year Itch: Zeven jaar Ruimtelijke Ordening met Henk Ovink, een Beschouwing’
26 maart 2013 | Atelier College van Rijksadviseurs
Organisatie: Vereniging Deltametropool, het College van Rijksadviseurs en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu
*Een voorbeeldontwikkeling waarbij de verbinding tussen sectoren en partijen juist wel wordt gelegd, is RijswijkBuiten. Zie de epiloog van het dossier II RijswijkBuiten.
Foto’s: Vereniging Deltametropool
Zie ook:
- Interview met Tracy Metz en Sybe Schaap: Het risico-denken moet óm
- Nieuwe arrangementen in een horizontale wereld
- Intreerede Karin Laglas: Wie heeft hier de leiding?
- Interview met Rients Dijkstra en Eric Luiten: Op zoek naar een nieuw balans tussen overheid en samenleving
- 10 thema's College van Rijksadviseurs: 'De techniek van het verbinden'
Cover: ‘2013.04.04_De rol van het ontwerp_1_660’