Verslag Hoe kan ontwerp bijdragen in de zoektocht naar concepten en businessmodellen met ‘gesloten cirkels’ op gebiedsniveau? De derde dag van de sLIM Masterclass vond plaats op Schiphol en stond in het teken van circulaire economie. Sprekers Jeanet van Antwerpen (Schiphol Area Development Company), Catalina Turcu (UCL Bartlett School of Planning) en Prof. Ellen van Bueren (TU Delft Urban Development Management) zorgden voor gespreksstof met twee cases op het lokale schaalniveau: Schiphol Trade Park en Peterborough (Engeland). Agnes Franzen (TU Delft/ SKG) trad op als moderator en ging samen met de zaal op zoek naar antwoorden: Hoe kunnen partijen elkaar vinden in gedeelde ambities ondanks de complexiteit? En wat is de rol van het ontwerp?
Lessen
- Ontwerp kan
een rol spelen bij het zoeken naar mogelijkheden voor waardecreatie en werkende
businesscases. Hoe kunnen we kringlopen sluiten op een manier dat men bereid is
ervoor te betalen?
- Ontwerpend denken verbindt
actoren, draagt bij aan ‘out-of-the-box’ denken en het loskomen van onze
institutionele mind-set.
- Kijk naar gerealiseerde
duurzame projecten en ontwerpen; er zijn waardevolle lessen en nieuwe
inspiratie uit te putten.
- Opdrachtgevers moeten de opgave aan ontwerpers anders formuleren. De
juiste vraagstelling daagt uit oplossingen te bedenken op basis van
circulaire principes en dwingt ontwerpers kwaliteit en waarde toe te
voegen op elk niveau.
- Bij het oppakken van circulaire uitdagingen heeft de technische kant
tot op heden het primaat. Vergeet de ‘soft aspects’ niet. Bewustzijn en gedrag zijn belangrijke
factoren voor het slagen van een circulaire economie. Creëer een
cultuur van elkaar willen begrijpen.
- Om daadwerkelijk stappen te maken is ‘learning by doing’ een belangrijk principe. Betekenisvolle projecten kunnen als voorbeeld dienen en (verbeterde of opgeschaalde) navolging krijgen.
- Ontwerpen
vanuit circulaire principes vraagt om verbreding van benodigde vaardigheden van
ontwerpers met
bijvoorbeeld systeemdenken en kunnen modelleren.
- Er is meer
aandacht nodig voor de leiderschapsvraag zowel bij privaat als publiek. Leiderschap
is van belang bij het opschalen van initiatieven, belangenconflicten en het initiëren
en organiseren van cross-overs.
- Er is voor dit soort opgaven een lange termijn perspectief nodig. In de complexe werkelijkheid met regelmatig wisselende poppetjes kan een leiderschapsorgaan dat transitieprocessen begeleidt voor continuïteit en kennisborging zorgen.
Circulaire ambities waarmaken en de rol van ontwerp – Ellen van Bueren
De middag start met een introductie op het thema door Ellen van Bueren, professor Urban Development Management van de TU Delft. De vraag is hoe we van het huidige lineaire economische model (‘take-make-dispose’) naar een circulair model komen. Op welk niveau kunnen we de cirkels sluiten? Op het niveau van materialen, gebouwcomponenten, producten of complete gebouwen? Lokale ambities zijn veelal in strijd met de globaal georganiseerde ketens. Een manier om op gebiedsniveau verder te komen is de stad of een gebied te bezien vanuit z’n metabolisme, en te proberen de input en output van materialen te minimaliseren door ze zo goed en hoogwaardig mogelijk te recyclen (Figuur 1). De voornaamste uitdaging is om vanuit dit idee op zoek te gaan naar mogelijkheden voor waardecreatie en werkende businesscases. Hier kan ontwerp een rol in spelen. Vragen die we onszelf kunnen stellen zijn: hoe en waar kunnen we kringlopen sluiten en waarde creëren op een manier dat mensen bereid zijn er voor te betalen? Hoe kunnen we onszelf en de manier waarop we dingen produceren en gebruiken veranderen, zodat er nieuwe concepten en businesscases ontstaan?‘input’
Figuur 1. Lokale input – output analyse. Bron: Metabolic
Van Bueren sluit af met een aantal circulaire projecten en experimenten waar we lessen uit kunnen trekken:
- Coffeebar Bouwkunde TU Delft;
geproduceerd met de kozijnen van een gesloopt gebouw in Den Haag
- Project XX; Een kantoorgebouw wat ooit ontworpen is op de gebruikelijke economische
levensduur van 20 jaar. Heeft geleid tot vele innovatieve concepten.
- Containerwoningen; containers die
oorspronkelijk alleen functioneerde als verblijfsruimte op de bouwplaats zijn in
de loop der jaren uitgegroeid tot steeds populairder woonconcept. Belangrijkste
kenmerken: flexibiliteit en hergebruik.
- Buiksloterham, Amsterdam; Lokale stakeholders namen
het initiatief om een living lab voor circulaire gebiedsontwikkeling te
starten.
‘b’
Plastic in Paradijs - Jeanet van Antwerpen
Jeanet van Antwerpen (directeur Schiphol Area Development Company) start met een vakantiekiekje van een met plastic vervuilde kustlijn. De uitleg van haar Indonesische duikinstructuur: “Tijdens de tocht met de veerpont gooien mensen afval in het water, maar zij overzien de consequenties niet.” Volgens Jeanet van Antwerpen draait het bij het thema van vandaag om bewustzijn en gedrag. SADC is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de Schiphol regio.
‘j’
De baai van Banda neira, het nootmuskaateiland in de Molukken
Negatieve effecten van de hubs in de regio Schiphol zijn luchtvervuiling, bodemverontreiniging, waterverontreiniging en afnemende biodiversiteit. Ook hier vervullen bewustwording, houding en gedrag een belangrijke rol. Uiteindelijk moeten de mensen het doen.
‘sadc’
Strategie en het rendement van SADC
SADC is niet op aarde is om alleen financieel rendement te boeken en heeft een strategie ontwikkeld waarin dit expliciet is gemaakt. Als je vanuit kwaliteit van leven denkt, mensen en vitale ecosystemen, dan hoort maatschappelijk rendement daar onlosmakelijk bij. Dat doet SADC door de regionale economie te versterken en circulaire principes toe te passen op de terreinen die ze ontwikkelt. Uitgaande van de ‘circles of influence’ probeert SADC partners zorgvuldig te kiezen en haar werkveld maximaal te beïnvloeden.
Schiphol Trade Parkis het eerste business park in Europa dat volgens circulaire principes wordt ontwikkeld. Het is een living lab en bestempeld tot nationale circulaire hotspot. Ook in de tijdelijke situatie voorafgaand aan de bouw kun je in gebieden circulair bezig zijn. Op dit moment is het terrein nog landbouwgrond en verbouwen de boeren olifantsgras als basis voor papierproductie en biocomposieten. De gebouwen zien er in de eindsituatie uit als boerderijen, maar zijn opgebouwd uit losse onderdelen, idee ‘lego’: demontabel en flexibel. Er is een circulair inrichtingsplan gemaakt door de landschapsarchitecten van West8. Daarbij is als hoofdvraag geteld: uitgaande van de bestaande situatie, voeg kwaliteit toe op alle aspecten van de ontwikkeling. Dat betekent op gebied van bodemkwaliteit dat de grond altijd beschikbaar blijft voor landbouw, en dus geen zand toevoegen en de bodem niet wezenlijk verstoren. Daarnaast kies je voor planten die water zuiveren, de bodem verbeteren, biodiversiteit doen toenemen of geoogst kunnen worden.
Anders denken, anders doen
Dit is een andere manier van denken. Van Antwerpen merkt in de praktijk dat grote bedrijven meer moeite hebben om in het nieuwe denken mee te gaan dan kleinere, ondanks dat ze de kennis in huis hebben. Het is ‘learning by doing’, en een cultuur van elkaar willen begrijpen. Communicatie is de sleutel. Keukentafelgesprekken met bewoners horen daar ook bij. Bijzonder is ook dat een brede groep betrokkenen – grote en kleine bedrijven, creatieven, bestuurders, geïnteresseerden – een heidag heeft gehad om samen aan het concept te werken. Dit is dus niet uitbesteed aan een ontwerpbureau.
Sturen op circulaire economie, een Brits perspectief - Catalina Turcu
Catalina Turcu (UCL Bartlett School of Planning) begint met een inleiding op de Britste context. De UK heeft t.a.v. circulaire economie een aantal sterke kanten: de Ellen McArthur Foundation is er ontstaan, het heeft een stevige ‘international urban consultancy’, er is een grote markt en er is groeiruimte voor circulaire bedrijvigheid. Zwaktes zijn er ook, waaronder met name de beperkte macht van lokale besturen en steden. Beleid, investeringen en infrastructuur zijn top-down en centraal gestuurd. De privatisering heeft het lokaal bestuur verzwakt. London is de enige uitzondering, de stad heeft meer macht en grotere autonomie o.a. op het gebied van transport, door het London Plan en door de rol van de burgemeester. De ontwikkeling van de circulaire economie is gefocust op bedrijven/industrieën en producten en materialen in de bouw, voedsel, textiel, plastic en elektra. In de bouw betekent dat concreet modulair bouwen, hergebruik van gebouwen, demontabel bouwen en materialenbanken.
Case: Peterborough
Met studenten van UCL is
in Peterborough een project gestart met als doel het onderzoeken van kansen
voor de circulaire economie. Peterborough was een van de prijswinnaars in de
Future Cities Demonstrator Competition die gericht was op het vinden van nieuwe
manieren om steden te organiseren. Peterborough staat op de tweede plaats van
snelst groeiende steden in de UK, heeft een diverse economie (finance, landbouw
en maakindustrie), een hoge aanwas aan nieuwe banen en een supersnel internet.
De stad streeft de titel ‘duurzame hoofdstad van de UK’ na met als doel het
grootste cluster duurzame bedrijven binnen de stadsgrenzen.
De studenten hebben zich gefocust op afvalstromen, meer specifiek: voedsel en meubels. Stakeholders zijn in kaart gebracht en er zijn interviews gehouden over mogelijkheden en kansen. Belangrijkste bevindingen: kosten en klantenvragen zijn van belang voor zowel grote als kleine bedrijven. Duurzaamheidswinst speelt veel minder. Barrières om aan de slag te gaan zijn beschikbaarheid van data over soort afval en bedrijf, technische kennis, kennis over afvalstromen en een beperkt netwerk. Voor de opgave rond de meubels geldt ook het gebrek aan data en netwerk, maar speelt ook de gefragmenteerdheid van de sector en diversiteit van de actoren en belangen. Een belangrijke constatering is het leiderschapsvraagstuk: wie neemt het initiatief en beslissingen?
Uitdagingen bij het incorporeren van circulaire economie:
- de rommelige
praktijk
- universele
versus specifieke oplossingen
- ontwerpers: benodigde
vaardigheden zoals het systeemdenken en kunnen modelleren
- ontwerpers:
realiseren dat steden continu aan verandering onderhevig zijn
- succes gaat
in kleine stapjes, en begint kleinschalig
- leiderschap is van belang bij het opschalen van initiatieven, belangenconflicten en het initiëren en organiseren van cross-overs. Zit nu bij de grote bedrijven, maar kleine en middelgrote bedrijven zijn ook belangrijk
- organiseren van gezamenlijke investeringen/verevening en integratie van gefragmenteerde services
- eigendomsarrangementen
Handreikingen:
- vertaal ruimtelijke concepten in betekenisvolle projecten
- vergeet met alle techniek die er bij komt kijken niet de ‘soft aspects’
- denk aan een visie voor de lange termijn
‘nederstigt’
Afsluiting
Gespreksleider Agnes Franzen, directeur Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling, leidt het afsluitend gesprek tussen de gastsprekers, de zaal en John Nederstigt, wethouder Duurzaamheid, Werk, Jeugd en Onderwijs van de gemeente Haarlemmermeer. Nederstigt ervaart in de praktijk dat leiderschap niet altijd een issue is in projecten. Op zoek naar de rol van gemeenten bij circulaire gebiedsontwikkeling ontdekte hij is een hoge mate van zelforganisatie. Actoren zien een uitdaging en try to ‘team up’. De landelijke overheid heeft de neiging opgaven die te groot zijn op tafel te laten liggen. Daarom moet je de opgave kleiner maken. Op gemeentelijk niveau kun je de uitdagingen aangaan en vrij snel resultaten boeken. En dat inspireert.
Om verder te komen heb leiders nodig in de verschillende werelden (wetenschap, overheid, bedrijfsleven) die samenwerking zoeken. In de Haarlemmermeer werkt dat goed. De faalkans is een barrière voor politici om in te stappen, maar volgens Nederstigt moeten ze lef tonen. De vraag die de overheid zich moet stellen is: Wat willen we en wat accepteren we van partijen?
Jeanet van Antwerpen herkent in het verhaal van Catalina Turcu het leiderschapsvraagstuk, het belang van het netwerk en gebrek aan kennis. Rond Schiphol proberen ze op de regionale schaal samen te werken. O.a. door het bouwen van een community met als doel kennis uitwisselen. De uitdaging is om de samenwerking geïnspireerd te houden. Daarvoor heb je heel praktische uitdagingen nodig waaraan je gezamenlijk kan werken.
Catalina Turcu pleit voor een leiderschapsorgaan dat transitieprocessen zoals deze kan begeleiden. Er is voor dit soort opgaven een lange termijn perspectief nodig. Mensen veranderen van baan en kennis verdwijnt.
Op 22 april, 20 mei en 10 juni organiseerden de Faculteit Bouwkunde TU Delft en de Stichting Leergang Intensief Meervoudig ruimtebruik (sLIM) samen een drie-daagse openbare masterclass over de complexiteit in gebiedsontwikkelingen de rol van het ontwerp.
Zie
ook:
- Gebiedsontwikkeling.nu/circulaire economie op youtube
- TNO
Rapport
- Rli
Rapport
- NSOB
Essaybunder circulaire economie
Cover: ‘slim’