Opinie Helma Born - In de afgelopen 6 maanden zijn er veel programma’s op televisie te zien die gaan over ruimtelijke ordening, over het functioneren van steden, of stedelijke economie en over mooi of lelijk. Hoog tijd om als een Hans Beerekamp (NRC) of Pierre Geelen (Volkskrant) te beschouwen wat deze programma’s zeggen over de ruimtelijke ordening, of – nog preciezer – welke trots, verwondering of irritatie deze programma’s opleveren bij de ruimtelijke professional.
Maandagavond half negen. Het journaal is afgelopen en voor dat het Sterblok begint volgt de aankondiging voor de Slag om Nederland. Het programma dat – zoals de VPRO zelf schrijft – “onderzoekt of de Nederlandse burger nog iets te zeggen heeft over zijn land. Wie ordent de ruimte? Wie gaat er over het zicht vanuit de achtertuin? En wie is verantwoordelijk voor de ontelbare, lege kantoorkolossen en versloffende bedrijventerreinen? De slag om Nederland geeft Nederland terug aan de Nederlander.”
Dat klinkt mooi. De vraag is natuurlijk of het ook zo is. Wat ik zeker weet, is dat dit programma veel los maakt. Het heeft mij sinds de eerste aflevering in februari in zijn ban en het is het vaste gespreksonderwerp op dinsdagmiddag tijdens de lunch met collega’s. Wat is er aan de hand? De slag om Nederland gaat over wat ik gemakshalve maar even mijn vak – ons vak – noem. En dat vak wordt op een kritische, soms wat cynische manier tegen het licht gehouden. De presentatie is in handen van Andrea van Pol, Teun van der Keuken en Roland Duong. De laatste twee presentatoren zijn afkomstig van het programma de Keuringsdienst van Waarde. Naar mijn mening een van de leukste programma’s op de Nederlandse televisie. Jarenlang heb ik met veel plezier aangehoord hoe deze heren ontrafelden hoe eerlijk de pinda’s in een potje pindakaas zijn, of kippen van scharreleieren écht gescharreld hebben, of tonijn dolfijnvriendelijk gevangen is en op welke manier velletjes van mandarijnen in blik gehaald worden. Ze interviewden de fabrikanten, toeleveranciers, makers van wet- en regelgeving en deden veldwerk. En ik vond het allemaal even mooi. Vraag maar door waarom die scharrelkip toch geen scharrelkip blijkt te zijn. “Als het niet zo is, waarom zet u het dan op de verpakking?”
Nu deze heren op dezelfde manier ruimtelijke projecten, zogenaamde visies en ruimtelijke ordeningsregels tegen het licht houden, heb ik er aanzienlijk meer moeite mee merk ik. Ook al is het terecht dat ze bepaalde zaken aan de orde stellen, het KPMG-pand bijvoorbeeld. Ik vind ook dat het niet uit te leggen is dat KPMG een pand leeg achter laat om een paar honderd meter verder doodleuk een nieuw pand in gebruik te nemen onder het mom van ‘duurzaamheidsambities’. Maar blijkbaar scheppen we daar in dit land de mogelijkheden voor. Dat deze processen zo op tafel komen en zichtbaar is dat verschillende ‘schakels’ in het proces niet kunnen uitleggen hoe het zit, stoort me. Niet zo zeer omdat ze daar mee bloot leggen hoe ingewikkeld ruimtelijk beleid is en dat de belangen in projectontwikkeling soms ver uit elkaar liggen. Dat is nu eenmaal zo. Maar vooral het feit dat we niet goed kunnen uitleggen ‘waarom we doen wat we doen’ - de ethiek achter ons vak - steekt. Zeker als de onderwerpen dichter bij mijn expertise komen: bevolkingskrimp, onderwijshuisvesting, gebiedsontwikkeling, doet het zeer. Dat is niet het hele beeld denk ik dan. Dat de nuance soms ontbreekt, is bij het ontrafelen van een RO-kwestie voor mij als professionele kijker blijkbaar storender dan wanneer het gaat over dolfijnvriendelijk gevangen tonijn. Een lesje in nederigheid dus, want leg op een verjaardag maar eens uit dat die charmante Van der Keuken, die van de slaafvrije chocola, het nu toch echt verkeerd gezien heeft. Ik en mijn mede professionals, we moeten ons handelen en ons verhaal daarbij beter op orde hebben.
Dat het programma afsloot met het zoeken naar de lelijkste plek van Nederland, vond ik een zwaktebod. Daarmee kom je terecht in welles-nietes en subjectiviteit. Jammer. Het programma heeft dat helemaal niet nodig. Van pindakaas onderzochten ze toch ook niet of het er mooi uit zag of lekker smaakte?
Cover: ‘Afstandsbediening voor de tv’ door Brizmaker (bron: Shutterstock)