pokemon

De stad is pokémon go

27 juli 2016

3 minuten

Even dacht ik dat ik hopeloos achterliep, maar die hele Pokémon-Go-rage is dus nog maar een week oud. Dat is natuurlijk op zichzelf al fascinerend. Dat iets zo snel zo groot kan worden. Dat de hele wereld letterlijk binnen een week iets nieuws omarmt. Sterker nog, binnen twee dagen.

Maar Pokémon Go is vooral fascinerend omdat het van de wereld speeltuin maakt. En voor het eerst een digitale speeltuin. Want een speeltuin was het al toen ik vroeger over het fietspad naar mijn opa en oma racete, denkend dat ik Eric Breukink was, leefde ik ook in een andere realiteit. En dat is precies de essentie van het de rage. Over de stad wordt een nieuwe realiteit gespannen, een augmented reality, waarmee in je scherm elementen aan de omgeving worden toegevoegd. Dat is geen nieuwe techniek, sinds er smartphones zijn, wordt er mee geëxperimenteerd. Maar een groot succes werd het tot nu toe nooit. Je had een app waarmee je door het verleden van Berlijn kon lopen, maar ik weet niet of iemand dat ooit heeft gedaan.

Sinds we allemaal een smartphone hebben en sinds alles om ons heen (of in ieder geval steeds meer) met elkaar en met ons communiceert is de stad verandert. We zijn een internet-van-mensen in een internet-of-things. Maar daar waren we ons nooit zo van bewust. Nou ja, ik niet, want alles went heel langzaam. Je went er langzaam aan dat Google altijd weet waar jij bent je de goede weg wijst. Het went langzaam dat je altijd met elkaar in contact bent. We vinden het niet gek dat de parkeergarage ons nummerbord kan lezen en weet dat we hebben betaald.

En stap voor stad is alles om ons heen data. Klaar om te communiceren. Met ons en met de rest van de stad. De stoep, de lantaarnpaal, de bomen, het gat in de weg, de hond en vooral wij zelf. Dat klinkt heel erg als the Matrix, maar via mijn smartphone kan ik meten waar ik ben, wat de hoogteverschillen zijn, of dat gat in de weg er zit en wat voor soort hond er voorbij komt. Nou ja, dat laatste weet ik niet zeker, maar dat zou zeker een handige app zijn. Er is in onze stad een nieuwe laag gekomen, de datalaag. Die laag maakt van de stad een constant veranderd geheel, zo flexibel als de schermen op Timesquare. Wat nu een parkeerplaats is, is over een paar uur een plein. Die laag reguleert verkeersdruk, bepaalt openingstijden van parken en musea en wie weet wat nog meer. En die verandering. biedt een enorme kans voor de stedebouw en stedebouwers. Want we laten toch niet de technerds en de Googlers van de wereld bepalen hoe onze steden functioneren? Daar hebben we toch stedebouwers voor? Waarom ontwerpen die dan wel de tastbare lagen (zowel boven als onder de grond) en denken ze na over het sociale gedrag, maar bemoeien ze zich niet met die datalaag? Die op dit moment allesbepalend is. Ik pleit daarom voor een omgevingsvisie die als uitgangspunt neemt dat de hele stad flexibel is en die vanuit de datalaag ontwerpt. En ik pleit ervoor dat we daar dan de hele dag Pokémon Go spelen, omdat dat spel het symbool staat voor de grote verandering waar we nu midden in zitten.

Jan-Willem Wesselink is hoofdlaborant van het Kennislab voor Urbanisme


Cover: ‘pokemon’



Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024