Analyse De strijd om de ruimte vindt in de stad steeds vaker plaats op het industrieterrein. Kies je als gemeente voor de bedrijven die al jarenlang in de stad zitten of voor het aanpakken van het steeds hoger oplopende woningtekort? Het is een vraag die in verschillende steden steeds vaker naar voren komt.
Stel, je hebt als gemeentebestuur de beschikking een gebied van 15 hectare in de buurt van het centrum van jouw stad. Sinds jaar en dag zitten er op het terrein industriële bedrijven die niet alleen voor bedrijvigheid, maar vooral ook voor werkgelegenheid zorgen. Banen van een uitstervend soort in de stad. Maar tegelijkertijd loopt in de gemeente het woningtekort drastisch op. Hectares aan potentiële woonwijk die in de buurt van het centrum liggen zijn schaars en dus waardevol. Welke functie geef je wanneer voorrang?
Koesteren
Het is juist dit dilemma dat vorige maand centraal stond in NRC. Het Amsterdamse Havengebied was jarenlang het domein van hijskranen, scheepswerven en droogdokken. Maar de havenactiviteiten hebben bijna allemaal plaatsgemaakt voor koffietenten, creatieve bedrijven en hotels. Inmiddels is Damen Shiprepair Amsterdam de laatste grote werf op het terrein. De vraag is hoe lang nog. Op de plek waar nu nog de gigantische droogdokken staan, is de gemeente Amsterdam van plan woontorens te bouwen.
En daar wringt de schoen, schetst NRC. De gemeenteraad, in meerderheid vóór bouwen op het terrein, heeft het gemeentebestuur unaniem opgeroepen zich tot het uiterste in te spannen om een andere oplossing te vinden, net zoals een meerderheid van de Tweede Kamer ook al deed. Want praktische banen schrappen, zeldzaam in een stad als Amsterdam, daar voelt geen van de partijen zich prettig bij, zelfs als het de woningnood terugdringt. “Ik denk dat we de werf veel meer moeten koesteren”, zegt Diederik Boomsma, fractievoorzitter van het CDA in de Amsterdamse gemeenteraad, in het artikel van NRC. “Je vindt er een soort banen waar we er in de gemeente niet veel van hebben.”
Lastige puzzel
Het is een discussie die niet alleen in Amsterdam, maar ook in verschillende andere Nederlandse steden wordt gevoerd. Het Rotterdamse Merwe-Vierhavens-gebied moet dezelfde transformatie gaan doormaken als het havengebied in Amsterdam. Oorspronkelijk was ook in dit gebied de tactiek: haven eruit, stad erin. Maar de verschillende partijen hebben inmiddels ontdekt dat dit niet de ideale strategie is. Daarom besloten de gemeente en het Havenbedrijf gezamenlijk in het gebied te investeren. Dat betekent dat het Havenbedrijf (en de bijbehorende industrie) “zich niet langzaam terugtrekt, maar actief meedoet aan de herontwikkeling van dit gebied”, zoals Isabelle Vries, hoofd van het programmabureau dat gaat over de transformatie, dat vorig jaar op deze site omschreef.
‘Rotterdam, The Netherlands, June 3, 2018: Sky with spectacular clouds over the harbour and industrial area of Merwe-Vierhavens’ door Frans Blok (bron: Shutterstock)
Toch is de puzzel – waarin de functies wonen, werken en industrie worden gecombineerd – in de praktijk nog lastig te leggen. Zo schreef NRC eerder al dat een uitspraak van de Raad van State ervoor heeft gezorgd dat in Rotterdam het programmabureau opnieuw moet gaan rekenen om het bestemmingsplan van het gebied vast te stellen. Door de uitspraak telt geluid van schepen namelijk mee bij het berekenen van ‘industrielawaai’, waardoor geluidsbelasting sneller hoog uitvalt en woningen dus minder dicht op de industrie kunnen worden gebouwd. Het nieuwe plan had eind 2020 klaar moeten zijn, maar het programmabureau hoopt nu eind 2021 de nieuwe puzzel te hebben gelegd.
Omarmen
Ondanks al deze strubbelingen en praktische hindernissen zien veel experts het combineren van wonen, werken en industrie toch als de oplossing voor dit soort stedelijke gebieden in transformatie. “Experimenteren met het combineren van functies is nodig om uit te vinden wat kan in een stad. Dit is mijns inziens zo’n experiment”, aldus Gert-Joost Peek, lector gebiedsontwikkeling en transitiemanagement aan de Hogeschool Rotterdam, in NRC.
Door de complexiteit van grote transitieopgaven als het combineren van wonen en industrie in stedelijk gebied worden de onzekerheid en onvoorspelbaarheid in deze gebiedsontwikkelingen steeds groter. Daarom pleitte Peek samen met Kees Stam voor de introductie van het begrip ‘lerende gebiedsontwikkeling’. Het duo stelt dat de huidige staat van de gebiedsontwikkeling niet voldoende is om goed genoeg op de huidige ontwikkelingen te kunnen reageren. “In de plan- en besluitvorming moet voldoende flexibiliteit worden gecreëerd om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen, veranderende inzichten en technologische innovaties. Het is dus de uitdaging om de onzekerheid en de onvoorspelbaarheid te omarmen en om daarbij, in de geest van de nieuwe Omgevingswet, de creativiteit en het organiserend vermogen van de lokale gemeenschap te benutten.”
Lees het volledige bericht op de website van NRC.
Cover: ‘5 February 2020, Amsterdam Holland. Aerial view of NDSM wharf at the northside of river IJ. A harbour area with hotel, restaurant, residential apartments and construction of new high rise building.’ door Aerovista Luchtfotografie (bron: Shutterstock)