Interview Het wandelen door Noord-Nederland kwam eerder al aan bod in de kolommen van Gebiedsontwikkeling.nu. Onlangs sprak hij met het Dagblad van het Noorden. Over zijn zoektocht naar de Agenda voor het Noorden. Die gaat wat hem betreft over andere zaken dan spoorlijnen en woningbouw.
We spreken af bij de Gouden Karper in Winsum (Groningen). Een plek aan het Pieterpad. Symbolisch, want Hemel ziet wandelen als dé toekomst van Groningen. Enfin, we lopen op de zaken vooruit. Hemel (67) komt uit Emmen, studeerde ooit af als planoloog aan de Rijksuniversiteit Groningen en werkte twintig jaar als planoloog in Amsterdam. Sinds 2022 bezet hij de Abe Bonnema-leerstoel aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en TU Delft. Te voet denkt hij na over de toekomst van Noord-Nederland, hij schrijft er een boek over.
Op zijn voettochten door Fryslân en Groningen (en stiekem ook Drenthe, “want een visie voor het Noorden kan niet zonder Drenthe”) voert hij lange gesprekken met dorpsbewoners, boeren, ondernemers, dominees en wetenschappers. De traagheid en lange duur maken dat hij meer ziet, zo stelt Hemel, die in de volksmond de 'wandelprofessor’ wordt genoemd.
U denkt na over de toekomst van het Noorden. Bekijkt u dan ook gelijk waar er nog huizen bijgebouwd kunnen worden om achttien miljoen Nederlanders te herbergen?
“Woningen zijn er genoeg. Je moet heel goed nadenken wat je nog wil bereiken met extra woningen. Een kwart van Zuid-Holland is inmiddels bebouwd gebied. Bouwen is een verdienmodel geworden. Ik vind de Randstad mislukt na die twintig jaar dat ik er gewerkt heb.”
Maar er komen toch gewoon steeds meer mensen die een woonplek nodig hebben?
“Bevolkingsgroei is niet het probleem. Onze economie deugt niet. Het kapitalisme zet ons aan tot ruimteconsumptie op belachelijke schaal. Woningen kopen is onze nationale sport geworden. Het aantal vierkante meters woonruimte per Nederlander is bizar. We hebben 8,2 miljoen woningen in Nederland op acttien miljoen inwoners, dus je hebt iets meer dan twee mensen per woning. En gróót dat die huizen zijn, iedere Nederlander beschikt over twee kamers. We zouden onze stedelijke gebieden veel meer moeten verdichten.
“Maar in de praktijk werkt het anders. Nederlanders – bij uitstek – letten op de prijs-kwaliteitverhouding: het gaat om de vierkante meters. Hoe verder je van de stad af gaat, hoe voordeliger die worden. Dus trekken we massaal naar buiten, steeds verder weg. Het gevolg is ‘landhonger’. Je zet landbouwgrond om in woningen en loopt binnen. Ook gemeenten, hè? Het is een spel geworden van snel rijk worden."
Goed nieuws voor de leefbaarheid in Friese en Groningse krimpregio's, toch?
“Daar zit het probleem! Want in de meeste dorpen wordt alleen nog maar gewoond. Veertig jaar geleden werkte men daar ook, men had bedrijven en winkels, zaaide en oogstte daar. Nu is het er overdag uitgestorven. Iedereen stapt 's ochtends in de auto, naar Groningen, Leeuwarden, Heerenveen, Assen of Drachten, en rijdt ‘s avonds weer terug. In woon-werkafstand spant het Noorden binnen Nederland de kroon: gemiddeld meer dan 36 km. En die gemiddelde woonwerkafstand groeit jaarlijks met één tot anderhalve kilometer.”
‘Hindeloopen, Friesland’ door Wolf-photography (bron: Shutterstock)
“Dat vind ik veel zorgwekkender dan van achttien miljoen inwoners naar negentien of twintig miljoen gaan.”
Waarom zorgwekkend?
“Wonen, werken en leven wordt helemaal uit elkaar geslagen. We hebben niet door dat wij door onze mobiliteit de veroorzakers zijn van het verdwijnen van scholen, winkels en andere voorzieningen. Hoe mobieler we worden, hoe meer er verdwijnt.”
Er komen ook weer nieuwe werkplekken bij, zoals in de Eemshaven.
”Daar werkt bijna niemand.”
Dan bent u vast ook geen voorstander van de Lelylijn.
”Nee. Toen het plan op tafel kwam, zei Hugo de Jonge: ‘Jullie kunnen die Lelylijn krijgen, maar dan moet je wel 220.000 huizen bouwen.’ Maar die 220.000 woningen – inmiddels is trouwens al geconstateerd dat het niet haalbaar is – bouw je niet voor je eigen bewoners. Moeten we hier het woonprobleem in de Randstad oplossen voor de minister? De trein is bovendien duur. Dus mijn stelling is: de spoorlijn leg je aan voor een handjevol hoogopgeleiden.
Maar er ligt een zak met geld, en dus is bestuurlijk Nederland op zoek naar een groot project om het op te maken. Ik heb zelf de onderhandelingen met de Zuiderzeelijn van nabij gevolgd, ik weet hoe dat gaat. Toen het geld van Nij Begun vrijkwam lagen er feitelijk geen andere plannen dan de Lelylijn en het waterstofplan van de Economic Board Groningen.”
Dat vindt u geen goede plannen?
”Weet je, het landschap hier is ongelooflijk mooi en onwaarschijnlijk kostbaar. Ik heb wel eens het idee dat de noorderlingen dat te weinig zien. Het gemak waarmee de hectares worden aangeboden om datacenters te bouwen en zonnevelden aan te leggen.”
Ja, maar de meeste inwoners van de provincie Groningen hebben natuurlijk niet om aardgaswinning of kolossale hoogspanningsmasten gevraagd. U zei in de Volkskrant onlangs dat Groningers niet in een slachtofferrol moeten kruipen. Doen we dat?
”Ja. In Groningen bemerk ik steeds vaker een houding van: ‘We worden gepiepeld, gemangeld.’ ‘We weten nooit waar we aan toe zijn.’ En: ‘Wanneer zeggen ze nou eindelijk eens een keer in Den Haag...’”
Hebben we hier een Amsterdamse professor die met een zeker dédain zegt: jullie doen het verkeerd?
”Mensen houden niet van slachtoffers. Daar loop je van weg. Ik ben op zoek naar een houding van zelfvertrouwen. Bewoners die wel in de gaten hebben wat er gebeurt, maar weten wat ze willen. Die een eigen agenda hebben. Zo'n houding zou ik trouwens ook heel Gronings vinden.”
Wat zou die eigen agenda dan moeten zijn?
”Dat is nou mijn onderzoek. Daarvoor maak ik gebruik van de ideeën van de voormalige Rijksbouwmeester, Floris Alkemade. Hij nam de bevolkingskaart van Nederland en knipte die doormidden. ‘Zo,’ zei hij, ‘dit is vol Nederland en dit is rustig Nederland.’”
‘Winsum - Dorpje Noord Groningen’ door Travel Telly (bron: Shutterstock)
“Voor het rustige deel van Nederland heb je een omgekeerde agenda nodig. Precies dáár ben ik naar op zoek. Een ding is me duidelijk: je moet het hier heel anders doen. Dat betekent: geen Lelylijnen, geen woningen voor de Randstad, niet het stopcontact van Nederland willen zijn.
Je wil hier niet de verstedelijkingsagenda van de andere helft van Nederland. Dat is wel waar oud-minister Hugo de Jonge op aanstuurde in zijn Nota Ruimte die hij presenteerde vlak voor hij vertrok. Daarin concludeert hij dat het Noorden nog heel veel woningen kan bouwen. Zo kan je volgens hem de hele as Emmen-Assen-Groningen nog ontwikkelen. Daar moet dan weer een andere spoorlijn komen..."
Zo verkeerd is dat toch niet?
”Tja, verkeerd... De vraag die je zou moeten stellen is: waarom zouden we hier willen groeien? Je hebt het hier goed. De werkgelegenheid is op orde, mensen kennen elkaar. Door te groeien, krijg je automatisch ook de ellende van het Westen: de files, luchtvervuiling, drukte. Mijn oproep is: doe het niet! Maak hier het mooiste deel van Nederland van. Met alles wat de Randstad is kwijtgeraakt. Híér is het leven goed. Wat nou waterstoffabrieken en waterstofopslag in de grond? Wat moet je met die datacenters? Waarom moeten die kabels door de Waddenzee, jóúw werelderfgoed? Het zijn een paar ondernemers die ervan profiteren. De grote jongens. Die hebben hier belang bij en gebruiken jouw en mijn geld.”
Klinkt een beetje als: wij willen niets, alles moet blijven zoals het was.
”Nee, dat is beslist niet zo. Maar we hoeven niet aldoor maar economisch te groeien. Door onze focus op groei zijn we totaal ontspoord. Het Noorden kan hét voorbeeld worden voor de rest van de wereld. Niet door een hele waterstofindustrie uit de grond te stampen, maar door vertraging. Door gezond te leven. Te laten zien dat je niet nog sneller vooruit hoeft.”
Wat zouden we wél moeten willen?
”Begin bij het onderkennen van de waarde van het landschap. Als je wandelt, dan zie je hoe rijk dit gebied is geweest met zijn prachtige verleden. Ga je historische wandelpaden weer uitgraven, de eeuwenoude paden tussen de kloosters en kerken. In de vorige eeuw is hier alles in beton gestort, omdat men dacht dat dát vooruitgang was...”
Vroegere tijden herstellen. Het klinkt een beetje bevreemdend.
”Het is juist heel modern. Neem China. Het ging daar zo megasnel met die urbanisatie, die gigantische megasteden. Daarom begon Xi Jinping in 2005 - toen nog als partijsecretaris van de provincie Zhejiang - met de revitalisering van het platteland. Hij liet historische wandelpaden terugbrengen, knapte de dorpen op, zorgde voor mooie architectuur, nieuwe initiatieven, bracht het landschap terug met bamboebossen en thee, zorgde weer dat oude gewassen en vroegere ambachten terugkwamen en zette in op schoon water en sluiting van mijnen.
Ze noemen dat ‘ecologische beschaving’. Het hele platteland was verwoest en leeggetrokken. Iedereen was weg. Nu gaan jonge Chinezen uit Shanghai juist de stad uit om te hiken op het platteland. Er zijn weer goede paden, het leven is er goed en gezond. Na de pandemie wilden mensen het platteland weer op.
Mijn collega Harry den Hartog is verbonden aan zowel de Technische Universiteit Delft als de Tongji Universiteit in Shanghai. Hij brengt dit allemaal in kaart en laat zien wat er gebeurt. Dat inspireert mij. Dát moet je ook hier willen.”
Hebben we Noord-Nederland verpest in het verleden?
”Zoals heel Nederland: het is geplunderd. De melkquota, ruilverkaveling, raaigrasvelden, grote fabrieken, watervervuiling. Ik heb het in mijn leven allemaal zien gebeuren. We moeten niet bezig zijn met een groeiagenda, maar met grootschalig herstel. Het terugbrengen van een landschap, rekening houdend met grote vraagstukken als verzilting en zeespiegelstijging.
Als het Noorden een agenda van vertragen voert, kan het weer een echt verhaal vertellen. Als wij durven vertragen, zul je zien dat de dorpen weer allerlei voorzieningen terugkrijgen. Dit gebeurt ook in China. De kleine dorpen zijn hip en trendy en worden ontdekt vanuit hun schoonheid. Het mooie van mijn agenda is ook nog eens: het kost relatief weinig geld.”
‘Anloerdiepje, Drenthe’ door Rudmer Zwerver (bron: Shutterstock)
Vol inzetten op wandeltoerisme dus, zoals het recente rapport van adviesbureau Ginder over de vrijetijdseconomie suggereert?
”Niet toerisme. Niet groei. Wíj moeten vertragen.. Dat is het hart van mijn toekomstvisie-in-de-maak. We moeten letterlijk allemaal weer leren lopen. Dan pas verandert de samenleving; worden we weer sociale wezens. Als we het landschap alleen nog maar zien vanuit de auto, dan verdwijnt het. Als we niet tot inkeer komen, gaat de boel naar de verdoemenis.
Ook mijn vakgenoten moeten weer lopen. De puinhoop die we aanrichten, komt omdat we onze plannen maken achter beeldschermen. Alles is gedigitaliseerd, iedereen moet steeds harder werken. ‘Uurtje-factuurtje’ en geen tijd om te gaan kijken. Stedenbouwkundigen en planologen liepen tot ongeveer 1960 juist altijd. De grote Piet Verhagen, de regeringscommissaris voor de wederopbouw van Nederland na de Tweede Wereldoorlog, heeft zijn hele leven gewandeld. Hij kende Nederland op zijn duimpje.
Tegenwoordig weten we helemaal niet meer waar we zijn. Dat zie je aan het landschap. De lelijke dozen vallen gewoon ergens uit de hemel, met rare grenzen die ik alleen kan verklaren vanuit kaartgrenzen.”
We kunnen het Noorden nog van mislukking redden?
”Zeker. Daarom is de agenda van Nij Begun ook zó belangrijk. Het gaat om dertig jaar aan investeringen. Dat moet je heel goed doen. Daar moeten ministeries niet de zeggenschap over hebben, maar de regio zelf. En je hebt bedenktijd nodig. We zouden vijf jaar moeten uittrekken voor het gezamenlijk opstellen van een heel goed plan. Want zo'n kans krijg je nooit weer. Dat gebeurt nu niet. Er is getouwtrek. Plannen worden overhaast in elkaar getimmerd. Ik had een ambtenaar van het Nationaal Programma Groningen tot twee keer toe uitgenodigd om mee te lopen, maar hij had geen tijd. Hij was de enige die ik zelf had uitgenodigd, de rest benadert mij. Als ik de noorderlingen iets mag meegeven is het dit. Vertraag. Neem de tijd. Denk rustig na.”
Dit interview is eerder gepubliceerd op het Dagblad van het Noorden
Cover: ‘Pieterpad wandelroute in Drenthe’ door Marc Venema (bron: shutterstock)