Nieuws In 2010 tekenden Nederland en Vietnam een samenwerkingsovereenkomst op het gebied van klimaatadaptatie en waterbeheer. Dat bleek het startschot voor het uitrollen van Nederlandse deltaplannen in het buitenland. Een positieve ontwikkeling voor de Nederlandse watersector. Problematisch is wel dat deze strategische aanpak vooral door ingenieurslogica wordt gedomineerd. Dit kan tot spanningen leiden, omdat het uiteindelijk de bewoners zijn die het deltaplan moeten uitvoeren. In dit artikel roept Joep Janssen daarom op tot de inzet van een meer bottom-up gedreven, tactisch perspectief.
Het deltadenken is een nieuw Nederlands exportproduct. Vanuit een brede samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen worden coalities gesmeed met andere deltalanden. De focus ligt daarbij op Indonesië, Bangladesh, Mozambique, Egypte en Vietnam. In deze deltagebieden is sterk behoefte aan een geïntegreerde en langetermijnaanpak, omdat hier de uitdagingen op het gebied van overstromingen, infrastructuur, landbouw en visserij enorm zijn.
Neem bijvoorbeeld de Mekongdelta in Vietnam, dat het stroomgebied van de Mekongrivier met de Zuid-Chinese Zee verbindt. De deskundigen verwachten dat over honderd jaar een derde van de delta permanent onder water zal staan als gevolg van zeespiegelstijging. Als er geen maatregelen worden genomen, zullen tegen die tijd miljoenen inwoners hun huizen moeten verlaten. Met dit vooruitzicht staat de Mekongdelta in de wereldwijde top drie van delta’s die het meest worden beïnvloed door klimaatverandering.
Economische groei en stijgend water
Deze dichtbevolkte delta – in omvang en inwonersaantal vergelijkbaar met Nederland – wordt niet alleen geconfronteerd met een veranderend klimaat. Door de economische groei wordt de schaarse ruimte in hoog tempo verdeeld in woonwijken, industrieterreinen en wegen, met als gevolg dat de waterberging drastisch afneemt. Bovendien is de bouw van bovenstroomse dammen schadelijk voor de visvangst en blokkeert het de aanvoer van vruchtbaar sediment, waardoor de delta daalt en het zeewater verder landinwaarts komt.
De toekomst van de bewoners ziet er dan ook dreigend uit: als de zeespiegel stijgt (met ongeveer 3 millimeter per jaar), het regenseizoen natter wordt, de waterberging afneemt en de bodem daalt (tot wel 10 centimeter per jaar), dan neemt de kans op grote vloedstromen toe. Deze watergerelateerde problemen zorgen ervoor dat de kwetsbaarheid van de delta zichtbaar wordt en de noodzaak toeneemt om maatregelen te nemen. Niets doen is geen optie.
Vanuit deze gedachte werken de Nederlandse en Vietnamese overheid samen aan het Mekongdeltaplan. Dit jaar nog wordt het gepresenteerd in de vorm van een beleidsdocument dat erop gericht zal zijn de economie van de delta te stimuleren en tegelijkertijd het water te sparen door de opvangcapaciteit te vergroten. De samenwerking is voor beide landen nuttig: Vietnam leert vanuit een integrale aanpak vooruit te denken en Nederland ervaart hoe de bevolking in de Mekongdelta meebeweegt met het water.
De cirkelbeweging van de delta
Aangezien men in Nederland een beter evenwicht probeert te krijgen tussen natuurlijke omstandigheden en kunstmatige ingrepen, is het begrijpelijk dat de oorspronkelijke kwaliteiten van de delta worden ingezet om het land beter te beschermen tegen het opkomende water. De pastorale Mekongdelta, die door een eeuw van conflicten zo goed als onaangetast is gebleven, biedt een rijk palet aan voorbeelden die relevant kunnen zijn voor de deltaplanning in Nederland.
Ik noem er een paar.
Ten eerste zit het natuurlijke systeem van de Mekongdelta slim in elkaar. Het Tonlé Sapmeer in Cambodja vangt het overtollige water in regentijd op en datzelfde doen twee grote vloedvlaktes in het Vietnamese deel van de delta. Deze overstromingsgebieden zijn belangrijk voor de irrigatie van de ‘gouden’ rijstvelden in de delta. Ook valt het meervoudig gebruik van de vruchtbare velden op: er wordt tegelijkertijd rijst verbouwd en vis geteeld.
Ten tweede hebben de deltabewoners zich op een natuurlijke manier aangepast aan de hoge waterstanden. Op het water wordt gewoond, vis gekweekt in kooien en rijst en groente verbouwd. In overstromingsgebieden zijn op grote schaal paalwoningen gebouwd en terpen aangelegd. Aan zee worden T-vormige bamboeconstructies in elkaar gezet om de mangrovebossen te beschermen.
Ten slotte accepteren de bewoners van de Mekongdelta het water als onderdeel van het ritme van hun dagelijkse leven. De delta beweegt anders dan de stad, eerder in een cirkel dan als een rechte lijn voorwaarts: het zaaien en oogsten van rijst, het droge en natte seizoen, hoogtij en laagtij en het balanceren tussen zoet en zout als onderdeel van de estuariene dynamiek.
Een verruimd perspectief
Bovenstaande voorbeelden tonen aan dat de positieve mentaliteit van de Vietnamezen (volgens de Happy Planet Index de op een na gelukkigste bevolking ter wereld in 2012), het aanpassingsvermogen en de acceptatie belangrijke randvoorwaarden zijn voor het leven met water in de Mekongdelta. Dit karakter van de bevolking en hun opgebouwde kennis door de eeuwenlange traditie van dicht op het water leven, blijven in de planvorming echter onderbelicht. Vooralsnog worden de discussies over de inrichting van de Mekongdelta vooral gestuurd vanuit een objectiverende ingenieurslogica, uitgerold in strategische masterplannen die met rekensommen worden onderbouwd. Deze aanpak kan leiden tot spanningen in de dagelijkse praktijk en een ineffectieve uitvoering van het beleid.
Zo overweegt de overheid om rijstboeren één oogst meer te laten verbouwen terwijl hun inkomsten nauwelijks stijgen. Bovendien raken boeren bij landonteigening voor de aanleg van grote bouwprojecten alles kwijt tegen een lage compensatie, en wordt door de aanleg van sluizen in sommige gevallen het waterbeheer van boerendorpen ontwricht. Door deze strategische ingrepen wordt de kans op sociale onrust vergroot.
Het lijkt me daarom verstandig om de discussie over de ontwikkeling van de Mekongdelta te verbreden door de sociaalhistorische en ruimtelijke gelaagdheid bij de planvorming te betrekken. Door meer aandacht te besteden aan het tactisch perspectief van bewoners die hun omgeving op kleine schaal toe-eigenen, worden de strategische en bestuurlijke processen van de deltaprogramma’s verbeterd. Een verdere samenwerking en uitwisseling van aanpassingsstrategieën en tactieken tussen deltalanden kunnen deze verandering stimuleren.
Joep Janssen is architect en woont in Vietnam. Hij is initiatiefnemer van het onderzoeksproject Mekong Metropool over het leven met water in de Mekongdelta en publiceerde daarover in diverse vak- en dagbladen.
Zie ook:
Cover: ‘2013.06.18_de verborgen tactiek_180’