Opinie De Wabo is niet meer en niet minder dan een tussenstap in een traject op weg naar een veel helderder en eenvoudiger systeem van vergunningverlening. De Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) is vrijdag 1 oktober jl. in werking getreden. Een majeure wetgevingsoperatie is tot een goed einde gebracht. De wet regelt de nieuwe omgevingsvergunning. Deze vervangt een veelheid aan vergunningen. De bouwvergunning, milieuvergunning, kapvergunning, sloopvergunning, monumentenvergunning, maar ook het projectbesluit zijn alle opgegaan in de ene omgevingsvergunning.
Voor de aanvragers van projecten is de wet een grote vooruitgang. Zij zijn af van het probleem dat ze allerlei toestemmingen moeten zien te verzamelen voor hun project, terwijl die toestemmingen ook nog eens elk hun eigen termijnen, procedures en rechtsbeschermingmogelijkheden kennen. Zeker, de Wet ruimtelijke ordening kende al wel gemeentelijke coördinatiemogelijkheden, maar daarvan werd in de praktijk toch maar zelden gebruik gemaakt.
Kwetsbaar
De Wabo kent een strakke termijn van acht weken voor de reguliere procedure. De gemeenten staan nu voor de belangrijke opgave om binnen de strakke termijnen van de wet een gecoördineerd besluit te nemen op de vergunningaanvraag. Dat is gelijk het meest kwetsbare punt van de hele operatie. Sommigen vrezen dat de gemeentecoördinator die met de vergunningaanvraag ‘’backoffice’’ de sectorale loketten langs gaat, spoedig de weg kwijt raakt in de spelonken van het gemeentehuis. Dat is de test voor het organiserend vermogen van de gemeenten. Ze kunnen nu bewijzen dat ze hun dienstverlening sterk hebben verbeterd.
De eerste tijd zullen ongetwijfeld de nodige problemen aan het licht komen. Zo is een aantal gemeenten – optimistisch wordt gesproken over 20 procent – nog niet helemaal Wabo-proof. Verder zal ongetwijfeld de bestuursrechter een aantal uitspraken doen die wijzen op tekortkomingen in de wettelijke regeling. Die zal vervolgens gerepareerd moeten worden. Verder is – niet onbegrijpelijk – in eerste instantie door gemeenten de nadruk gelegd op de vergunningzijde van de wet en minder op het formuleren van een integraal handhavingsbeleid. We beschouwen dit alles als ‘aanloopproblemen’.
Finish of start
Is de huidige Wabo nu het eindbeeld van de vergunningverlening voor bouwprojecten? Wat ons betreft zeker niet. De Wabo heeft ons nu wel de ene omgevingsvergunning opgeleverd, maar de vele afzonderlijke materiële toetsingskaders zijn gewoon gebleven. Vóór de Wabo werd elke afzonderlijke vergunningaanvraag aan de bij die vergunning behorende regels en voorwaarden getoetst. Nu is er weliswaar nog maar één vergunningaanvraag, maar bestaan de afzonderlijke toetsingskaders van de ‘oude’ vergunningen nog steeds. Ze moeten nu alleen in één keer tegelijkertijd worden gebruikt. Dit wringt: wel één aanvraag, maar vele verschillende toetsingskaders.
Volgende stap
Wat ons betreft is de logische èn noodzakelijke volgende stap: integratie van de afzonderlijke toetsingskaders in één nieuw toetsingskader. Deze mogelijkheid was natuurlijk ook al in geopperd aan het begin van het Wabo-traject, maar toen nog als te verstrekkend verworpen. Werkelijke vereenvoudiging van ons overcomplexe systeem wordt pas dan bereikt als er een geïntegreerd toetsingskader is. De coördinatielast die de huidige Wabo tot gevolg heeft, wordt dan pas echt teruggedrongen.
Voor ons is de Wabo niet meer en niet minder dan een tussenstap in een traject op weg naar een veel helderder en eenvoudiger systeem van vergunningverlening.
Cover: ‘Vergunningen tekenen’ door UnImages (bron: Shutterstock)