cover proefschrift

Designing the Urban Microclimate

11 april 2016

3 minuten

Onderzoek Het klimaat in steden kan fors warmer zijn dan erbuiten, maar daaraan is met beplanting, materialen en goede positionering van straten en bebouwing best wat aan te doen. Je moet het stedenbouwkundigen alleen wel leren in de opleiding, stelt promovendus Marjolein Pijpers-van Esch.

Het zogenoemde urban heat island-effect kan een verschil in temperatuur tussen stad en omgeving opleveren van wel 9 graden Celsius. De mate van verstening speelt daarbij een belangrijke rol. Een stad vol beton en steen is veel heter dan een stedelijke omgeving met schaduwrijke parkjes en bomen langs de straten. Het positieve effect van groen op problemen met hitte-eilanden is bekend. Lichte gevel- en bestratingsmaterialen hebben ook invloed op het microklimaat doordat ze de zon reflecteren, terwijl een gemetseld gebouw hitte veel langer vasthoudt dan een gebouw met een stalen of glazen gevel. De rol van de wind in het stedelijk klimaat is eveneens te sturen: rond goed ontworpen hoogbouw waaien mensen niet van hun fiets. En een gesloten bouwblok draagt bij aan vermindering van geluidhinder in de stad. “Kortom, de stedenbouwkundige heeft een hele set van knoppen waaraan hij kan draaien om het microklimaat te verbeteren. Op iedere plek en voor iedere stedenbouwkundige opgave”, zegt Marjolein Pijpers. “Grote vraag is waarom ze daarmee zo weinig doen.”

Voor haar promotieonderzoek ‘Designing the urban microclimate - A framework for the dissemination of knowledge on the urban microclimate to the urban design process’ bracht ze niet alleen alles in kaart wat we al weten over stedelijk microklimaat en wat de gevolgen kunnen zijn voor gezondheid en welbevinden van inwoners. Ze benaderde ook een groot aantal stedenbouwkundigen met de vraag hoe ze hun informatie over het stedelijke microklimaat verzamelen. Hoe ontvangen ze die het liefst – met veel tekst en cijfers of liever met plaatjes en grafieken? De uitkomst was helder: stedenbouwkundigen zijn geen grote lezers, ze kijken liever plaatjes. Uit haar onderzoek bleek de belangstelling voor het onderwerp groot is en er zijn veel vragen over. Maar in de praktijk blijft het veelal beperkt tot bezonningsstudies. Als het al tot onderzoek van het microklimaat komt, gebeurt dat vaak pas aan het einde van het ontwerpproces.

Wat we eraan kunnen doen? In de eerste plaats zou het onderwerp integraal onderdeel moeten zijn van de opleiding tot stedenbouwkundige, stelt Pijpers. “Als je niet weet wat werkt en waarom, zul je het ook niet toepassen.” Dwingender wetgeving is volgens haar ook wenselijk. Want een stad die onnodig te warm, te lawaaierig en teveel luchtvervuiling heeft, maakt haar inwoners ziek. Bij een goed ontworpen stad hoort een goed ontworpen microklimaat.

Zie ook:

- Proefschrift ‘Designing the urban microclimate - A framework for the dissemination of knowledge on the urban microclimate to the urban design process’

- 'Bomen en planten moeten de stad koel houden'


Cover: ‘cover proefschrift’



Meest recent

GO Weekoverzicht 21 november door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Dit was de week waarin bleek dat het einde van de Didam-saga nog niet in zicht is

Wil je helemaal bij zijn bij de (gebieds)ontwikkelingen van deze week? Dan zijn dit de stukken die je gelezen moet hebben. Er is een nieuw hoofdstuk in de Didam-saga en de waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg.

Weekoverzicht

21 november 2024

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024