Interview Swipe links voor méér groen, rechts voor minder. Om de nieuwe stedenbouwkundige visie van bewonersinput te voorzien werkte de gemeente Utrecht voor het eerst met een digitale app, genaamd Swipocratie. “Je bereikt veel mensen en het gebruik is toegankelijk, maar gebruik nooit alléén dat.”
In de app krijgen participanten een dilemma of een afbeelding voorgeschoteld. Een foto van een straat met bomen of parkeerplekken. Een swipe naar links: liever groen, naar rechts: slecht idee. Of naar rechts: liever parkeren. 4.653 mensen vulden de vragen in de app in. De gemeente Utrecht gebruikt de uitkomsten om de stedenbouwvisie van de stad aan te laten sluiten bij de behoefte en zorgen van de bewoners.
Communicatiestrateeg Yfke Faber en stedenbouwkundige Sanneke van Wijk maakten deel uit van de werkgroep die de tool van stellingen voorzag, inzette en uiteindelijk de resultaten analyseerde. Van Wijk werkt nu aan de stedenbouwvisie waarin de resultaten een plek moeten krijgen. Hoe is dit digitale participatieproces de gemeente bevallen?
Waarom hebben jullie gekozen voor een participatietool?
Faber: “Met een regulier participatieproces krijg je de reguliere meningen. Op inspraakavonden komen vaak dezelfde type mensen af: mondige, wat oudere burgers, vaak mannen. Wij wilden ook andere Utrechters bereiken. Juist de mensen die we minder horen. Van de gemeenten Haarlemmermeer en Deventer hoorden we enthousiaste verhalen over het gebruik van deze tool voor een hoogbouwvisie en verdichtingsstrategieën. De app werkt met beelden en korte, concrete stellingen. Dat maakt deelname laagdrempeliger.”
Hoe bereikten jullie bewoners?
Faber: “We verspreidden een link naar de app op sociale media-kanalen zoals Instagram, via billboards en posters in de stad. Daarnaast zijn honderd ambtenaren uit verschillende organisatieonderdelen van de gemeente de wijken ingegaan met een tablet en een extra vragenlijst. Ze voerden ruim 500 gesprekken op straat en vulden voor of met mensen de participatietool in.”
De tool alleen levert niet genoeg op?
Van Wijk: “De app registreert geen beweegredenen voor een keuze. Twee mensen kunnen bijna dezelfde mening hebben, maar op een ander plaatje klikken.”
Faber: “Die gedachten hoorden de ambtenaren op straat wel. We hebben een rapport gemaakt met bevindingen op wijkniveau. Niet alles konden we kwijt voor de stedenbouwvisie, zoals verkeeroverlast of verrommeling op straat. Het was ook nuttig voor de ambtenaren: ze hoorden de verhalen achter de thema’s waar ze dagelijks aan werken. Een collega vertelde dat hij een man van dertig sprak die door de woningcrisis nog altijd in een kamertje bij zijn moeder woont. Zo’n gesprek beklijft.”
Wat waren de belangrijkste bevindingen?
Van Wijk: “Dat het niet per se groepen mensen zijn die tegenstrijdige wensen hebben, maar dat mensen zelf ook voorkeuren hebben die elkaar uitsluiten. Een bewoner kan een straat willen die overwoekerd is met groen, maar het tegelijk belangrijk vinden dat de auto voor de deur kan staan. Mensen willen een park om de hoek én de gezelligheid van cafés. Over het algemeen kwam een groene stad wel als een van de belangrijkste thema’s naar voren.”
‘Participanten krijgen in de app stellingen en afbeeldingen voorgeschoteld die ze links of rechts kunnen swipen.’ (bron: Gemeente Utrecht)
Hoe werken jullie nu verder?
Van Wijk: “1.400 mensen gaven in de app aan dat ze betrokken wilden blijven bij het vervolg, die hebben we uitgenodigd. Tijdens ‘toekomstgesprekken’ gaan we in op de dillema’s die naar voren kwamen in de app. We proberen bijvoorbeeld concreet te maken hoe een stad met zowel rust, reuring en ruis eruit kan zien. Parallel werk ik met stedenbouwkundig bureau De Zwarte Hond aan de visie. Doordat de thema’s die in de visie terecht komen gaan leven door de gesprekken is het eenvoudig om ze mee te nemen in het proces.”
Heeft de partipatietool uiteindelijk opgeleverd wat jullie hadden gehoopt?
Van Wijk: “Bij de toekomstgesprekken was het publiek jonger en diverser. Ik vond het mooi om te zien hoe bijvoorbeeld een gesprek ontstond tussen een oudere dame uit Vleuten en drie jongeren. Door hierover samen in gesprek te gaan, komen meer invalshoeken aan bod, ontstaat ruimte voor nuance en verschillende meningen. Veel mensen blijken niet per se tegen hoogbouw te zijn. In het centrum, bij stations of tramhaltes vinden ze het over het algemeen oké, ze willen alleen geen hoge gebouwen in hun eigen straat. De gesprekken zijn uiteindelijk het nuttigst. De uitkomsten van de app zijn te plat om een op een gebruiken.”
Faber: “Ja, alle ambtenaren die de straat op gingen, zeiden in de evaluatie na afloop: een digitale app is waardevol, je bereikt veel mensen en het gebruik is toegankelijk, maar gebruik nooit alléén dat.”
Cover: ‘Ambtenaren van de Gemeente Utrecht gaan de straat op’ (bron: Gemeente Utrecht)