Opinie Sinds 2012 ben ik betrokken bij de wondere wereld van big en open data. Ik ben een groot fan van wat redelijk objectieve gegevens kunnen vertellen over hoe de werkelijkheid in elkaar zit, vooral als je er slimme toepassingen mee verzint. Zo maakte ik ooit een app voor het kopen van een tweedehands auto. Op basis van publiek beschikbare gegevens (dus open data) en slimme analyses van grote gegevensbestanden (big data) kon deze voorspellen op welke mankementen uit de APK je moest letten.
Voor de Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling
mag ik sinds dit jaar onderzoek doen naar wat open en big data kunnen betekenen
voor gebiedsontwikkeling. Zo hoop ik duidelijk te krijgen welk potentieel zij hebben,
hoe je data in kunt zetten, en welke drempels daarbij nog te slechten zijn.
Maar terwijl ik dat doe, merk ik dat ik last heb van een déjà vu richting 2012. Toentertijd predikten mensen en rapporten om het hardst over de vele zegeningen van open data, zowel voor de democratie als voor de portemonnee. Maar uiteindelijk leverden open data een stuk minder op dan verwacht. Burgers bleken niet massaal apps te gaan bouwen via data, en beschikbare gegevens zorgden er ook niet voor dat iedereen opeens veel beter geïnformeerd was over de eigen leefomgeving. Websites met open data-sets raakten onder het stof of sloten de deuren, journalisten schreven er niet meer over, en het debat verstomde.
En net als toen, ervaar ik ook nu weer een combinatie van techno-optimisme en naïviteit als het over de inzet van data gaat. Ik lees en hoor vooral over ‘kansen’, ‘mogelijkheden’ en ‘toekomstbeelden’, maar ik zie nog weinig terug van datagebruik als vast en fundamenteel onderdeel van gebiedsontwikkeling.
Natuurlijk, er zijn zeker organisaties zijn die serieus werk maken van datatoepassingen voor gebiedsontwikkeling (alhoewel dat het meest concreet wordt voor marketingdoeleinden). Ook verschijnen er serieus leuke toepassingen, zoals de prachtige manier waarop Leefbaarheidseffectrapportage Bezuidenhout data inzet om te laten zien hoe gebiedsontwikkeling de wijk beïnvloedt. Maar tot op heden zijn dat eerder uitzonderingen dan regels.
Misschien zit ik in een filter bubbel, en wordt de potentie van data al op geweldige wijze benut. Als dat zo is, hoor ik het graag. Het gebeurt niet vaak, maar in dit geval heb ik het liefst ongelijk.*
*Mocht je dat ongelijk kunnen en willen aantonen, dan hoor ik daar graag over via i.janse@tudelft.nl
Meer weten over dit onderwerp? Op dinsdag 4 juni vindt tijdens de Provada de kennissessie ‘Potentie van data voor gebiedsontwikkeling’ plaats, met sprekers van onder meer SKG, Over Morgen, Brink Management & Advies en FABRICations. Je vindt ons tussen 15.00 en 16.00 in hal 12, stand 64, bij SKG-partner Over Morgen. Het gesprek wordt geleid door hoogleraar gebiedsontwikkeling Co Verdaas.
Cover: ‘Go column cover 2’