Persoonlijk In het woord ‘ruimte’ zit iets van vrijheid, ongebondenheid. Gek genoeg zijn die twee dingen nu juist uit de openbare ruimte verdwenen: vrijwel elke vierkante meter kreeg een bestemming. Hoog tijd om de remmen los te gooien? Walter de Boer (CEO BPD) en Daan Roosegaarde (visionair, ontwerper en kunstenaar) bespreken hun beider visies.
Ontwerper/kunstenaar
Daan Roosegaarde is een wandelende ideeënfabriek, met de nadruk op ‘wandelend’. Geen ontwerper die in een ivoren toren mooie luchtkastelen zit te bedenken, maar iemand die met beide benen in de huidige samenleving staat. Iemand die van daaruit steeds een stap verder wil gaan, op weg naar nieuwe, betere vormen van samenleven. Dat doet hij door toepassingen te ontwerpen die mensen, natuur en technologie samenbrengen. Walter de Boer is CEO van BPD. Hij is niet toevallig de man die zijn organisatie zodanig wil inrichten dat het denken in ‘levende omgevingen’ niet alleen een conditio sine qua non is, maar een tweede natuur.
Van 'belevenis' naar 'betekenis'
De Boer: “In steden verdicht de samenleving
zich, mensen komen letterlijk
dichter op elkaar te wonen. Daar moeten
we oplossingen voor bedenken en daar
Roosegaarde: “De wereld van het maken
en de wereld van het ontwerpen zijn ver
uit elkaar gegroeid. Door de ontwikkelingen
in de technologie, maar ook door een
andere manier van kijken, zie je nu dat
die twee weer met elkaar babbelen.” De
Boer: “Dat is nodig om nieuwe samenlevingsvormen
te kunnen creëren. Om
van de ‘belevenissen’ waarmee we lang
zijn doodgegooid, werkelijk de stap naar
‘betekenissen’ te maken.”
Roosegaarde: “Nanotechnologie,
3D-printing: er komt zóveel moois aan.
Tot nu toe werd technologie vooral
gebruikt om productiekosten te drukken.
Nu gaan we het inzetten om diversiteit
mogelijk te maken. Ik heb contact met
een Chinese bouwer, die huizen kan
printen voor 3.500 euro. Van biologisch
afbreekbaar materiaal, dus als je het zat
bent haal je het huis door de shredder en
gebruik je het opnieuw.”
Het ‘babbelen’ met elkaar, is het begin
van verbinding tussen twee verschillende
hebben we ontwerpers voor nodig.”
werelden. De Boer: “Die verbinding
mogelijk maken; dát is belangrijk.
Verbinding tussen ideeën en uitvoering.
Tussen hard en zacht. Tussen mensen
en bedrijven.” Roosegaarde: “Ik heb
alleen wel het idee dat innovatie in
deze sector altijd van buitenaf komt.”
De Boer: “Dat klopt, zo is het meestal.
Waar ik naartoe wil, is een situatie
waarin je de ruimte niet af maakt, dat
je niet elke vierkante meter bestemt,
maar dat je het veel meer laat gaan.
In Nederland is dat heel moeilijk, daar
moet alles altijd een functie hebben.
Maar in Berlijn zie je bijvoorbeeld dat
het perfect werkt. In deze stad, die
bedoeld is voor 4,5 miljoen mensen en
waar er maar 3,7 miljoen wonen, is dat
natuurlijk ook makkelijker; die controle
loslaten. Ik denk echter dat we dat ook
veel meer in andere steden moeten
doen.” Roosegaarde: “Dán krijg je een
levende omgeving.”
Roosegaarde: “Als je de controle loslaat,
gebeuren op dat soort ‘durfplekken’
nieuwe dingen die anders onmogelijk
zouden zijn.” De Boer: “Wij noemen
dat organisch ontwikkelen, want het
blijft ontwikkelen en je hebt hier altijd
te maken met wet- en regelgeving die je
niet kunt loslaten. Mooi voorbeeld is
Brasilia, de enige verwezenlijkte utopie.
In de Braziliaanse hoofdstad vormen
ruimte en infrastructuur de dragers
van de stad, niet het bestemmingsplan.
In Europa is dat lastiger, zeker in
Nederland. Alles is netjes gecultiveerd.
Dan vergéten we een stuk land tussen
Almere en Lelystad te bestemmen en
hebben we ineens een prachtig stuk
natuur erbij. Zo werkt het dus.” Roosegaarde:
“Dat is een minder rooskleurig
perspectief dat je schetst: alleen door
foutjes wordt er wel eens iets losgelaten.”
De Boer: “Zo is het vaak. Nog wel
in ieder geval.”
Toch denken zowel De Boer als Roosegaarde
dat er verandering in de lucht
hangt. Roosegaarde: “De oude wereld is
aan het stukgaan! Iedereen is veel meer
geneigd om nieuwe dingen te proberen.
Waarom denk je dat een bouwbedrijf als
Heijmans een paar miljoen steekt in het
ontwikkelen van een Smart Highway?
Dat is echt niet alleen een PR-verhaal.
Zij willen serieus vernieuwen, op een
praktische manier. De conservatieve
bouwwereld is rijp voor verandering.
Het kán nu ook.”
De Boer: “Probleem is wel dat de
bouwwereld enorm gefragmenteerd is,
in Nederland, maar nog meer in Frankrijk
en Duitsland. Er zijn talloze specialismen
die allemaal een stukje van
het proces voor hun rekening nemen.
En onze economie zit zo in elkaar dat
veel partijen, inclusief de overheid,
melkkoeien als de auto of de woning in
stand willen houden. Dat houdt grote
doorbraken tegen. Het mooie van jouw
aanpak is dat je niet gaat voor de grote
schepping, maar voor haalbaarheid.
Jij associeert, voegt ideeën samen en
brengt bedrijven bij elkaar. Zo creëer je
verbinding, of beter: je daagt mensen
uit door die verbinding tot stand te
brengen. De Smart Highway is daar
inderdaad een mooi voorbeeld van.”
Door twee werelden bij elkaar te brengen, kun je iets moois creëren, dat vinden beide heren. Roosegaarde: “Dat de bouwwereld nu openstaat voor die andere kijk en voor verandering, komt onder meer door de crisis. Liefde en wanhoop vullen elkaar nu eenmaal altijd goed aan. Maar wat dan nog? Kijk naar het Nederlandse molendorp Kinderdijk. Dat is nu cultureel erfgoed, een grote trekpleister voor toeristen, maar werd ooit gebouwd omdat er een capaciteitsprobleem was. Daarom staan de molens zo mooi dicht bij elkaar. Wie weet zijn we nu Kinderdijk 2.0 aan het bouwen. Een landschap, misschien een digitale laag over de huidige analoge wereld; een zelfvoorzienende manier van omgaan met voedsel en gezondheid? Ik heb geen idee. Feit is dat we er nu in slagen om werelden bij elkaar te brengen die kunnen vernieuwen, die iets moois kunnen creëren. Iets wat wellicht over 200 jaar als pure poëzie wordt gezien, net als nu de molens in Kinderdijk.”
Beeld: Ivo van der Bent
Cover: ‘2015.01.29_Dubbelinterview Daan Roosegaarde Walter de Boer Nieuwe Ruimte_660’