Onderzoek In de provincie Zuid-Holland is een groeiend tekort aan betaalbare woningen. Uit onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de provincie, blijkt dat door het verlagen van de parkeernorm al 30 duizend woningen extra gebouwd kunnen worden. "De parkeeropgave bepaalt in grote mate de stedelijke woningdichtheid."
In Zuid-Holland is er een groeiend tekort aan betaalbare woningen. Tot nu toe spitst de discussie zich vooral toe op locaties van nieuwe plannen. Er wordt dan snel opgeroepen om weer in weilanden te gaan bouwen. Maar er zijn ook andere mogelijkheden. Al decennia wordt er in Zuid-Holland met een lage dichtheid gebouwd van slechts 35 woningen per 10 duizend vierkante meter.
3 vinex-wijken
Om de mogelijkheden voor meer woningen per plan te onderzoeken, heeft de provincie een gemeentelijk projectbureau van een nieuwbouwlocatie in Zuid-Holland benaderd. De vraag daarbij was om uit te gaan van omgevingen met woningen, winkels en groen die aanzetten tot lopen, fietsen en ov, met een lagere parkeernorm (1 parkeerplaats per woning in plaats van 1,7 of zelfs vaak nog 2,4 per woning). Daarnaast moest het bureau uitgaan van een centrum-dorpse of stedelijke leefomgeving, in plaats van het standaard suburbane opzet.
Uit deze dit jaar gepubliceerde quickscan blijkt dat dit bij alle grotere plannen al snel 90 duizend extra woningen oplevert. Daarbij wordt uitgegaan van eenzelfde aantal eengezinswoningen en alleen van koop. Bij meer appartementen, rug-aan-rug-woningen en meer sociale woningbouw is nog extra verdichting mogelijk. Al zou deze opzet maar bij een derde van de plannen realiseerbaar zijn, dan levert dit nog steeds 30 duizend woningen extra op, oftewel 3 vinex-wijken die niet gebouwd hoeven te worden. “Zo behouden we meer groen en wordt optimaal gebruikgemaakt van publieke investeringen als infrastructuur, openbaar vervoer en diensten als politie, brandweer, ambulance, vuilnis en riolering. Bovendien geeft een hogere dichtheid meer draagvlak voor huisartsen, winkels, scholen en midden- en kleinbedrijf”, zo stelt de provincie.
Werkelijk autogebruik
Binnen
gebiedsontwikkeling vormt de realisatie van parkeerplaatsen vaak een
grote kostenpost. Dit komt door een combinatie van hoge parkeernorm,
veel gebouwd parkeren en beperkte betaalbereidheid van bewoners of
bezoekers. Uit het onderzoek ‘Parkeren en verstedelijking’ (pdf)
van de provincie Zuid-Holland uit 2017 blijkt dat de noodzaak van
minimale parkeernormen ter discussie staat. De vaak goede
ov-bereikbaarheid van vrijwel alle acht onderzochte casussen en trends -
waaronder het verminderde autobezit en de opkomst van deelmobiliteit -
verminderen de noodzaak voor hoge parkeernormen nog verder.
In onderzoek uit 2016 in opdracht van de provincie Zuid-Holland concludeerde REBEL dat vijf van de acht onderzochte bouwprojecten in de provincie Zuid-Holland door de parkeeropgave ernstig worden belemmerd in de financiële en fysieke haalbaarheid voor de bouwers en gemeente. “Op de onderzochte locaties wordt ongeveer twintig procent minder woningen gerealiseerd door de parkeeropgave. Dit is precies het verschil tussen stedelijke en suburbane woningdichtheid. De parkeeropgave bepaalt in grote mate de stedelijke woningdichtheid”, zo stelden de onderzoekers (pdf).
“Parkeerruimte is vaak dwingend voor de hoeveelheid woningen die we willen bouwen”, zegt Barend Jansen, Beleidsmedewerker Ruimte van de provincie Zuid-Holland. Gemeenten zouden daarnaast meer onderzoek moeten doen naar het werkelijke autogebruik in woonwijken, vindt Jansen. “Veel gemeenten gaan ervan uit dat iedereen twee auto’s heeft, maar de praktijk wijst anders uit. De meeste huishoudens hebben maar één auto. Als je daarvoor durft te bouwen, kan je veel meer woningen kwijt en wordt je grondexploitatie positiever.”
Integraal denken
Om te bereiken dat de parkeernorm wordt verlaagd en zo meer woningen te realiseren, moeten gemeenten meer integraal denken, zo stelt Jansen. “Je ziet nu dat er verschillende afdelingen binnen een gemeenten met de problematiek bezig zijn. Parkeernormen worden vaak bepaald door de afdeling parkeren of mobiliteit. Woningbouw heeft vaak een eigen afdeling, en het grondbedrijf heeft weer eigen afwegingen om vooral dure eengezinswoningen te bouwen. Onderling overleg tussen deze afdelingen ontbreekt vaak, terwijl er kansen liggen als zij samen gaan tekenen en rekenen."
Daarnaast is er volgens Jansen ook te veel angst bij gemeenten. "Ze zijn bijvoorbeeld bang voor reacties van inwoners, omdat veel mensen het als een recht zien om de auto of twee auto’s voor de deur te parkeren. Maar reële cijfers daarover ontbreken vaak, gemeenten weten vaak niet hoeveel mensen er werkelijk twee auto’s hebben. Raadsleden missen zo de juiste data om tot goede besluiten te komen. Door angst gaan bestuurders dan vaak aan de veilige kant zitten. In de praktijk zie je zelfs dat sommige bouwplannen niet doorgaan omdat er te veel parkeerplaatsen gerealiseerd moeten worden. Parkeren is dan belangrijker dan de woonbehoefte. Dat is de omgekeerde wereld.”
Cover: Wikimedia Commons
Dit artikel verscheen eerder op de website van het Parkeerbeheer Congres
Barend Jansen is keynotespreker tijdens de online editie van het
Parkeerbeheer Congres. Hij vertelt alles over de planoptimalisatie van
de provincie Zuid-Holland.
Cover: ‘Rijswijkseweg Den Haag parkeren wonen weg - Wikimedia Commons, 2020’ door Steven Lek (bron: Wikimedia Commons) onder CC BY-SA 4.0, uitsnede van origineel