2015.06.30_Economische transities_c

Economische transities tussen haven en stad: kansen door co-creatie

30 juni 2015

4 minuten

Verslag “Als grensverleggende wereldstad willen we de aantrekkingskracht van Rotterdam blijven vergroten, ook internationaal. Tegelijkertijd moeten we de uitdagingen oppakken van een snel veranderende maatschappij en competitieve economie. Door als universiteit, haven en stad op deze manier met elkaar samen te werken, hebben we meer slagkracht en kunnen we Rotterdam als geheel laten zien. ”

Deel I Rotterdam

Dit zijn de woorden van Burgemeester Aboutaleb tijdens een bijeenkomst in 2014 waar de merkalliantie tussen stad en haven werd gesloten. Naadloos sluit de quadruple helix waar Aboutaleb het over heeft aan op het onderzoeksvoorstel dat door de Erasmus Universiteit Rotterdam en de TU Delft in co-creatie met onder andere de gemeenten en havenbedrijven van Amsterdam en Rotterdam ingediend is voor het NWO-programma Smart Urban Regions of the Future (SURF, zie kader). Het ingediende onderzoeksvoorstel MMETT staat voor Metropolitan and Mainport Economies in Tandem for Transition: kansrijke crossovers tussen de stad- en haveneconomie van zowel Rotterdam als Amsterdam staan hierin centraal. Door in co-creatie te zoeken naar kansen tussen branches en sectoren krijgen regio’s meer innovatiekracht en kunnen ze beter inspelen op aanstaande economische transities.

Smart Urban Regions of the Future (SURF)

SURF is een nieuw onderzoeksprogramma op het raakvlak van ruimte, wonen, bereikbaarheid, economie en bestuur. Onderzoeks-consortia van wetenschappers en professionals uit stedelijke regio’s zullen de komende jaren kennis ontwikkelen. Het SURF- programma bouwt voort op de programma's Kennis voor Krachtige Steden, Duurzame Bereikbaarheid van de Randstad en Urban Regions in the Delta onder de paraplu van het thema Verbinden van Duurzame Steden (VerDuS).

De initiatiefnemers zijn NWO, het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze partijen hebben een bedrag van 15 miljoen euro vrijgemaakt. Het programma is in 2014 gestart waarna in april 2015 49 inzendingen door NWO zijn beoordeeld. Momenteel zijn nog 18 voorstellen in de race voor een subsidie.

Een onderzoeksprogramma waarbij een directe verbinding met de praktijk wordt gemaakt is nog vrij nieuw voor de NWO. De NWO wil de kracht en impact van interdisciplinair onderzoek versterken. Dit is terug te zien in de wijze waarop de verdeling van het onderzoeksbudget is opgebouwd. Waar voorheen maar een kleine 5% beschikbaar was voor de doorwerking van kennis in de praktijk, ligt nu het percentage rond de 20%. Het SURF-programma vraagt dan ook veel van de deelnemende partijen en hun veelal publiek-private consortium.

Co-creatie in een consortium

Een consortium, met het triple helix format, versterkt de innovatiekracht waar het onderzoek op gericht is. De indieners van het MMETT-voorstel werken naast de genoemde gemeenten en havenbedrijven samen met nog een aantal andere lokale en regionale partners. De link naar zowel het bedrijfsleven (van het MKB tot zogenaamde MNE's, multinational enterprises) als de overheid is cruciaal om de juiste focus in het onderzoek te krijgen zodat straks maximale impact met het onderzoekstraject kan worden gegenereerd.

"Echte impact kan een onderzoek pas hebben, als er ook daadwerkelijk een probleem of vraag is, waarvoor een oplossing aangedragen kan worden", aldus Jan Klinkenberg, netwerkmanager bij VerDus. Bottlenecks in de planning en ontwikkeling van kansrijke innovatiemilieus kunnen door effectief samen te werken wellicht al tijdens het onderzoek geagendeerd en opgelost worden. De deelnemende partijen uit het consortium zijn allen (deels) aandeelhouder van de te onderzoeken thema’s; zij sturen mee in de inhoudelijke richting van het onderzoek en delen mee in de resultaten.

Regionale focus

In het MMETT onderzoeksvoorstel wordt gefocust op de twee Nederlandse mainport gebieden, de regio Rotterdam-Rijnmond en de Metropoolregio Amsterdams. Deze regio’s hebben ieder hun eigen specifieke economische, ruimtelijke en bestuurlijke kenmerken. De huidige kenmerken en crossover-potenties zullen verkend worden met kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Interviews, surveys, case studies en analyses van microdata - inclusief een benchmark met andere havensteden zoals bijvoorbeeld Singapore - zijn input voor het onderzoek, dat ongeveer vijf jaar zal lopen. Eén van de vragen daarbij is wat voor sturing er nodig is om de condities voor economische en ruimtelijke ontwikkeling op elkaar af te stemmen om innovaties in de havenregio’s te stimuleren.

Tandem voor transitie

De evolutie van de economie tussen stad en haven heeft fysiek-ruimtelijke consequenties. Een concreet voorbeeld hiervan is de actuele opgave in de haven in Schiedam. Bedrijven in de haven willen graag investeren, maar hebben tevens overheden nodig om bijvoorbeeld de verkeersproblematiek aan te pakken en mee betalen aan een grote saneringsoperatie. Maar de mate waarin de gemeente, het havenbedrijf, de provincie of het waterschap bereid is hier samen te investeren in extra verzwaarde kades hangt af van in hoeverre er gewerkt kan worden aan de verduurzaming van de havens, het verhogen van het aantal arbeidsplaatsen, het koppelen van werk en onderwijs, en het inrichten van culturele en recreatieve plekken in het gebied.

Om ruimte ten gunste te laten komen aan economische crossovers en innovatieve planning en governance vereist. Hoe gaat men om met waterfrontgebieden waar goed gewoond kan worden, maar waar nu mondiaal opererende bedrijven zijn gevestigd die willen profiteren van de nabijheid van leveranciers, dienstverleners, goed geschoolde arbeidskracht, en relevante kennisinstellingen? Hoe en in welke mate moeten overheden deze bedrijven faciliteren? Hoe moet er met bestuurlijke overlappen of hiaten worden omgegaan? Welke innovaties in planning en governance zijn er nodig om kansrijke crossovers tussen haven en stad niet te frustreren, maar te stimuleren? De onderzoekers van MMETT zetten in op gezamenlijke strategievorming waarin met de consortiumpartners naar antwoorden op deze vragen wordt gezocht. Mocht het MMETT project er komen, dan zal het zeker een bijdrage leveren om van de twee Nederlandse havenregio’s ‘Smart Urban Regions of the Future’ te maken; twee duurzame en veerkrachtige havenstedelijke regio's.

Zie ook:

MCD’er worden?

Starten kan al op 1 september 2015. Voor meer informatie en aanmelden kijk op: mastercitydeveloper.nl


Cover: ‘2015.06.30_Economische transities_c’


Portret - Esther van der Werf

Door Esther van der Werf

Freelance stedenbouwkundige en architect


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024