Onderzoek Als Nederlandse steden ervoor kiezen tot 2050 binnenstedelijk te verdichten in plaats van de stad aan de rand uit te breiden, levert dat ruim 1,2 miljard euro aan maatschappelijke meerwaarde op. Dat blijkt uit onderzoek van Ecorys. Maken ze daarbij ook nog gebruik van smart city-oplossingen, dan kunnen de positieve effecten oplopen tot 4 miljard euro.
Niet alleen in de populaire literatuur van het gebiedsontwikkeling-vakgebied wordt voor compacte, organisch groeiende steden gepleit. Ook bleek eerder dit jaar uit onderzoek (pdf) van de G40 dat slimme en duurzame verstedelijking kan bijdragen aan de realisatie van maatschappelijke opgaven als klimaatadaptatie, energietransitie en woningbouw.
De onderzoekers van Ecorys bouwen in het vorige maand verschenen Maatschappelijke impact van Slimme en Duurzame verstedelijking voort op dit onderzoek. Want, zo stellen zij, uit het G40-rapport blijkt dat slimme verstedelijking kan zorgen voor grote maatschappelijke baten en lagere kosten voor infrastructuur, alleen bieden de conclusies “geen totaaloverzicht van het potentieel”. Daarom is door het ministerie aan Ecorys gevraagd in beeld te brengen wat deze maatschappelijke effecten van investeringen in slimme en duurzame verstedelijking zijn, eventueel in combinatie met smart city-technieken en -diensten als slimme energienetten, mobiliteitshubs en de focus op deel- en microvervoer (zoals e-scooters, e-bikes en deelfietsen). Het bureau doet dit voor de 44 grootste gemeenten van Nederland (G4 + G40).
Slim inbreiden
In het rapport maken de onderzoekers gebruik van drie soorten steden die in 2050 kunnen zijn ontstaan. Het zogeheten nulalternatief is de stad die zichzelf wel verder ontwikkelt, maar dit doet zonder nieuw beleid of nieuwe projecten. Gebiedsontwikkeling vindt met name plaats via nieuwe uitleglocaties, waarbij de ruimte voor verstedelijking in het buitengebied wordt gezocht en de auto het dominante vervoersmiddel blijft.
In de tweede stad ligt de nadruk op verdichting van de bestaande stad en is het openbaar vervoer leidend voor de mobiliteit. Hierbij worden alleen de mogelijkheden van de smart city nog niet toegepast. In de derde en laatste stad (‘Inbreiden Slim’) wordt er via smart city-concepten maximaal gebruikgemaakt van transformaties van de bestaande ruimte in de stad. Ook zijn in dit scenario fietsen en lopen de dominante vervoersvormen.
4 miljard
De conclusie van het onderzoek is duidelijk: maatschappelijk gezien is het verstandiger “om in te breiden in bestaand stedelijk weefsel dan de benodigde extra woningen buiten de steden te ontwikkelen”. Want kiest de groep van 44 gemeenten ervoor om tot 2050 binnenstedelijk te verdichten (nog zonder smart city-concepten), dan levert dat ongeveer 1,2 miljard euro op. De investeringen bedragen 2,7 miljard, maar de maatschappelijke effecten lopen op tot bijna 4 miljard.
Door de maximale verdichting ontstaan er binnen de bestaande bebouwingen namelijk extra woningen (en dus ruimtewinst) en bijbehorende agglomeratievoordelen. Ook blijft er groen behouden in het buitengebied en wordt er extra groen gecreëerd in de steden, wat maatschappelijk waarde vertegenwoordigt. Daarnaast zorgt de inzet op micro- en duurzame mobiliteit voor het (grotendeels) verdwijnen van de auto en daarmee voor positieve gezondheidseffecten, een actievere leefstijl van de bevolking, en ruimtewinst. Daarnaast neemt in dit scenario de vraag naar energie voor warmte af door de veranderende woningmix met meer gestapelde woningen.
Alles hangt samen
De grootste maatschappelijke winst wordt behaald met het derde scenario, dus dat van slim inbreiden. In deze variant ontstaat er een totale meerwaarde van 4 miljard. De (technologische) investeringen die nodig zijn om deze variant te laten slagen lopen dan wel op naar bijna 4 miljard, maar daar staan 8 miljard aan baten tegenover. Het verschil tussen deze twee verdichtingsvarianten wordt door de onderzoekers omschreven als de potentiële impact van smart city-concepten. Zo ontstaat er ruimtewinst omdat auto’s uit het straatbeeld verdwijnen en wandelen en fietsen dominant worden. Tegelijkertijd wordt de energiebesparing door alle slimme toepassingen nog veel groter.
Maar, waarschuwen ze tegelijkertijd, de verkenning laat zien dat de domeinen die centraal staan in het onderzoek (ruimte, mobiliteit, energie) met elkaar samenhangen. Alleen door een integrale aanpak komen de effecten tot stand, stelt Ecorys. “De forse baten van het energiedomein kunnen bijvoorbeeld niet worden gerealiseerd zonder de investeringen in het ruimtelijke domein (compact bouwen van energiezuinige woningen). Tegelijkertijd zien we dat de relatief grote investeringen in het mobiliteitsdomein (o.a. de mobiliteitshubs) worden terugverdiend in het ruimtelijke domein, door het beperkte autobezit en de daarbij behorende vrijkomende parkeerplaatsen en extra groen in de stad.”
Lees het volledige onderzoek op de website van de Rijksoverheid.
Cover: ‘Smart City skyline’ door jamesteohart (bron: shutterstock.com)