Nieuws In de Amersfoortse wijk Soesterkwartier bepalen burgers en lokale ondernemers samen met de gemeente en terreineigenaar NS Stations wat de nieuwe bestemming van de Wagenwerkplaats wordt. Opnieuw vestigt deze betrokken en gedreven wijkbevolking in positieve zin de aandacht op de opmerkelijke locatie. Nu met het prototype van het nieuwe bestemmingsplan of omgevingsplan, dat we volgens Cees Anton de Vries de komende jaren veel vaker op deze wijze gaan maken. Een bestemmingsplan als symptoom van ontwikkelkracht in een gebied en als opportunity to engage.
Een zonnige oktoberdag. In de monumentale loods van de Wagenwerkplaats in Amersfoort gonst het van de activiteit. Aan een tiental tafels wordt gediscussieerd. In een hoekje bij de muur staan vier mensen tegelijk een groot vel vol te schetsen. Een cateraar rijdt zijn keukenbus naar binnen en een passant zet naast een tafel zijn fiets op slot. Op één van de muren is een agenda geprojecteerd: Duurzaamheidsdagen 2.0 Wagenwerkplaats Amersfoort, met daaronder een strak tijdschema. Niemand kijkt er naar. Een oudere dame drentelt binnen: ‘Zijn jullie hier het nieuwe bestemmingsplan aan het maken?’ Eén van de mensen knikt en vervolgt zijn tafelgesprek. Her en der wordt op flip-overs geschreven. Een fotograaf klikt zijn plaatjes. Het lijkt een wanordelijk tafereel. Maar de aandachtige luisteraar hoort een intensief ontwikkelgesprek van betrokken mensen met kennis van zaken, die tal van onderwerpen lenig in samenhang op pakken. Op een handgeschreven poster aan de deur staat: ‘Vijftig betrokken burgers maken het nieuwe bestemmingsplan van de Wagenwerkplaats’. In werkelijkheid is hier een tweedaags oploopje van ambtenaren, professionals, lokale ondernemers én betrokken burgers. Het gaat over wijkeconomie, identiteit, verkeer en mobiliteit, duurzaam bouwen, innovatie, klimaat en water, natuur en landschap, veiligheid en grijs milieu, maar ook circulaire economie en de externe uitstraling van het gebied.
Statement
Is dit een uniek proces, of staat het model voor waar steeds meer gebieden mee te maken zullen krijgen de komende jaren? Waarschijnlijk beide. De locatie naast Station Amersfoort is eigendom van NS Stations en heeft een unieke bereikbaarheid per spoor, maar is ook ingesnoerd in harde veiligheidsnormen. De naastgelegen arbeiderswijk Soesterkwartier is onlosmakelijk verbonden met 100 jaar treinonderhoud en spoorwerk. In potentie is het een appeltje voor de dorst wanneer ooit de veiligheidssituatie verandert door ander gebruik van het spoor: een unieke binnenstedelijke herontwikkelingslocatie van tientallen hectaren. In 2004 redde een burgerinitiatief de loodsen van de sloop. Inmiddels zijn tienduizenden Nederlanders er geweest: voor een congres in de Rijtuigenloods, een voorstelling bij Holland Opera, een bezoekje aan Cliniclowns, of een werksessie bij één van de creatieve en duurzame bedrijven. Het gebied is nu aan het bijkomen van de uitbundige Spoorparade en een duurzaam CPO project is in voorbereiding. In de Rijtuigenloods is onlangs de eerste G-1000 gehouden in Nederland. Geïnspireerd door het democratisch statement van de Belgische schrijver David Van Reybrouck, praatten zo’n 800 mensen een hele zaterdag over de toekomst van hun stad Amersfoort. Ze spraken af rond tien thema’s verder te werken.
Betekenis
Dé bestemming van de Wagenwerkplaats is geen vanzelfsprekendheid. De bestemming ontstaat door oog te houden voor de geschiedenis van het gebied, de potentie op lokale en op nationale schaal, de dromen van haar gebruikers en de mogelijkheden van de eigenaar. Dat vergt een gesprek tussen de verschillende partijen, waarin de betekenissen van het gebied voor de verschillende partijen worden opgehaald en gezamenlijk de essenties en de ‘feestjes’ worden benoemd. Overigens is al in 2007 vastgesteld dat deze gezamenlijkheid alleen kans van slagen heeft wanneer het gesprek wordt georganiseerd als robuust proces. Het is knap van de gemeente en de NS, dat ze de tienjaarlijkse verplichting tot updating van het bestemmingsplan niet technocratisch af doen, maar durven te plaatsen in deze langjarige ontwikkeling waar ze zelf ook deel van uit maken. Tijdens de Duurzaamheidsdagen vroeg iemand verbaasd: ‘Heeft de gemeente het maken van het bestemmingsplan dan over de schutting gegooid bij de burgers?’ Het antwoord lag voor de hand, zeker omdat aan de verschillende tafels zo’n tien enthousiaste en kundige ambtenaren aan het meepraten en –denken waren: ‘De gemeente heeft een wettelijke taak om tijdig een degelijk bestemmingsplan vast te stellen. De gemeente heeft zich voorgenomen die rol goed in te vullen. Maar de reflectie op wat in het gebied kan en moet gebeuren en omgekeerd, wat er niet mag of kan gebeuren, dat is een gesprek dat we met open vizier voeren’, aldus luidde het antwoord van een gemeenteambtenaar.
Biografie
Mensen hebben een biografie; maar organisaties en processen ook. En het gebied heeft een biografie. De toekomstige ontwikkeling is niet een blinde extrapolatie van het verleden, maar ook geen autistische toevoeging. Het bestemmingsplan is een beheersinstrument. Dat is niet erg als alle ontwikkeling elders de ruimte en de ondersteuning vindt. Maar als we in de maatschappij stapje voor stapje door krijgen, dat we moeten leren werken met het bestaande, dan biedt het bestemmingsplan ook een andere kans. Het bestemmingsplan is dan geen compromis op zich, maar het resultaat van een goed gesprek tussen partijen. Op de Wagenwerkplaats zijn de partijen zich daarvan bewust. Aan het eind van de Duurzaamheidsdagen werd de vraag gesteld: ‘Hoe nu verder?’ Interessant was, dat daar geen plan van aanpak voor was bedacht. De vijftig aanwezige deelnemers hebben samen de noot gekraakt. Uiteindelijk werd voorgesteld een vereniging Het adviesbureau op te richten, waarin alle stakeholders kunnen deelnemen. Een mooi experiment, te meer daar ook de eigenaar, ambtenaren, huurders en burgers hun vinger opstaken toen hen gevraagd werd mee te doen. Zo wordt het bestemmingsplan een symptoom van de ontwikkelkracht in het gebied. Bij gebieden waar men niet aan hecht, die inwisselbaar zijn en anoniem, daar volstaan de inhoudelijke expertise en formele procedures. Maar gebieden die hun eigenheid centraal stellen, die wel varen bij mensen en organisaties die zich ermee verbinden, laten een proces van co-creatie zien.
Beeld: Cees Anton de Vries
Het volledige artikel is te lezen in ROm 12, december 2014
Zie ook:
Cover: ‘2015.01.06_Een bestemmingsplan door en voor de burger_660’