Onderzoek Het onderzoek ‘What If Nederland 2100’ van Platform Ontwerp NL schetst toekomstbeelden van Nederlandse steden, dorpen en landschappen waarvoor radicale keuzes gemaakt moeten worden. Hele naoorlogse wijken worden gesloopt, bouwen op de Veluwe is niet langer taboe.
Tot het jaar 2100 wordt er veel bijgebouwd, moet de bestaande bouw weerbaar gemaakt worden tegen klimaatverandering en moet er ruimte gemaakt worden voor het water, ook in de stad. Onder andere deze suggesties komen uit het onderzoek ‘What If Nederland 2100’ van het Platform Ontwerp NL, waarin drie ontwerpbureaus begeleid werden bij het ontwerpen van toekomstscenario’s voor Nederlandse steden, dorpen en landschappen. In de begeleidende publicatie vinden we de uiteenlopende toekomstbeelden terug. Platform Ontwerp NL is een samenwerking van beroepsverenigingen voor ontwerp; sinds de zomer van 2022 stimuleren zij de kennisuitwisseling over de rol van ontwerp in de grote (ruimtelijke) transities van deze tijd.
Meebewegend land
Afgelopen april bundelde het platform de resultaten van ontwerpend onderzoek door de bureaus MVRDV, IMOSS en Feddes/Olthof. Deze bureaus kregen de opdracht om aan de hand van twee uitgangspunten scenario’s te creëren voor Nederland in 2100: een land dat meebeweegt met de sterk gestegen zeespiegel en een sterk gegroeide bevolking huisvest. Daarbij gebruikten ze de ‘keuzematrix’, een soort mengpaneel waarmee verschillende variabelen voor het toekomstbeeld worden gevisualiseerd, zoals aannames over toekomstige huisvesting, landbouw en infrastructuur. Het onderzoek was een samenwerking met Mooi Nederland, het programma van BZK dat ruimtelijke kwaliteit wil waarborgen in de aanpak van de grote transities van onze tijd. Gebiedsontwikkeling.nu interviewde programmaleider Gido ten Dolle eerder over dat programma.
Het onderzoek levert futuristische beelden op. Steden en landschappen die meebewegen met het water, meer natte natuur om de hoek en meer hoogbouw met biobased materialen komen terug in de ontwerpen. In het westen moet ruimte worden ingebouwd worden voor bufferzones voor het water. Op de zandgronden, voornamelijk in het Oosten, wordt er verdicht en bijgebouwd (eerder pleitte rijksbouwmeester Francesco Veenstra daar al voor). Hoogstedelijke gebieden worden met dijken beschermd tegen het water en er wordt natuurinclusief ontworpen, met kleine kringlopen en ruimte voor de productie van biobased materialen.
De laaggelegen naoorlogse wijken van de Veenstad van ontwerpbureau MVRDV lopen onder. Boven op de daken worden opgegeven gebouwlagen gecompenseerd. Een nieuw maaiveld verbindt de plinten van de bebouwing.
‘MVRDV Vernatte Veenstad’ (bron: MVRDV)
Ook bestaan er uiteenlopende visies op hoe we omgaan met het water. Stroomt het de naoorlogse wijken in zoals MVRDV dit schetst, of moeten we het maaiveld verhogen in de lage polders zoals IMOSS voorstelt? Ook verschillen de bureaus van mening over de mate van verdichting binnen de droge zandgronden. Creëren we daar een nieuwe stedelijke metropool of laten we de verstedelijking afhangen van het draagvlak van lokale ecosystemen?
Maar dat er nu drastische keuzes gemaakt moeten worden, is voor alle bureaus duidelijk. Ze sluiten daarmee aan op het recente pleidooi van het College van Rijksadviseurs om veel langer in de tijd vooruit te kijken. De grootschalige sloop van laaggelegen naoorlogse wijken blijft niet ongenoemd en woningbouw op de Veluwe is ook geen taboe. Daarbij is het jaar 2100 voor ontwerpers nú. In plaats van te vechten tegen het water, bewegen we mee.
Integraal ontwerpen
De publicatie wordt aangevuld met bijdragen van ontwerpers, bestuurders en (Rijks)adviseurs over het belang van ontwerpend onderzoek in toekomstige uitdagingen. Zij onderstrepen het belang van een integrale aanpak in ontwerpend onderzoek, om te voorkomen dat ruimtelijke keuzes met elkaar concurreren. Zo mogen we in onze zoektocht naar ruimtelijke oplossingen niet de behoefte aan gemeenschap en ontmoeting vergeten. Daarbij helpt een ontwerpende aanpak bij het verplaatsen in de alledaagse beleving van toekomstige steden en landschappen. Bovenal is het met de zeer beperkt beschikbare ruimte in ons land de kunst om de onzekerheid van toekomstige ontwikkelingen te omarmen, door flexibiliteit en multifunctionaliteit te integreren in het ontwerp.
Ontwerp NL wil met deze publicatie de maatschappelijke dialoog over onze moeilijke ruimtelijke keuzes aanwakkeren, vooral in aanloop naar het inmiddels gepubliceerde voorontwerp Nota Ruimte van minister De Jonge. Het platform hoopt hiermee dat “het ondenkbare in beeld komt” en de benodigde radicale keuzes nu gemaakt worden, zeker voor de gebieden die nu het meeste risico lopen.
De publicatie van het ontwerpend onderzoek is hier te vinden.
Cover: ‘Voor de lage komgronden langs de rivieren stelt IMOSS voor om verouderd vastgoed te vervangen door toekomstbestendige nieuwbouw, die de symbiose met het water aan kan.’ (bron: IMOSS)