Onderzoek Liefst 83 procent van de gemeenten heeft te maken met bezwaarmakers tegen nieuwbouwplannen, met het gevolg dat de planning van een derde van die nieuwe huizen minimaal 1 tot 2 jaar vertraging oploopt. Dat blijkt uit onderzoek van Binnenlands Bestuur en het Nederlands Dagblad.
Niet ‘not in my backyard’ maar ‘yes in my backyard’. Met die positief bedoelde oneliner probeert minister Hugo de Jonge al enige tijd meer draagvlak te creëren voor de bouw van nieuwe woningen. Ook als die bij wijze van spreken in de eigen achtertuin moeten komen. Er moeten immers tot 2030 nog zo’n 800.000 woningen bijkomen in Nederland. Dat het niet bijzonder wil vlotten, is onder meer te wijten aan teveel mensen die te vaak bezwaren maken tegen de realisatie daarvan.
Het betekent dat woningzoekenden langer moeten wachten op een nieuw huis en dat gebiedsontwikkelaars steeds vaker forse bedragen neertellen waarmee zij de bezwaren van omwonenden afkopen. Die ontwikkeling is De Jonge een doorn in het oog. Bezwaar maken tegen nieuwbouw is volkssport nummer één aan het worden,” zegt hij tegen Binnenlands Bestuur en het Nederlands Dagblad. De stem van de woningzoekenden wordt volgens hem te weinig gehoord, terwijl die van de ‘boze buurman’ maar al te vaak klinkt.
Reden om ook via wetgeving de bezwaarmogelijkheden van omwonenden aan banden te leggen. De Jonge wil met de Wet versterking regie volkshuisvesting bezwaarprocedures versnellen en de mogelijkheden inperken. Na vergunningverlening moet er straks maar één keer een mogelijkheid zijn om in beroep te gaan, in plaats van de huidige twee keer. Dit met het doel om sneller te kunnen bouwen, maar het beperken van bezwaar is een delicate kwestie omdat een generieke lijn trekken ingewikkeld is: de een probeert er een slaatje uit te slaan, de ander heeft serieuze bezwaren omdat beoogde nieuwbouw de kwaliteit van de leefomgeving aantast.
Uitzicht
Maar wie zijn eigenlijk die bezwaarmakers? Dat is wat Binnenlands Bestuur en het Nederlands Dagblad wilden weten. Zij schreven gemeenten aan om daar meer inzicht in te krijgen en om duidelijkheid te krijgen over hun motivaties. 68 gemeenten hebben gereageerd op de enquête.
Daaruit blijkt dat 83 procent van die 68 gemeenten te maken heeft met bezwaarmakers die ageren tegen minstens één bouwproject. Het gaat in die gemeenten om bezwaren tegen 35,6 van de geplande woningen. Als alle 68 gemeenten worden meegerekend, dan gaat het in totaal grofweg om een derde van alle op korte termijn geplande woningen die wachten op een juridische uitspraak.
‘Banner met een impressie van de nieuwe ontwikkeling op die locatie, die wordt tegengehouden door bezwaar’ door Thijs de Graaf (bron: Shutterstock.com)
Niet stikstof, maar het particuliere bezwaar waarbij het uitzicht wordt aangetast. Dat is de voornaamste reden om dwars te liggen bij voorgenomen bouwplannen, in inderdaad the backyard. In 77 procent van de ondervraagde gemeenten speelt het uitzicht de voornaamste rol. In 62 procent van de gemeenten is verkeersoverlast een veelgehoorde reden, gevolgd door aantasting van de privacy (57%), parkeeroverlast (52%) en met 42 procent complementeert een voorgenomen bomenkap en bescherming van groen of de natuur de top-5. Binnenlands Bestuur wijst er fijntjes op dat in slechts twintig procent van de gemeenten bezwaar tegen nieuwbouwplannen worden ingegeven door de komst van asielzoekers.
In 97,5 procent van de gemeenten waar bezwaar wordt gemaakt, zijn het direct omwonenden van de beoogde bouwlocaties die zich hiertegen verzetten. In slechts een kwart van de gemeenten zijn het natuurbeschermingsorganisaties die bouwplannen niet zien zitten. En bedrijven blijven daar nog eens ver bij achter, zij roeren zich slechts in 1 op de 8 gemeenten.
Gevolgen bezwaar
En waar leidt dit toe? Vanzelfsprekend tot vertraging in de uitvoering van gebiedsontwikkelingen. In de meeste gemeenten heeft een bezwaar tot gevolg dat een project één tot twee jaar vertraging oploopt, maar als bezwaren de gehele procedure tot en met de Raad van State doorlopen dan is de vertraging ongewis omdat dit afhankelijk is van de capaciteit van de hoogste bestuursrechter.
‘Een groot braakliggend stuk land aan de rand van de stad’ door Gold Picture (bron: Shutterstock.com)
Uit het artikel in Binnenlands Bestuur blijkt dat in sommige gemeenten de frustraties over ‘bezwaarburgers’ flink kunnen oplopen. Zo schrijft een Zeeuwse ambtenaar: “Vaak zegt men ‘we zijn niet gehoord’, maar lees: we hebben onze zin niet gekregen.” Toch zijn er ook andere geluiden, zoals uit een Zuid-Hollandse gemeente: “Het is belangrijk dat gemeenten zich openstellen voor bewoners en participatie niet afdoen met een motje.”
Cover: ‘Hijskranen bij nieuwe gebouwen, Utrecht’ door Maarten Zeehandelaar (bron: Shutterstock.com)