Nieuws De Omgevingswet introduceert een nieuw begrip: omgevingswaarden. Omgevingswaarden zijn maatstaven voor de gewenste staat of kwaliteit, de toelaatbare belasting door activiteiten of de toelaatbare concentratie of depositie van stoffen voor de fysieke leefomgeving of een onderdeel daarvan. Hierbij gaat het om meetbare of berekenbare eenheden of andere objectieve termen. Met de Omgevingswet wordt het voor het Rijk, provincies en gemeenten mogelijk om omgevingswaarden in respectievelijk een AMvB, de omgevingsverordening of het omgevingsplan vast te stellen.
Waarden voor de overheid
Met omgevingswaarden worden doelen gesteld die overheden moeten behalen of moeten nastreven. Het kan hierbij gaan om een resultaatsverplichting, een inspanningsverplichting of een andere, daarbij te omschrijven verplichting. Bij het vaststellen van de omgevingswaarde moet worden bepaald op welk tijdstip of binnen welke termijn aan de verplichting moet worden voldaan.
In beginsel binden de waarden alleen het bestuursorgaan dat ze zelf heeft vastgesteld. Wil het Rijk of de provincie dat de door hen vastgestelde omgevingswaarden door een lagere overheid in acht worden genomen, dan kunnen zij instructieregels stellen die het bevoegd gezag verplichten een omgevingswaarde op een bepaalde wijze te betrekken bij een besluit. Omgevingswaarden zullen niet rechtstreeks doorwerken naar particulieren en bedrijven. Zij kunnen echter wel een juridisch bindende werking hebben als zij worden opgenomen in de voorschriften van bijvoorbeeld een omgevingsvergunning.
Decentraal, tenzij
Het uitgangspunt van de Omgevingswet is dat de zorg voor de fysieke leefomgeving bij de gemeenten ligt, tenzij de provincie of het Rijk verantwoordelijk is. Met betrekking tot de omgevingswaarden betekent dit dat de bevoegdheid van het gemeentebestuur wordt beperkt indien over het onderwerp in een AMvB of bij provinciale omgevingsverordening al omgevingswaarden zijn vastgesteld. Het voorgaande geldt ook voor provincies ten aanzien van omgevingswaarden vastgesteld door het Rijk.
Rechtsgevolgen
Voor iedere vastgestelde omgevingswaarde moet de staat of kwaliteit van de fysieke leefomgeving, de belasting door activiteiten of de concentratie of depositie van stoffen in de fysieke leefomgeving door monitoring worden bewaakt en worden beoordeeld of aan die omgevingswaarde wordt voldaan. Als aannemelijk is dat niet wordt voldaan of niet zal worden voldaan aan een omgevingswaarde, moet het bestuursorgaan dat de omgevingswaarde heeft vastgesteld een programma vaststellen. Het bevoegd bestuursorgaan moet hierin aangeven welke maatregelen genomen zullen worden om alsnog aan de omgevingswaarde te voldoen.
Het is duidelijk dat het vaststellen van een omgevingswaarde een schakel kan zijn in de doorwerking van beleid naar normstelling. Het is echter niet duidelijk hoe de omgevingswaarden precies in de praktijk zullen gaan uitpakken. Dat moet afgewacht worden.
Cover: ‘2015.01.30_Een ideaal in waarden_660’