Onderzoek De wens is er al heel lang: het instellen van een nationale groennorm om de biodiversiteit en leefbaarheid te vergroten. Maar, zeggen onderzoekers van Sweco, er bestaat nog geen goede groennorm die nu in Nederland gebruikt kan worden. Een pakket aan aanbevelingen moet de realisatie van deze norm weer een stap dichterbij brengen.
Om de biodiversiteit in en de leefbaarheid van steden te vergroten moeten nationale groennormen wettelijk verplicht worden voor alle nieuwbouw en stadsvernieuwing. Deze oproep deed milieuorganisatie Natuur & Milieu twee jaar geleden op Gebiedsontwikkeling.nu. Uit onderzoek van de organisatie bleek dat datzelfde groen in de 32 grootste gemeenten te wensen overliet, ondanks de groeiende aandacht voor groen in de stad. Rob van Tilburg, directeur Programma’s bij Natuur & Milieu, zei destijds: “Nederland versteent steeds verder. Hoewel beleidsmakers de mond vol hebben van het belang van groen, zien we in de praktijk toch vooral een volgend stenen tijdperk naderen. Dat wil niemand, vandaar ons pleidooi aan de overheid.”
De norm ontbreekt
Twee jaar later bedenken wetenschappers een nieuwe ‘taal’ om groen in steden zo effectief mogelijk toe te kunnen voegen en is er vanuit de overheid de groenblauwe Landelijke Maatlat. Maar een nationale groennorm, die is er nog (steeds) niet. Reden voor Natuur & Milieu om aan de onderzoekers van Sweco te vragen om de stappen naar die Nederlandse groennorm in kaart te brengen, samen met ANWB, Staatsbosbeheer en Vogelbescherming Nederland. Het rapport Een praktische verkenning naar een Nederlandse groennorm werd vorige week aangeboden aan demissionair ministers Hugo de Jonge en Christianne van der Wal.
‘Stadswerk Arkplein’ door Erik Boschman (bron: Stadswerk072)
In het onderzoek worden tien bestaande, volgens het onderzoek in Nederland gangbare, (inter)nationale groennormen op een rij gezet. Het tiental is op vijf inhoudelijke criteria en zes implementatiecriteria met elkaar vergeleken en beoordeeld. De drie criteria die uit die selectie het beste naar voren komen, zijn de Groene Stadslandschappen (onder andere 75 vierkante meter openbaar groen per woning binnen de bebouwde kom, 350 of 500 vierkante meter groen per woning buiten de bebouwde kom en compensatie met extra kwalitatieve maatregelen is toegestaan), de vier richtlijnen van Joeri Meliefste (onder andere 50 m2 openbaar groen per inwoner en de richtlijn dat een buurt voor 55 procent uit vegetatie moet bestaan) en de 3-30-300 regel van Konijnendijk.
Geen integraliteit
Maar de conclusie van Sweco is duidelijk: er bestaat nog geen goede groennorm die nu in Nederland gebruikt kan worden. Geen van de drie normen die het beste uit de vergelijking komen, kan worden gebruikt als landelijke groennorm. Zo scoren ze alle drie niet op alle vijf inhoudelijke en zes implementatiecriteria een ruime voldoende. Er is altijd wel een criterium dat achterblijft of volledig ontbreekt. Ook vormt geen van de drie inhoudelijk een volledig integrale norm. Elk van de thema’s biodiversiteit, gezondheid en/of klimaat komt in een van de normen niet terug. “Dit komt omdat normen vaak vanuit een bepaalde gedachte geschreven zijn, maar een goede groennorm is integraal en geeft eisen mee op alle drie de belangrijke thema’s.” Daarnaast ontbreekt bij alle normen een kwaliteitseis aan het groen (dat is wel nodig, aldus de onderzoekers).
Mocht het wel lukken om de komende jaren een nationale groennorm op te stellen, dan moeten overheden wel rekening houden met een fors prijskaartje. Het realiseren van extra groen om te voldoen aan een norm kost volgens Sweco tussen de 30,7 en 45,5 miljard euro voor heel Nederland, verdeeld over een periode van 25 jaar. En dat is nog niet het totale bedrag. “Deze berekende kosten zijn sterk afhankelijk van het uitgangspunt van hoeveel van de buurten nu al voldoen aan een norm en hoeveel buurten er kunnen gaan voldoen aan de norm door het realiseren van extra groen. Ook zijn alleen de aanleg- en beheerkosten van het extra te realiseren groen berekend.”
‘Gravenburg, Groningen’ door Rudmer Zwerver (bron: Shutterstock)
Maar ondanks dat forse bedrag zijn de investeringen om tot een landelijke norm te komen “vanwege de vele baten voor natuur en mensen het geld zeker waard. Het vaststellen van een groennorm is een cruciale stap om groen bovenaan de politieke en bestuurlijke agenda te krijgen en om te zorgen voor een toekomstbestendige, klimaatadaptieve en gezonde leefomgeving in alle steden.” Om de stap naar de norm te kunnen zetten, hebben de onderzoekers een pakket aan aanbevelingen meegegeven.
Naast het eerdergenoemde integrale karakter en het belang van een kwaliteitseis, is het van belang om de balans te vinden tussen een ambitieuze en een haalbare norm. En er moet goed in kaart worden gebracht hoe groen de Nederlandse buurten en wijken op dit moment al zijn, zodat “een bandbreedte bepaald kan worden met een ondergrens en de bovengrens als hoge ambitie.”
Rolt als een gek
Landelijke norm of niet, dat je als gemeente nu al groen kan realiseren zonder norm en zonder een enorm prijskaartje, bewees het Noord-Hollandse Alkmaar al eerder. In nog geen drie jaar veranderde door een nieuwe, prijswinnende aanpak 30.000 m2 Alkmaars steen in groen. Met korte organisatorische lijnen, veel contact met bewoners en juist weinig bemoeienis vanuit het stadsbestuur werd de transformatie ingezet. Toenmalig wethouder Ad Jongenelen omschreef de ingeslagen weg als volgt: “Kleine teams, korte lijnen, snel schakelen. Laaghangend fruit eerst, goede communicatie met buurten. Niet een hele wijk vergroenen, maar daar waar de kansen liggen direct de kansen oppakken en beginnen. Op die manier kon iedereen heel snel acteren. Je hoeft niet het wiel uit te vinden, je moet het wiel alleen maar laten rollen. En bij ons rolt het wiel als een gek.”
Lees het volledige onderzoek op de website van Natuur & Milieu.
Cover: ‘Passewaaij, Gelderland’ door R. de Bruijn_Photography (bron: Shutterstock)