Opinie Tjalling Dijkstra, een rechtdoorzee-Fries met verstand van gebiedsontwikkeling, is programmamanager van regionaal samenwerkingsverband De Nieuwe Afsluitdijk (DNA). Zijn opdracht is om kansen voor ecologie, energie en de regionale economie te verzilveren, terwijl Rijkswaterstaat werkt aan de waterveiligheid van de Afsluitdijk. Daartoe zijn twee projectorganisaties geformeerd onder de hoede van één stuurgroep. Hoe is dat zo gekomen en wat leert hij van deze aanpak? Wij spreken hem daarover op zijn thuishonk Kornwerderzand.
Een bijzondere combinatie van opgaven voor de nieuwe afsluitdijk
In 2006 besluit de minister van Infrastructuur en Milieu dat de Afsluitdijk aan een opknapbeurt toe is. Een vervolgens uitgeschreven prijsvraag levert prachtige, maar ook dure ontwerpvoorstellen voor de Afsluitdijk op. De combinatie van crisis, Rutte I en een discussie over kerntaken, zorgt dat Rijkswaterstaat (RWS) na 2007 kiest voor een focus op waterveiligheid. De kansen om met de opknapbeurt voor de dijk de aantrekkelijkheid van de noordelijke regio te versterken lijken dan in rook op te gaan. Toch sluiten RWS en de regio in 2011 een bestuursovereenkomst om samen te gaan werken. Vanaf dan worden waterveiligheidsopgaven op een bijzondere wijze gecombineerd met gebiedsopgaven.
Werken aan waterveiligheid kan zoveel méér opleveren
Het bijzondere is dat er twee afzonderlijke projectorganisaties worden ingericht, die allebei werken aan de Afsluitdijk. De ene projectorganisatie van RWS focust zich op waterveiligheid. De andere projectorganisatie, die Tjalling leidt, concentreert zich op gebiedsopgaven rond duurzame energie, natuur, economie, ruimtelijke kwaliteit en toerisme. Eén overkoepelende stuurgroep zorgt er voor dat beide sporen goed samenkomen. ‘De hoofdrolspelers doen nu de dingen waar zij goed in zijn en laten elkaar zoveel mogelijk in hun waarde’, zegt Tjalling. Deze organisatorische knip zorgt er voor dat wrijving vanwege cultuurverschillen wordt voorkomen, die vaak optreedt wanneer sector (RWS) en gebied (regio) samen in één projectorganisatie moeten opereren.
Een nieuwe Afsluitdijk waar mensen speciaal voor omrijden
Een mooie voorbeeld van een DNA-project is de Vismigratierivier van zo’n 55 miljoen euro. ‘RWS wil dan wel de dijk als primaire waterkering aanpakken, maar het eerste wat de regio vraagt, is of er een gat in mag’, zegt Tjalling. Daar hikt men in het begin wel tegenaan, maar het gat komt er.
Een ander project is het ontwikkelen van een nieuw verdienmodel voor de Afsluitdijk. ‘Al jaren trekt het Monument op Afsluitdijk zonder reclame zo’n 300.000 bezoekers per jaar, maar meer dan een kleine lunch kun je er nu niet krijgen.’ Het Monument krijgt een upgrade. En er is bij Kornwerderzand een Afsluitdijk Wadden Center (AWC) gebouwd, waar het hele verhaal over de Afsluitdijk wordt getoond en vermarkt. Men verwacht veel meer bezoekers. Dat blijkt; anderhalve maand na opening brachten 25.000 personen een bezoek aan het center. Monument en AWC versterken elkaar. Dat moet economische spin off voor de regio opleveren. ‘Vergelijk het met de brug bij Millau in Frankrijk, waar mensen ook speciaal voor omrijden. Dat zou hier ook kunnen’, zegt Tjalling.
Wat kunnen we leren van deze aanpak?
Volgens Tjalling heeft de kracht van de LAT-relatie van RWS en regio hier vooral te maken met de maatschappelijke relevantie van wat ze doen. ‘Zorg voor waterveiligheid en geef de regio de ruimte, waardoor het totaal sterker wordt en iedereen energie krijgt en graag wil meedoen.’ De knip qua projectorganisatie lijkt zeker een sleutel tot succes, net zoals bestuurders, die hun nek durven uit te steken en mensen op de werkvloer, die oog hebben voor samenhang. Want of het nu gaat om de dijk of om het gebied, voor burgers blijft het één en dezelfde leefomgeving. ‘Er ontstaat vanzelf energie bij mensen zolang de inhoud maar goed is. Want inhoud inspireert en boeit, inhoud zet mensen in beweging.’
Beelden: De Nieuwe Afsluitdijk
Dit artikel verscheen eerder op wijmakennederland.nl
Cover: ‘De Nieuwe Afsluitdijk’