Onderzoek REPORTAGE De energietransitie komt eraan. Een nieuwe tweedeling dreigt tussen rijke, zelfvoorzienende wijken en arme wijken die van dure netwerken afhankelijk blijven. Hoe is dit te voorkomen? We peilen de stemming in Arnhem. ‘Mensen moeten zich organiseren om beslagen ten ijs te komen.’
Vijf vrouwen zitten op maandagochtend aan de koffie in het Bewonershuis van Prisma Immerloo, een stichting in eigen beheer die activiteiten organiseert in de Arnhemse wijk Immerloo II, onderdeel van de voormalige krachtwijk Malburgen.
Er hangt een zwaard van Damocles boven de wijk: ook Immerloo moet van het aardgas af. En dat gaat geld kosten. De wijk wordt aangesloten op het warmtenet van Nuon, zonder extra kosten voor de bewoners. Dat is een meevaller.
Maar er zijn nieuwe elektrische fornuizen nodig, en nieuwe pannen met dikke bodems. Al met al heel prijzig. Of stel dat je net je keuken hebt vervangen: wordt die gecompenseerd? En dan verwachten de vrouwen een kookcursus, want koken op gas is volgens hen echt wat anders dan inductie koken.
Ook de energievoorziening voor de douches is nog een puzzel. Als het aan hen ligt, betalen ze geen cent. ‘Afstappen van het aardas is uiteindelijk niet ons probleem’, zegt Samira Kallat strijdbaar. ‘Wíj hebben er niet om gevraagd, zíj moeten met een oplossing komen.’ Zij, dat zijn het energiebedrijf, de gemeente of het Rijk. ‘Ja’, zegt Wilma Koel, secretaris van Prisma en zelf woonachtig in de wijk, ‘we zijn heel mondig. Als we iets willen, krijgen we het voor elkaar.’
Eerder dit jaar organiseerden de gemeente, netbeheerder Alliander en woningcorporatie Volkshuisvesting twee bijeenkomsten in Immerloo. Na een diapresentatie over de Utrechtse wijk Overvecht, die ook van het gas af gaat, werd in groepjes gepraat en konden opmerkingen worden genoteerd op gele memobriefjes.
Vergelijkbare gesprekken werden gevoerd in de Spijkerbuurt: een totaal andere wijk met veel studenten en veel initiatieven van onderop.
‘Van die gesprekken willen we leren hoe de gemeente zich kan voorbereiden op de energietransitie’, zegt projectmanager Theunis Kalsbeek. ‘Welke vragen hebben de bewoners? Welke input leveren ze? Hoe kun je dit als gemeente organiseren?’
Iedere wijk zijn eigen aanpak
‘De belangrijkste conclusie die wij na deze gesprekken trekken, is dat iedere wijk een eigen aanpak vergt’, zegt Kalsbeek. Bern Lauriks, strategisch adviseur van de gemeente Arnhem: ‘Steeds meer burgers pakken zelf dingen op. Ze verzinnen een product of dienst, en kijken of er vraag naar is in de buurt. De ruimte om dat te organiseren, willen wij ze geven.’
De Spijkerbuurt is volgens Kalsbeek ‘behoorlijk professioneel bezig. Er heerst een mentaliteit van “dat kunnen wij”.’ Patrick Hoogenbosch kan dat volmondig beamen. Hoogenbosch is sociaal ondernemer en zet zich in de Spijkerbuurt in voor een ‘circulaire en inclusieve wijkeconomie’. ‘Eind 2012 wilde ik zonnepanelen om mijn dak. Anderen wilden dat ook, en toen hebben we voor de hele wijk uitgezocht hoe dat op zijn voordeligst kon.’
Van het een kwam het ander. Inmiddels initieert Hoogenbosch samen met bewoners, bedrijven, kennisinstellingen en de gemeente wijkgebonden bedrijven op het gebied van onder meer energie (Spijkerenergie), groenbeheer (BuurGroenBedrijf), gastenverblijf (Spijkerbed) en compostering/oesterzwammen (Spijkerzwam). ‘Ambtenaren vragen tegenwoordig aan ons hoe ze het moeten aanpakken.’
Een kostbare operatie voor rijke en arme buurten
In 2030 moeten 2 miljoen Nederlandse woningen van het aardgasnet af zijn, in 2050 geldt dat voor alle 7,7 miljoen woningen. Een immense en kostbare operatie, zegt Lauriks. ‘De kosten daarvan worden gigantisch onderschat. In Immerloo kunnen die oplopen tot 15.000 euro per woning. Je haalt het gas weg en verzwaart de elektriciteit. In andere wijken kunnen de kosten veel hoger liggen.
In Arnhem praat je over 67.000 woningen.’ Hoe is te voorkomen dat rijke buurten zelf geweldige voorzieningen treffen en het netwerk voor gezien houden, terwijl de arme buurten het gelag betalen? De vraag zingt overal rond, een antwoord is er nog niet.
Sommige bewoners beginnen zelf
In sommige wijken beginnen bewoners zelf. Een van die wijken is De Hoogkamp, een groene en welvarende wijk met veel jarendertigwoningen, die in het algemeen worden bewoond door hoogopgeleide tweeverdieners. Een groepje bewoners heeft vorig jaar goedbezochte wijkbijeenkomsten georganiseerd over isolatie, energiebesparing, energieopwekking en de aardgasloze wijk.
‘Onze vraag was hoe we kunnen anticiperen op de energietransitie’, zegt Paul Vlaar, gepensioneerd welzijnswerker en een van de aanjagers. De meeste huizen in De Hoogkamp hebben energielabel D, E, F of zelfs G. Daar valt met veel inspanning een B of een C van te maken. Vlaar: ‘We willen dat mensen hun eigen huis aanpakken, waarbij we streven naar collectieve oplossingen.’
Veel bewoners zijn naar aanleiding van die avonden individueel aan de slag gegaan met hun woning. De kosten per woning in De Hoogkamp kunnen oplopen tot 90.000 euro. De collectieve maatregelen die Vlaar en zijn groepje voor ogen heeft, komen voorlopig niet van de grond. ‘Daarvoor zijn de mensen hier te individualistisch. Bovendien kost het jaren om een collectieve oplossing te ontwikkelen.
Sociale dimensie
In 2021 moet voor heel Nederland tot op wijkniveau duidelijk zijn wanneer de wijk van het gas af gaat en op welk energiesysteem ze overstapt. Komt er een warmtenet, wordt het all-electric, een wijkwarmtepomp of biogas?
De valkuil waar we niet in moeten trappen, is volgens Patrick Hoogenbosch uit het Spijkerkwartier dat de energietransitie een technisch verhaal over energie wordt. Hij waarschuwt: ‘De energietransitie gaat niet slagen als alle aandacht naar de techniek gaat in plaats van naar de sociale dimensie.’
‘Je moet de energietransitie gebruiken om de problemen van mensen op te lossen. Een vochtige woning bijvoorbeeld, waardoor mensen meer moeten stoken. Maar denk ook aan problemen als fijnstof, hittestress, wateroverlast, vergrijzing, het tekort aan technisch personeel, vereenzaming en de zorg die onbetaalbaar wordt. Dáárover moet je met ze in gesprek. Er zit veel opgekropte frustratie, zeker in de minder welvarende buurten; die moet je aanpakken.’
Zo kun je de energietransitie sociaal inbedden. Het gaat uiteindelijk ook helemaal niet om de vraag hoe we van het aardgas af kunnen stappen, zegt Hoogenbosch, maar hoe we de CO2-uitstoot verminderen. ‘Dat gaat ook om het veranderen van gedrag. Begin maar eens met minder vlees eten.’
Daar is gepensioneerd welzijnswerker Paul Vlaar het hartgrondig mee eens. ‘Het technische verhaal is tot nu toe leidend, maar het gaat uiteindelijk om het gedrag van mensen op het gebied van voeding, mobiliteit, wonen, bedrijvigheid. Wil je het goed aanpakken, dan heb je collectieve voorzieningen in de buurt nodig met een sociale component.’ Zoals in de Spijkerbuurt.
Slagen we er niet in om de energietransitie uit de technische sfeer en uit het exclusieve domein van de markt te halen, dan voorziet Vlaar een nieuwe tweedeling, waarbij mensen met de laagste inkomens relatief de zwaarste lasten dragen. De contouren van deze ‘energiearmoede’ zijn al zichtbaar.
Arme huishoudens betalen ruim 5 procent van hun inkomen aan gas en stroom, voor de rijkste 10 procent huishoudens is dat maar 1,5 procent. Volgens energiebedrijf Essent zijn 750.000 huishoudens momenteel niet in staat de energierekening te betalen. Als er niets verandert, gaat op termijn 17 procent van het budget van laagbetaalden op aan energie, blijkt uit onderzoek van CE Delft in opdracht van Milieudefensie, de Woonbond en FNV.
Stadsvernieuwing
Vlaar ziet grote parallellen met de ingrijpende stadsvernieuwing, die eind jaren zestig begon. ‘Aanvankelijk was er veel weerstand tegen de plannen van de woningcorporaties. “Jullie hebben de boel laten verpauperen, maak dat eerst maar in orde”, kregen ze vaak te horen. Je moet door die weerstand heen.’
De energietransitie wordt volgens hem nog ingrijpender. ‘De aardgasbaten drogen op en tegelijkertijd moet de hele energievoorziening veranderen. Het land gaat op zijn kop.’
Zijn remedie: organisatie. ‘Ook in zwakke wijken moeten mensen zich organiseren, zodat ze beslagen ten ijs komen als de woningcorporaties zich melden met hun technische plannen. Zo niet, dan gaat dat weerstand oproepen. Je hebt cocreatie nodig, en dan nóg wordt het een moeilijk verhaal. Er moeten weer opbouwwerkers komen in de wijken, die de bewoners kunnen helpen zich te organiseren.’
Cover: "Malburg" van Michiel Verbeek (CC BY-SA 4.0)
Dit artikel is een verkorte versie en verscheen eerder op www.socialevraagstukken.nl
De lange versie is te lezen in het zomernummer 2018 van het Tijdschrift voor sociale Vraagstukken.
Cover: ‘Malburg Arnhem’