Recensie Recensent Jaap Modder las de bundel columns ‘En de rest is parking’ van Maarten van Acker, hoogleraar en stedenbouwkundige in Antwerpen, over leven en bewegen in de stad. “Het boekje is één groot pleidooi voor de gezonde stad die geschikt is voor alle leeftijden.”
Een groen boekje met afgeronde hoeken, 76 pagina’s dik, of dun zo u wilt. Het ziet eruit als een keurige bureauagenda en het is de eerste in een nieuwe serie (‘Zuidzee no 1‘) over de stad, het landschap en de maatschappij geschreven voor ‘een breed publiek‘, zo vermeldt uitgever Public Space op de achterkaft. ‘En de rest is parking’ bevat de zestien columns die Maarten van Acker, hoogleraar en stedenbouwkundige in Antwerpen, in de periode 2019-2020, schreef voor de Gazet van Antwerpen ‘over leven en bewegen in de stad’. Berichten uit België derhalve.
De krant wilde met deze bijdragen de verbinding leggen tussen de academische wereld en de dagelijkse werkelijkheid van een altijd veranderende stad. Van Acker toont zich een echte academicus. Hij pakt uit en reikt aan en niet alle vragen worden beantwoord. Dat zijn er wel verrassend veel trouwens. Alle columns zijn voorzien van (soms flink wat) noten die verwijzen naar de relevante internationale literatuur. En ook belangrijk om te vermelden, ja inderdaad vorig jaar geschreven, veel columns in quarantaine tijd. Ze zijn overigens ook reflecties op de toestand in de stad in het algemeen en de mogelijke toekomstbeelden.
Ik loop de verschillende columns langs en probeer daarna de relevantie voor gebiedsontwikkeling te schetsen.
- De e-step
Geen mening hier, we moeten het zien als een aanleiding voor het debat over verkeersveiligheid en alles wat erbij hoort. - Parking
De oppervlakte aan parkeerplaatsen in Vlaanderen is net zo groot als de hele stad Antwerpen. Overheidsbeleid leidde tot een overmaat aan parkeerplaatsen. Dat moet terug. - Stadsbrekers
Pleidooi voor slimmere bouwlogistiek in de stad. - Gebakken lucht
Stedenbouw die in het ontwerp rekening houdt met de heersende windrichting en daarmee de stad ‘schoon blaast’. Een classic maar niettemin interessant. - Top gear
In wedstrijdjes van A naar B wint de auto toch te vaak. Moet anders. - Versnellen en vertragen
Om hét nieuwe plein te zien moeten we naar Kopenhagen: Hauser Plads, Superkilen en Konditaget Lüders. Noemer: rust en beweging. - Molmobielen
Nieuwe initiatieven rond mobiele dienstverlening. De buurtkar, een soort kleine SRV. De Fosterfiets, goedkope huur e-bike voor werkzoekenden. En de Molmobiel in het stadje Mol: ov op maat. - Schoolstraat en meer
Afgesloten straat voor auto’s in een straat met een school. Ook de speelstraat, de tuinstraat en de toekomststraat komen voorbij. - London calling
Voorbeelden uit Londen gericht op beperking van automobiliteit. Nodig is: rekeningrijden en transit oriented development. We knew it! - In de ban van de ring (om Antwerpen)
Elektrische auto’s staan ook in de file en produceren eveneens fijnstof en ‘rolgeluid’. - Scheldebrug
Een brug is meer dan een overspanning om van A naar B te komen. Een brug zou ook een verblijfplaats moeten zijn. - Het station
Niet meer de kerk maar het station als centrale plaats. De auteur vindt de figuur van een spoorbouwmeester (in Nederland een goed idee). Terzijde: wat merken wij daar eigenlijk van? - De gezonde stad
Met een beweegscan de beweegvriendelijkheid van de stad meten, mens sana in corpora sana. - Stad als vaccin
De stedenbouw heeft zijn roots in het, via het ontwerp, vermijden van pandemieën, als een vaccin tegen plagen. Goed om dat nog even te onderstrepen! - Verf, tape en veerkracht
Allemaal om afstand te houden tijdens de pandemie, maar de stad is geen supermarkt. We redden het niet met tijdelijke plakkers en pleisters. - Van 8 tot 80
Voor wie ontwerpen we de stad? Voor een gemiddelde leeftijd of voor een range van 8 tot 80 jaar?
‘Verschillende soorten vervoer in Antwerpen’ door JackKPhoto (bron: Shutterstock)
Tot zover Maarten van Acker in zijn columns. Stedenbouw is de rode draad in al zijn teksten voor de krant. De stedenbouw zorgt, moet letterlijk zorgen, voor frisse lucht en dat is des te meer nodig in de post-pandemische stad. Gezonde stedenbouw, dat lijkt mij een nuttige afstudeerrichting op de academies voor bouwkunst. Tegelijkertijd is het ook een beetje terug naar de basics, als we van Acker mogen geloven. De afgesloten straten voor school, tuin of spelen Dat is toch wel een vondst van de onze Zuidenburen. New York City was er ook vroeg bij trouwens.
Het boekje is één groot pleidooi voor de gezonde stad die geschikt is voor alle leeftijden. Minder auto’s en veel meer lopen, fietsen en sport en spel. Maar ook stilstaan. Je hoeft niet zo snel over die brug heen, sta af en toe even stil en kijk. Het is een kwestie van op de juiste momenten versnellen en vertragen.
Het zijn evenzoveel ontwerp-opgaven voor gebiedsontwikkeling en vooral gebiedsverbetering. Of zo u wilt herontwikkeling: auto’s eruit en ruimte voor de fietser en voetganger. Van Ackers bijdrage aan het publieke debat over de stad is een bescheiden aanzet voor een nieuwe agenda voor een humanistische stedenbouw. Het formaat en de uitstraling van het boekje past er prima bij.
Cover: ‘Wandelaars in Antwerpen’ door JackKPhoto (bron: Shutterstock)