Analyse De woningcrisis roept om snelle bouwmethoden. Eén van de oplossingen lijkt fabrieksmatige bouw. In Zaandam verrees dit najaar een nieuw woonwijkje als hoopvol voorbeeld van modulaire woningbouw.
Het is een regenachtige donderdagmiddag wanneer het binnenvaartschip vanuit Breda aanlegt aan de kade in Zaandam. De lading: vier halve woningen. Het zijn de bovenste etages van een reeks rijtjeshuizen, geheel compleet met puntdak en een gevel met imitatie-bakstenen – gemaakt van steenstrips met minerale gevelstenen. Een gele kraan takelt de modules op een van afstand bestuurbare wagen, voorzien van tientallen wielen. Een man met afstandsbediening loodst de wagens door de bochten en even later rollen de halve huizen als grote logge schildpadden over de klinkerstaten naar de Rosmolenwijk. Daar verrijst het straatje – de oude woningen werden een jaar geleden gesloopt – in een paar weken tijd uit de spreekwoordelijke as.
In de fabriek
De huizen zijn een project van NH Bouwstroom, een samenwerkingsverband tussen Noord- woningcorporaties, gemeenten en leveranciers dat de versnelling van modulaire woningbouw nastreeft. De woningen in Zaandam zijn gebouwd door Homes Factory, een bedrijf gespecialiseerd in modulaire bouw. In een fabriek in Breda worden de woningen grotendeels in elkaar gezet – het voegen van de gevelstenen gebeurt ter plekke. Het bedrijf maakte de huizen voor woningcorporatie Parteon, naar een ontwerp van Faro Architecten.
De fabriekswoningen in het Zaanse straatje lijken in niets op de containerwoningen die vaak worden geassocieerd met modulaire bouw. Onder de steenstrips van de nieuwe woningen bevindt zich een constructie van bamboe. De huizen hebben puntdaken en worden niet gestapeld: elke bewoner heeft een eigen voordeur. De woningen passen daarmee vrij natuurlijk in het vooroorlogse buurtje waar ze zijn beland. Toch zou je ook deze woningen nog een keer kunnen verplaatsen, zegt Susanne Swinkels, oprichter van Homes Factory. Modulaire, flexibele woningen blijken er niet meer uit te zien als gestapelde containers.
De mogelijkheid om snel te ontwikkelen is dankzij fabrieksmatige bouw aantrekkelijk. Om de woningcrisis te verzachten, maar ook omdat corporaties door de snelle oplevering eerder een woning kunnen aanbieden (en eerder hun investering kunnen terugverdienen). Dat de montage niet op de bouwplaats zelf plaatsvindt, heeft een voordeel. “Zo kunnen we nabij Natura2000-gebieden voldoen aan stikstofeisen,” vult Swinkels haar lijstje met argumenten vóór fabriekswoningen aan.
Oplossing voor de woningcrisis?
“Traditionele bouw is een projectindustrie ende fabriek een procesindustrie”, zo gaat Swinkels verder. Doordat de woningen in een gecontroleerde omgeving in elkaar worden gezet, ontstaat door geregisseerde handelingen snelheid en controle over het eindresultaat. “Maar je hebt wel een continue stroom nodig, een fabriek kun je niet aan of uitzetten”, zegt Swinkels. “Projectindustrie wordt meestal opgetuigd rond de start van een project.”
En een constante stroom betekent dus een constante vraag, maar die is er niet altijd – althans, dat zien de betrokken partijen. Dat de woningen snel gemaakt worden, betekent niet dat gemeenten ook plek hebben om ze neer te zetten. In Zaanstad wordt naarstig gezocht naar bouwlocaties, om – zoals voorgenomen – 750 flexwoningen te bouwen. Een bouwlocatie werd afgelopen jaar afgewezen omdat de hoofdgasleiding in de weg lag, een volleybalveld wordt nog onderzocht als potentiële woonwijk. “We kunnen moeilijk plekken vinden waar de woningen langer dan tien jaar kunnen staan,” zegt Harrie van der Laan, wethouder van Zaanstad. Blijven de op elkaar gestapelde huizen korter staan, dan worden investeringen niet terugverdiend. Recent lukte dat wel in Assendelft, dat in de gemeente Zaanstad ligt. Daar komen 72 woningen voor jongeren en statushouders.
‘Huisjes onder constructie’ (bron: Parteon)
Op landelijk niveau is dezelfde worsteling zichtbaar. Vorig jaar probeerde minister Hugo de Jonge die vraag op gang te brengen, door als Rijk 2000 woningen te bestellen. Voor 900 van die woningen is nog geen plek gevonden, hoewel een samenwerking met het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) mogelijk uitkomst biedt. Uiteindelijk is het gebrek aan vraag niet het gevolg van een gebrek aan behoefte, maar aan een gebrek aan grond en problemen met de financiering.
Hoopvol voorbeeld
De nieuwe woningen die in Zaandam zijn neergezet, waren eenvoudiger te realiseren. Het rijtje bakstenen huisjes is eigenlijk een renovatieproject, het vervangt de verouderde huizen die er stonden. Een nieuwe locatie hoefde de corporatie niet te vinden en de infrastructuur bleef hetzelfde. Toch is het straatje wel een hoopvol voorbeeld. Het laat zien hoe modulaire woningbouw er óók uit kan zien. De nieuwe huizen dragen helaas nog niet direct bij aan een vermindering van het woningtekort. De bewoners van het straatje kunnen in ieder geval blijven in hetzelfde buurtje, maar dan in een gloednieuw huis.
Cover: ‘Fabriekswoning aan de hijskraan’ (bron: Parteon)