1 juni 2008
2 minuten
Onderzoek Met de inwerkingtreding van de Nota Ruimte in 2006 heeft het Rijk de aanzet gegeven voor een noodzakelijke hervorming van het ruimtelijke ordeningsbeleid in Nederland. Het tot dan toe gevoerd beleid paste niet meer bij onze complexe samenleving, waar vele tegenstrijdige belangen vechten om de schaarse hoeveelheid beschikbare ruimte en gewenste ruimtelijke ontwikkelingen worden belemmerd door de vele regels en procedures, het eindeloze gepolder tussen partijen, besluiteloze bestuurders en steeds mondiger wordende burgers.
Gebiedsontwikkeling in vijf Europese landen en de toekomst van gebiedsconcessies in Nederland
Als we Nederland voor komende generaties een aantrekkelijk land willen laten zijn om in te leven zullen we op een meer duurzame en efficiëntere manier moeten omgaan met de inrichting van de schaarse ruimte. Want ook de komende decennia is er nog veel ruimte nodig voor wonen, werken, natuur, water, mobiliteit en recreatie. Het één gaat ook niet altijd samen met het ander. Er moeten keuzes worden gemaakt, die vervolgens worden uitgevoerd. Een integrale, gebiedsgerichte aanpak is hierbij noodzakelijk, waarbij een juiste balans moet worden gevonden tussen de verschillende ruimtelijke functies. Daarbij zal meer gebruik moeten worden gemaakt van de mogelijkheden die slimme combinaties van rode, groene en blauwe functies bieden om een betere en duurzame ruimtelijke kwaliteit te realiseren. De nieuwe ontwikkelingsgerichte aanpak van de Nota Ruimte biedt de ruimte om voor een gebied de meest optimale ruimtelijke oplossing te realiseren.
In de afgelopen jaren hebben vooral provincies de hen toegekende regierol in het nieuwe ruimtelijke beleid enthousiast opgepakt en zijn bij verschillende projecten de eerste ervaringen opgedaan met de nieuwe werkwijze. Het enthousiasme is er, het komt er nu op aan om de opgedane ervaringen in de praktijk tot uitvoering te brengen. Dat vereist niet alleen bestuurlijke daadkracht en vertrouwen tussen partijen, maar ook dat overheden, marktpartijen en maatschappelijke organisaties in staat zijn om beter en eerder met elkaar samen te werken. Dat betekent ook vaker willen en durven inzetten op vergaande vormen van publiek-private samenwerking (PPS), waarbij de overheid de markt vraagt een oplossing te helpen bedenken voor een maatschappelijk probleem en die vervolgens ook uit te voeren. PPS werkt als stimulans voor creativiteit van de ondernemers en de overheid en bevordert de innovatiekracht van de markt en het ondernemerschap bij marktpartijen én overheid.
Zie voor de volledige publicatie:
Cover: ‘Thumb_samenwerking en allianties_0_1000px’ door Onbekend (bron: Shutterstock)