Analyse In de strijd tegen het overvolle energienet worden overheden en private partijen steeds inventiever. Digitale innovaties zijn steeds vaker de uitweg om nieuwe gebiedsontwikkelingen van de grond te krijgen of bestaande gebieden te verbeteren. In Den Haag proberen de gemeente, de netbeheerder en drie strandpaviljoens netcongestie te omzeilen met een lokaal privaat energienetwerk.
Hoe krijgt energie een centrale plaats in het ontwerpproces van gebiedsontwikkelingen? Die vraag wordt steeds vaker en op steeds meer plekken in Nederland gesteld. In Almere ontwikkelen netbeheerder Alliander, de gemeente én private partijen een ‘balanswijk’. De premisse: als energie volledig lokaal opgewekt en verbruikt wordt, doen netcongestie-problemen er niet toe. Het doel: een methode met ideeën voor het ontwerpen van energieneutrale wijken, dat op veel meer plekken in Nederland navolging kan krijgen.
In zo’n bijna volledig zelfvoorzienende wijk worden de vraag en het aanbod van energie ter plekke perfect op elkaar afgestemd. Zeer goed geïsoleerde gebouwen kunnen het jaar rond de lokaal opgewekte en opgeslagen energie gebruiken als het energiesysteem tot in de puntjes uitgedacht en ingeregeld is. Buiten dit voorbeeld, dat nog wel in de kinderschoenen staat, laat onderzoek van Platform31 sowieso zien dat netcongestie om creatieve oplossingen van ontwikkelaars vraagt én de bereidheid van netbeheerders om mee te denken hoe projecten toch doorgang kunnen vinden.
Vrij beschikbaar
Aan die twee voorwaarden voldoet het project Slim Strandnet in Den Haag in ieder geval. De gemeente Den Haag, netbeheerder Stedin en drie strandpaviljoens experimenteren op (en onder) het strand van Scheveningen met een lokaal privaat energienetwerk. Onderzoeker Jesse Rinsma vertelt op de website van Platform31 wat de mogelijkheden van het project zijn en welke kansen er voor gebiedsontwikkelaars liggen. Slim Strandnet heeft als doel om lokale vraag en aanbod van stroom beter op elkaar af te stemmen. Met zonnepanelen wordt energie opgewekt en via een batterij wordt die stroom verdeeld tussen gebruikers binnen een privaat stroomnet: drie strandpaviljoenen, de bediencentrale van de haven, een evenementaansluiting en het beachstadion.
De computer voorspelt het energieverbruik van de gebruikers en geeft een signaal aan de batterij om stroom te leveren of op te nemen. “De software kan apparaten als vriezers, warmtepompen en zonnepanelen digitaal aansturen,” legt Bart van Velthoven, programmamanager Slimme Energie Living Lab Scheveningen, uit op de site van Platform31. “Hierdoor kunnen apparaten aangesloten worden op momenten dat er geen overbelasting is, zoals ’s nachts, en wordt stroom binnen het lokale netwerk gebalanceerd. Algoritmes helpen om voorspellingen te doen voor weekdagen en weekenden.” Omdat alle software vrij beschikbaar is, kunnen volgens Van Velthoven gemeenten, woningcorporaties en/of installatiebedrijven deze werkwijze overnemen. “Op basis van de software kunnen geïnteresseerden hun eigen propositie vormgeven.”
Aantrekkelijke aanpak
Samenwerking is volgens de onderzoeker cruciaal in dit project. De gemeente en ondernemers zijn samen georganiseerd in een publiek-private energiecoöperatie. Daarin maken de partijen afspraken over onder andere de besluitvorming, het beschikbaar stellen van stroom aan anderen en de prijs. “Ze werken samen als gelijkwaardige partners met een gezamenlijk verantwoordelijkheidsgevoel,” schrijft Rinsma. “De energiecoöperatie heeft bovendien geen winstoogmerk; eventuele winst leidt tot lagere energietarieven.”
Als je zaken vooraf goed afspreekt met alle partijen, ga je later sneller
Uit de praktijk blijkt wel dat deze innovatieve samenwerkingsvorm in de beginfase veel tijd en energie. Een van de adviezen die de betrokkenen voor geinteresseerde partijen hebben, is dan ook om de tijd te nemen voor de voorbereiding en organisatorische regeling van het oprichten van een publiek-private samenwerking in coöperatievorm. “Als je zaken vooraf goed afspreekt met alle partijen, ga je later sneller. De samenwerking valt of staat bij kennis over en begrip voor elkaars procedures.” Daarbij is het van belang om een aanpak te kiezen waarbinnen er voor iedere partij iets te halen valt. Essentieel daarbij is ook een transparante houding over de inrichting van het project. “Betrokkenheid van ondernemers en burgers vereist een laagdrempelige en aantrekkelijke aanpak.”
Cover: ‘Scheveningen’ door Steve Photography (bron: shutterstock)