Opinie Agnes Franzen ziet dat de energietransitie inzet is geworden van de inmiddels ontbrande strijd voor de Tweede Kamerverkiezingen van volgend jaar maart. Nu zich steeds meer hoogoplopende conflicten voordoen over de inpassing van duurzame energieopwekking in het open landschap, vraagt Franzen zich af of kernenergie weer serieus op de agenda komt. Partijen die voorstander zijn van kernenergie doen het namelijk goed in de peilingen.
Met de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart 2021 voor de deur gaan politieke partijen zich profileren rond de grote ruimtelijke opgaven. Volgens minister Kajsa Ollongren (D66), de verantwoordelijke minister voor de Nationale Omgevingsvisie (NOVI), staat Nederland voor ruimtelijke en volkshuisvestingsopgaven die groot en complex zijn. Deze opgaven vragen om fundamentele nationale keuzes. Een voorbeeld hiervan is welke route Nederland kiest voor duurzame energie en het verminderen van de CO2-uitstoot. De Europese commissie heeft bekend gemaakt dat ze inzet op het opschroeven van het emissie-reductiedoel van 40 naar 55 procent minder broeikastuitstoot in 2030. Binnen Europa bungelt Nederland onderaan de duurzame energielijst en haalt ons land met 8 procent hernieuwbare energie de Europese eis van 14 procent niet. Of en hoe we deze achterstand gaan inhalen wordt een steeds prangender vraag.
Ollongren jaagde begin september bij de presentatie van de NOVI diverse partijen op de kast met de uitspraak: "Bouw geen zonneweides, maar plaats zonnepanelen zoveel mogelijk op de daken. Laten we windmolens zoveel mogelijk op zee bouwen". Een uitspraak die botst met de door de regio’s op gestelde Regionale Energie Strategieën (RES). Veel regio’s zetten juist in op windmolens en zonneparken. Nu blijkt dat Ollongren met deze uitspraak vooruitliep op het concept- verkiezingsprogramma van D66. Hierin staat dat Nederland over tien jaar de grootste Europese producent van windenergie moet zijn, met zesduizend windmolens op zee. Deze doelstelling is het antwoord op één van de grote opgaven waar we voor staan in ons kleine dichtbevolkte land. Andere vraagstukken: de bouw van één miljoen woningen tot 2030, transformatie in de landbouw en doelstellingen voor natuur- en recreatiegebieden. De aanpak van duurzame energie moet worden afgewogen met deze ruimtelijke opgaven.
Een mooi voorbeeld van het afwegen van belangen is de locatie Rijnenburg bij Utrecht. Wethouder Lot van Hooijdonk (GroenLinks) houdt vast aan de transformatie van dit agrarische gebied naar een groot windmolenpark. Dit terwijl private partijen en burgers Rijnenburg bij uitstek zien als een kansrijke nieuwe woningbouwlocatie. Dat is niet vreemd als we kijken naar de onderzoeksrapporten waarin staat dat in de regio Utrecht tot 2040 zo’n 100.000 woningen nodig zijn. Een ander voorbeeld is het bezwaar van natuurorganisatie Het Drentse Landschap tegen het windpark Veenkoloniën. Dit park met 45 windturbines van bijna 200 meter hoog tast volgens de natuurorganisatie het grootschalige open landschap van de Veenkoloniën aan. Ondanks dit bezwaar is de provincie Drenthe dit voorjaar gestart met de bouw van windmolens.
Met Prinsjesdag is de verkiezingsstrijd begonnen. In de peilingwijzer staan de eerste inschattingen van het aantal te verwachtte zetels. Premier Rutte (VVD) profiteert van zijn corona-aanpak met een bandbreedte van 38 tot 42 zetels. Met stip op nummer twee staat de PVV met 16 tot 20 zetels. CDA, D66, GroenLinks en de PvdA komen het dichtst bij elkaar in een bandbreedte van 11 tot 15 zetels. Bij FvD zien we een groei van 2 naar tussen de 8 en 12 zetels. Als we uitgaan van deze uitslagen wat betekent dit dan voor gebiedsontwikkeling en meer specifiek de energieopgave?
D66 is de partij die als eerste haar concept-verkiezingsplan heeft gepresenteerd. Andere partijen zullen volgen. Laten we eens kijken naar de huidige standpunten van de VVD als grootste partij en FvD als partij waar op dit moment de grootste zetelwinst wordt verwacht. Relevante VVD-punten voor de ruimtelijke ordening: groen, klimaatverandering wereldwijd bestrijden, natuurgebieden zo min mogelijk op slot, energie duurzaam en betaalbaar houden, kernenergie als deel van de oplossing, een kleine overheid geeft mensen ruimte, files voortdurend bestrijden, klantvriendelijk en comfortabel OV; en wat betreft wonen: bouwen, bouwen, bouwen, met sociale huur alleen voor mensen die het echt nodig hebben.
Relevante standpunten bij Forum voor Democratie: directe democratie onder andere langs de digitale weg, het bevorderen van generatiebestendig wonen, radicale sanering van de overheid, stimuleren van onderzoek naar innovatieve technologie en op termijn een nieuwe luchthaven in zee en steun voor de agrarische sector als een van de belangrijkste exportsectoren in onze economie. Voor de energietransitie pleit FvD, net als de VVD, voor kernenergie als duurzame oplossing voor de toekomst. Dit laatste zullen andere partijen niet toejuichen. Zo botst een luchthaven in zee met het D66-voorstel voor windmolens op zee.
Hoe verder? Met de RES is een eerste aanzet gemaakt voor de energietransitie. Maar hiermee zijn we er, zeker voor de lange termijn, nog lang niet. Naast de keuzes rond windmolens en de plek van zonnecellen zijn er andere belangrijke nationaal politieke vragen. Hoe afhankelijk willen we zijn van import van energie? Komt kernenergie als niet-hernieuwbare energie weer op de agenda? Welke nieuwe energievormen zijn kansrijk? En hoe zorgen we ervoor dat de energietransitie betaalbaar blijft? Een schone taak die om een heldere rolverdeling vraagt tussen de minister van Economische Zaken en Klimaat en de terugkerende minister voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer!
Cover: Windmolens 27-9-18" (CC BY 2.0) by Bas van Oorschot
Dit artikel verscheen eerder op ROmagazine
Cover: ‘Windmolen in landschap -> Windmolens 27-9-18" (CC BY 2.0) by Bas van Oorschot’ door Bas van Oorschot (bron: Flickr) onder CC BY 2.0, uitsnede van origineel