Nieuws Woningbouw- en renovatieprojecten lopen steeds vaker vertraging op door de aanwezigheid van beschermde diersoorten. De oplossing is het gemeentelijke soortenmanagementplan (SMP). Gebouw- en gebiedsontwikkelingen liggen minder lang stil én de huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen blijven goed beschermd.
Het plaatsen van bijna tweeduizend zwarte borsteltjes, minimaal een jaar vertraging en ongeveer 100.000 euro aan extra kosten. Het zijn de ingrediënten van de verbouwing van het Veerhuis in de Rotterdamse Schiehaven, waar het NRC eerder deze maand over schreef. De stichting Droom en Daad wil het voormalige veerhuisje verbouwen tot een schrijvershuis, maar de aanwezigheid van één dwergvleermuis zorgde ervoor dat de werkzaamheden ruim een jaar stillagen.
Een ecoloog heeft in elk kiertje zwarte borsteltjes geplaatst om vast te stellen dat de vleermuis inmiddels een ander huis heeft gevonden. “Er zijn zo veel wetten, regelingen en instanties om rekening mee te houden,” zegt directeur Wim Pijbes van de stichting in de krant. “Ik heb de verbouwing van het Rijksmuseum ook gedaan, maar dit huisje slaat echt alles. De verhouding is hier echt zoek.” Pijbes benadrukt in het verhaal niets tegen vleermuizen en natuurbehoud te hebben, maar dat de balans rondom natuurbehoud zoek is.
De vertraging heeft de renovatie van het Veerhuis al ongeveer een ton duurder gemaakt. “Als je ziet wat al dat onderzoek en alle maatregelen erbij gekost hebben in tijd, werk en geld – zonder dat we weten of die vleermuis überhaupt ooit terug is geweest. Ik ben erg voor natuurbehoud, maar dat moet wel in proportie.”
Tien jaar ontheffing
Het verhaal van Pijbes en de dwergvleermuis staat niet op zichzelf. Er ligt een grote woningbouw- en de renovatieopgave op overheden, ontwikkelaars, corporaties én particulieren te wachten. Deze staat in de praktijk vaak lijnrecht tegenover het behoud van beschermde diersoorten. Uit een uitspraak van de Raad van State in augustus blijkt nog maar eens hoe precair die balans in de praktijk is. Maar er ligt een oplossing klaar die zichzelf ook al bewezen heeft in de praktijk: het gemeentelijke soortenmanagementplan (SMP).
In de provincie Utrecht wordt deze werkwijze al jaren met veel succes gehanteerd. Sinds 2017 zijn de provincies verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet natuurbescherming. Deze verbiedt het doden en verwonden van beschermde soorten en het wegnemen van hun verblijfplaatsen. Ook is een ecologisch onderzoek bij sloop, verbouwing of renovatie verplicht.
‘De vleermuis’ (bron: Bureau Endemica)
Om dit proces minder tijdrovend en kostbaar te maken, bedacht de provincie de SMP’s. Daarmee doet een gemeente in één keer voor de gehele gemeente een ecologisch onderzoek en neemt maatregelen op gebiedsniveau, in plaats van dat elke ontwikkelaar of individu zo’n onderzoek zelf moet laten uitvoeren. Volgens de provincie duurt het opstellen van zo’n plan tussen de een à twee jaar, zodat ecologen bijvoorbeeld de hele vleermuizenpopulatie voor de gehele gemeente direct in kaart kunnen brengen. Op basis van het SMP, dat de gemeente direct bij de provincie indient, kan de provincie vervolgens voor een duur tot maximaal tien jaar een gebiedsontheffing verlenen.
Veel belangstelling
De provincie is enthousiast over de werking van de SMP in de praktijk, vertelde coördinator stedelijke biodiversiteit Wendy van Poppel eerder deze zomer al in NRC. “Omdat we straks ongeveer weten waar de grote vleermuizenkolonies zitten, is een grondig ecologisch onderzoek per pand niet langer nodig.” Ook vanuit de rest van het land is er veel belangstelling voor de werkwijze. Overijssel werkt ook al met de methodiek en ook vanuit het Rijk is er veel interesse. Inmiddels is er 44 miljoen euro beschikbaar gesteld uit het Nationaal Isolatieprogramma (NIP) aan gemeenten en provincies voor de landelijke uitrol van de SMP’s. “De planning is om de regeling in het najaar van 2023 open te stellen.
Naast de papieren vooruitgang proberen ontwikkelaars ook steeds vaker ‘in het echt’ het natuurinclusief ontwikkelen vanzelfsprekend te maken. In mei kwam ontwikkelaar Synchroon met de gids Natuurinclusief Ontwikkelen, met daarin zes stappen waarmee de natuur vanaf het eerste begin wordt meegenomen in het proces van gebiedsontwikkeling om zo “ecologische, sociale en vastgoedwaarde te creëren.” En in De Slotvrouwe in Heemskerk is een ecoloog in een vroegtijdig stadium van de ontwikkeling aan tafel gevraagd. Een vleermuisvriendelijke ledverlichting, batlures en een winterverblijf voor vleermuizen moeten ervoor zorgen dat het project aantrekkelijk wordt voor mens én vleermuis.
Cover: ‘Pipistrelle vleermuis’ door Rudmer Zwerver (bron: Shutterstock)