Onderzoek De gezonde stad staat steeds hoger op de politieke agenda. Het Centre of Expertise Health bracht bestaande kennis over de relatie tussen een groene stedelijke omgeving en gezondheid bij elkaar. We zetten de belangrijkste uitkomsten op een rij.
Een gezonde groene leefomgeving realiseren: die wil is er, maar de kennis ontbreekt. Althans, dat was de conclusie van Hanneke Kruize begin dit jaar op Gebiedsontwikkeling.nu: “De kennis die er op dit moment al wel is over gezondheid en de gezonde leefomgeving in de stad [is] lastig te vinden voor veel professionals in het ruimtelijk domein [...] Ook is die kennis vaak nog niet concreet genoeg om direct te kunnen toepassen bij stedelijke ontwikkeling.”
Twee onderzoeken van het Centre of Expertise Health (CoE Health) uit februari en april kunnen daar verandering in brengen. Onderzoeker Elise Disselhorst schreef beide rapportages, waarvan één over de impact van groen op gezondheid gaat en één over de inrichting van een gezonde voedselomgeving. Met name die eerste is relevant voor gebiedsontwikkelaars. We zetten de belangrijkste uitkomsten op een rij.
Groene daken
Beide onderzoeken brengen in kaart wat er wetenschappelijk bekend is over een gezonde groene leef- en voedselomgeving. Dat het belang daarvan groot is, werd in eerdere publicaties op Gebiedsontwikkeling.nu regelmatig benadrukt. Zo heeft gezondheid een prominente rol in de Omgevingswet, werd eerder deze maand nog duidelijk dat de mentale gezondheid van bewoners aan de rand van de stad slechter is dan in de dichtbevolkte binnenstad, en wordt gepleit voor groenere steden.
Maar groen in de stad: wat is dat precies? Volgens de rapportage over de impact van groen op gezondheid varieert dat van bomen, groenstroken en groene daken op straatniveau tot parken en sportvelden op stedelijk niveau. Groen wordt op veel verschillende manieren gemeten, waaronder het aantal groene plekken, de nabijheid tot groen, de aan- of afwezigheid van bepaalde typen groen zoals een park of tuin en de blootstelling aan groen. In de bestaande studies over groen wordt minder gerept over kwaliteit, merkt de onderzoeker bovendien op.
Een groene leefomgeving is bevorderlijk voor de mentale en fysieke gezondheid, zoveel is duidelijk. Het verbetert de stemming en slaapkwaliteit, om twee voordelen te noemen. Maar Disselhorst brengt daar wel de nodige nuance in aan. Zo zijn er ook negatieve effecten denkbaar, zoals toenemende klachten als gevolg van pollen.
Ook is weinig met zekerheid te stellen: in de relatie tussen groen en gezondheid spelen vaak talloze factoren mee, waardoor het moeilijk is eenduidige conclusies over de precieze werking en optimale invulling van groen te trekken. Bovendien zijn de studies vaak klein of wordt groen onduidelijk gedefinieerd, waardoor het lastig is om onderzoeken met elkaar te vergelijken.
Minder hitte
Toch brengt de rapportage over de impact van groen op gezondheid duidelijk in kaart wat met enige zekerheid wél te zeggen is over de relatie tussen een groene leefomgeving en gezondheid. Een park, tuin of rij bomen helpt vooral bij het verminderen van hitte, geluidsoverlast en luchtverontreiniging. Ook neemt het stress weg en wordt sociaal contact gestimuleerd. Meer groen betekent in ieder geval meer gezondheidsvoordeel.
‘Groene straat, Eindhoven’ door Lea Rae (bron: shutterstock.com)
En alleen al het zicht op groen kan de gezondheid ten goede komen, met name op mentaal vlak. Groen wordt ook in verband gebracht met minder criminaliteit en agressief gedrag. Daarbij moet wel de kanttekening geplaatst worden dat niet iedereen zich veilig voelt in het groen: vorig jaar verscheen op Gebiedsontwikkeling.nu een artikel dat de genderverschillen in het openbaar groen uit de doeken deed. Uit Brits onderzoek bleek toen dat jonge vrouwen zich dubbel zo vaak onveilig voelen in parken en andere groenvoorzieningen dan mannelijke tieners.
Grote verschillen
Disselhorst benadrukt dan ook: er is niet één type groen dat voor iedereen werkt, op elke plek en altijd. Sterker nog, onderling zijn er grote verschillen tussen groepen die profijt hebben van een groene leefomgeving. Met name bij mensen met een lage sociaal economische status (SES) is de invloed van groen op gezondheid groot.
“Eén verklaring is dat mensen met een lage SES over het algemeen een slechtere gezondheid hebben en in meer vervuilende regio’s wonen, waardoor ze meer profiteren van groene interventies. Een andere verklaring is dat mensen met een lage SES minder mobiel zijn, daardoor meer tijd rond huis doorbrengen en daardoor afhankelijker zijn van groen dichtbij,” aldus Disselhorst. Een derde verklaring is dat als gevolg van armoede deze groep meer stress ervaart, wat groen kan helpen verminderen.
Mensen met een lage SES hebben dan ook baat bij groen dichtbij huis. Dat is bevorderlijk voor de sociale contacten in de wijk en vergroot de kans op ontmoeting. Maar juist in buurten met een gemiddeld lager inkomen zijn minder openbare groene plekken, laten eerdere onderzoeken waar Disselhorst naar verwijst zien. Een andere conclusie luidt dan ook: het is belangrijk om de wensen van bewoners mee te nemen bij de inrichting van groen.
De twee onderzoeken van het CoE Health zijn samengevat in een infographic, waarmee de kennis “letterlijk binnen handbereik” gebracht wordt. “Nu de rapportages klaar zijn, begint het pas,” licht themaleider Eric Schoenmakers toe in een artikel op de website van Fontys. Cees-Jan Pen, tevens teamleider, vult aan: “Niet iedereen heeft tijd om alle wetenschappelijke rapporten bij te houden.” Een duidelijk overzicht van actuele kennis was dan ook nodig om daadwerkelijke veranderingen in de leefomgeving aan te brengen, stellen zij.
Lees de onderzoeksrapportages van CoE Health over een gezonde leefomgeving hier.
Cover: ‘Mensen aan het relaxen op de Kop van Zuid, Rotterdam’ door R. de Bruijn_Photography (bron: shutterstock.com)