kernstadnl

‘Ergens in de stad krijg je de energierevolutie’

14 juli 2016

4 minuten

Nieuws De energierevolutie gaat plaatsvinden in de stad, klinkt het vanuit de zaal tijdens de discussiebijeenkomst over KernstadNL. Het panel voorin de zaal - bestaande uit Meindert Smallenbroek (directeur Energie en Omgeving van het ministerie van Economische Zaken), Annette Klarenbeek (lector aan de Hogeschool Utrecht), Jacob Froling (Arcadis), Jeroen Kroonen (aanjager innovatie en energie provincie Brabant) en Siward Zomer (vertegenwoordiger energiecoöperaties en participatiebevorderaar) – heeft tot die tijd vooral over windenergie gediscussieerd én over weerstand als het gaat om windenergie op land. “Draagvlak kan je niet kopen.”

Discussiebijeenkomst: Kernstad en de energietransitie

Wat is eigenlijk Kernstad eigenlijk? Ton Baetens van EMMA en Remko Veenstra van ontwerp en adviesbureau Urban Opportunities presenteren aan het begin van de discussiemiddag de visie KernstadNL. “Het is het leefgebied van 8,5 miljoen Nederlanders. Het beslaat ongeveer een vijfde van heel Nederland. Het gebied strekt zich uit van Beverwijk tot Helmond.” Het is een gebied waar we  relatief dicht op elkaar wonen. Belangrijk punt is volgens de initiatiefnemers van deze discussiemiddag dat er een efficiencyslag gemaakt gaat worden om mensen in dit gebied van energie te blijven voorzien. “De stap naar duurzaam moeten we met zijn allen maken”, zegt  Remko Veenstra. Waar liggen mogelijkheden? En waar liggen de belemmeringen van een stedelijke agglomeratie zoals Kernstad? Vanuit de zaal klinkt de vraag waarom Eindhoven wel deel uitmaakt van deze agglomeratie Kernstad en Groningen niet. Groningen levert immers energie. Veel energie. “Eindhoven is de snelst groeiende regio van Nederland. Een gebied ook dat veel inkomsten genereert. Maar dat betekent niet dat de rest van Nederland niet bestaat.”

Grote steden
Binnen Kernstad liggen veel grote steden: de grootste vijf zijn Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven. Daaromheen ligt een gebied dat relatief gezien nog wel dicht bevolkt is, maar ook veel groene kernen kent: zoals het Groene hart en de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Maar er zijn er meer. “Het feit dat we ruimte hebben buiten de steden is gunstig. Dat kunnen we mooi inzetten voor duurzame energie.”

Toch moet hier nog veel overwonnen worden. Windenergie op zee is volop in ontwikkeling.  Afgelopen week nog werd bekend dat  het Deense energiebedrijf Dong Energy de komende jaren een groot windmolenpark voor de kust van Zeeland gaat bouwen. Ook heeft het kabinet twee nieuwe gebieden aangewezen voor de bouw van windmolenparken op zee. Volgens Jacob Froling (sectorleider energie bij Arcadis, één van de panelleden tijdens de discussiebijeenkomst) gaat het heel goed met de bouw van offshore windmolenparken. Nederland is al bezig met de aanleg van zeven windparken op zee. Doel is om in 2023 vijf miljoen huishoudens op duurzame energie te laten draaien. Maar als het om windmolenparken gaat is het een heel ander verhaal als het om locaties op land gaat. “Daar is sprake van veel weerstand”, zei  panellid Jacob Froling. “Draagvlak kan je niet kopen.”

Inwonersaantallen metropoolregio’s/agglomeraties:

  •     Parijs 11,0 miljoen
  •     Londen 11,9 miljoen
  •     Kernstad 8,3 miljoen

Bron: kernstad.nl

Andere mogelijkheden
De techniek is geen probleem als het gaat om het inzetten van windenergie. Struikelblok is vooral de weerstand tegen windenergie op land, dus het gemis aan draagvlak. “Als mensen het idee krijgen dat er ergens centraal wordt besloten dat ergens een windmolen moet komen dan stuit dat op weerstand. Alle verandering is moeilijk”, volgens Jacob Froling. Hij focust in zijn betoog op windenergie, ook al zijn er als het om de verduurzaming van de energiebehoefte gaat ook andere mogelijkheden: bijvoorbeeld warmte-energie en biomassa.
Vanuit de zaal klinkt de opmerking dat de energierevolutie in de stad gaat plaatsvinden. Johan Swager, medeoprichter van Meewind (een beleggingsfonds dat investeert in duurzame energie), stelt dat in het verhaal rond de energietransitie meer ingezoomd moet worden op de stad. Los van de verbanden die gaan ontstaan waarbij het steeds makkelijker wordt om energie aangeleverd te krijgen vanuit bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk, België en de Noordzee, is het belangrijk oog te hebben voor smart energy en smart city. “Dat begrip smart energy gaat doorbreken de komende tien jaar. Dat heeft te maken met de vele verschillende manieren – je kunt werkelijk op duizenden manieren energie opwekken - en van de ene vorm in de andere vorm over laten gaan. Die wisselwerking tussen al die plekken en technieken dat zou je kunnen samenvatten als smart en dat is wat er vooral binnen zo’n grote stad ontstaat.”

Energie voor Kernstad
In het verkennend onderzoek naar de mogelijkheden om Kernstad van duurzame energie te voorzien, opgeschreven door Remko Veenstra en Angéla Kortleven, staat dat Kernstad op dit punt veel mogelijkheden heeft. “De agglomeratie Kernstad gebruikt niet alleen energie, maar kan energie leveren.”
Een voorbeeld dat wordt aangehaald in het boekwerkje is restwarmte uit riolering. Maar er zijn nog tal van andere mogelijkheden. Windenergie op zee is en blijft echter onmisbaar om de doelstellingen uit het uit 2013 daterende Energieakkoord te behalen. Volgens Jacob Froling van Arcadis is ook onshore windenergie nodig om de doelen te bereiken. Net als andere vormen van duurzame energie. Volgens Siward Zomer (vertegenwoordiger energiecoöperaties en participatiebevorderaar) moet de burger daarbij weer meer zeggenschap krijgen. “Geef de macht terug aan de burger zodat die besluiten kan maken over de toekomst.”

Duurzame energievoorziening: de doelen
De energievoorziening in Nederland is voor ongeveer vijf procent duurzaam en dit percentage moet groeien naar 16 procent in 2023. In 2050 moet de energievoorziening helemaal duurzaam zijn.

De ambitie: 

  • Offshore: van 1000 naar 4500 MW in 2023
  • Onshore: 6000 MW in 2020

Focus onshore: Als we in Nederland aan 10 procent van de nationale stroombehoefte willen voldoen en als dat alleen opgewekt wordt met de grootste turbines die er op dit moment beschikbaar zijn, die een vermogen hebben van 2-2.5 MW, en deze allemaal langs de kust plaatsen, dan zijn er 1666 nodig.

Eén windturbine heeft alleen ruimte nodig ten grootte van de funderingsplaat. Bij een turbine van 1.5 MW is dat 150 m2. De ruimte tussen de windmolens kan gewoon als weiland gebruikt worden.
Een windpark met tien turbines van 1.5 MW heeft dus 1500 m2 nodig, tellen we daar nog een toegangsweg van 3 meter breed bij op dan zijn we dus voor een windpark 6000 m2 nodig.
Bron: Arcadis

Op 28 juni 2016 vond de eerste Bij EMMA plaats, een debat met dit keer als thema KernstadNL. In deze editie stond voornamelijk in het teken van de energietransitie. De andere (drie) discussiebijeenkomsten over Kernstad staan in het teken van hergebruik, mobiliteit en buitengebied.


Cover: ‘kernstadnl’


Portret - Wendy Braanker

Door Wendy Braanker

redacteur Bewust Nieuwbouw bij NEPROM


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024