Onderzoek 250 voetbalvelden grond die dagelijks veranderen in stedelijk gebied. Dit is geen voorspelling of toekomstbeeld, maar de praktijk in Europa. Om te achterhalen welk effect beleid daarop heeft, onderzocht het SUPER-project 200 maatregelen. Het Planbureau voor de Leefomgeving kijkt nu hoe bijvoorbeeld de Nationale Omgevingsvisie hiervan kan profiteren.
Sinds 2000 brengt het Sustainable Urbanization and land-use Practices in European Regions (SUPER)-project (onder leiding van het PBL en uitgevoerd binnen het Europees onderzoeksprogramma ESPON) de verandering in grondgebruik binnen Europa in kaart. De harde cijfers liegen niet. Dagelijks veranderen 250 voetbalvelden aan Europese grond in stedelijk gebied. Volgens de onderzoekers zijn niet alleen socio-economische ontwikkelingen (verstedelijking vindt bijvoorbeeld sneller plaats in economisch goede tijden of in landen die toetreden tot de EU) verantwoordelijk voor deze transformatie, maar ook het beleid van de verschillende overheden: van een ‘urbanization cap’ in de Spaanse kustgebieden tot de goedkeuring om de hoogte in te bouwen op Malta.
Mobiliteit of groen?
Het SUPER-project onderzocht van 200 beleidsmaatregelen hun effecten op verstedelijking om deze ontwikkeling in kaart te kunnen brengen en uitspraken te kunnen doen over de toekomst. Daarnaast voerden de onderzoekers 11 casestudies uit om de besluitvorming in de praktijk te doorgronden. Trekken de onderzoekers de conclusies door, dan ontstaan er drie verstedelijkingsscenario’s voor 2050 (compact, polycentrisch en diffuus), inclusief hun effecten, zoals de verschillende gebieden die voor de verstedelijking moeten worden opgeofferd.
De drie scenario’s bevatten volgens het PBL "een verhaallijn die uitlegt hoe dezelfde drijvende krachten (demografie, economie, klimaatverandering) op verschillende manieren geïnterpreteerd worden, met een pakket aan bijpassende beleidsmaatregelen tot gevolg". Concreet betekent dat laatste het antwoord op vragen als: welke locaties zijn geschikter om woningen en banen te huisvesten? Wat is belangrijker: mobiliteit of groene infrastructuur? En is het wenselijk om aan de randen van grote en middelgrote steden te bouwen?
Tegengestelde resultaten
Meer regie op verstedelijking nemen is ook een van de vier prioriteiten in de uitvoering van de Nationale Omgevingsvisie. Maar hoewel de NOVI oproept om woningen op geschikte locaties te bouwen, laten de criteria hiervoor veel ruimte voor interpretatie, aldus het Planbureau voor de Leefomgeving. De NOVI geeft bijvoorbeeld geen duidelijke antwoorden op de vragen die de drie scenario's oproepen, zeggen zij. “Een breder debat over de voor- en nadelen van deze scenario’s kan besluitvorming over geschikte locaties aanscherpen en ondersteunen. Het SUPER-project biedt verdere ondersteuning in de vorm van een duurzaamheidsafwegingskader op economisch, ecologisch en sociaal vlak.”
Maar, zegt het PBL, het blijft voor nu ook wel bij zo'n kader. “De scores van meerdere indicatoren zijn genuanceerd: soms is ook in de wetenschappelijke literatuur nog onduidelijkheid, gebrek aan overeenstemming of zijn er zelfs tegengestelde resultaten - afhankelijk van de context. Nederlandse beleidsmakers hebben daarom een uitgebreidere analyse nodig dan wat het SUPER-project kan bieden.” PBL raadt daarom aan om - naast het afwegingskader - "de specifieke ruimtelijke, administratieve en beleidsaspecten van de Nederlandse situatie" mee te nemen in de scenario-ontwikkeling.
Implementatie nadert
Het PBL werkt aan deze Nederlandse vertaling onder de werknaam ‘Grote opgaven in een beperkte ruimte’, inclusief drie scenario’s (dichtbij, verbonden en ruim). Volgens de onderzoekers kan het Europese voorwerk zo meer op de Nederlandse situatie worden toegepast. Zo kunnen zij in het ene scenario ontwikkeling concentreren in bestaand bebouwd gebied, en in een ander scenario nabij OV-knooppunten. “Daarnaast maakt de Nederlandse studie gebruik van fijnmazigere data, uitgebreide informatie over huidige beleidsrestricties, aankomende plannen en preciezere demografische ontwikkelingen.”
Hiermee hoopt het PBL Nederlandse beleidsmakers een stevigere en betrouwbaardere basis te geven om de gevolgen van beleidskeuzes (bijvoorbeeld rondom de NOVI) uit te denken. “De belangrijkste details over waar en hoe ontwikkeling precies plaats zou moeten vinden ontbreken en wordt er niet of nauwelijks gerept over afruilen. Het SUPER-project verkende sommige van deze trade-offs met betrekking tot locatie en duurzaamheidsaspecten en de lopende PBL-studie verdiept dit nog verder. Het is te hopen dat de verstedelijkingsvoorkeuren van de NOVI, mede op basis van PBL-kennis, duidelijker zullen worden nu de implementatie nadert.”
Lees de volledige resultaten van het onderzoek op de website van ESPON.
Cover: ‘Urbanisatie Stad’ door Christop00 (bron: Pixabay)