Onderzoek Er waait een frisse, vernieuwende wind in gebiedsontwikkelingsland. Bestaande denk- en werkwijzen worden ter discussie gesteld. Alle partijen zoeken naar een nieuwe invulling van hun rol in het ruimtelijk domein; zo ook in Rotterdam. In de havenstad zien we dat de gemeente zich inmiddels in gebiedsinitiatieven van bedrijven en burgers anders tracht op te stellen. De crisis heeft hier net als in vele andere gemeenten grote gevolgen gehad voor de diensten die zich richten op het ontwikkelen en beheren van de stad. In de afgelopen jaren heeft het nieuwe gemeentelijke cluster Stadsontwikkeling in Rotterdam een nieuwe, zogenaamd ‘faciliterende rol’ bij stedelijke ontwikkelingsopgaven willen nastreven. In de publicatie ‘De Kennismotor – initiatieven tot faciliteren en leren in de Rotterdamse gebiedsontwikkelingspraktijk’ – verkent de TU Delft de eerste ervaringen van de gemeente in de huidige, veranderende praktijk van gebiedsontwikkeling.
In 2012 besluit Stadsontwikkeling Rotterdam van start te gaan met De Kennismotor. Het betreft hier een platform dat binnen de gemeentelijke organisatie primair fungeert als een netwerk waarin kennis en ervaringen over nieuwe en veelbelovende praktijken van stedelijke ontwikkeling gedeeld en ontwikkeld worden. Dit gebeurt zowel intern tussen medewerkers van de gemeente als extern in interactie met de verschillende partijen in de stad. In dat opzicht past De Kennismotor bij de veranderende behoeften in de samenleving en de huidige marktomstandigheden. Burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties willen (meer) betrokken zijn bij de voorbereiding en implementatie van ingrepen in de stad, hetgeen de meerwaarde en legitimiteit van deze ingegrepen ook test en (in potentie) vergroot.
De initiatieven van De Kennismotor worden in de publicatie vanuit een tweetal perspectieven geëvalueerd. Er wordt enerzijds invulling gegeven aan het veelgehoorde begrip ‘faciliteren’, waarna gekeken is op welke wijze de faciliterende rol van Stadsontwikkeling Rotterdam in de projecten daadwerkelijk vorm krijgt. Anderzijds is er gekeken in hoeverre de projecten passen bij het idee van een veranderende, lerende organisatie, zoals de gemeente Rotterdam in het huidige tijdsgewricht kan worden getypeerd. De initiatieven varieerden van de kantorenaanpak tot stadslandbouw, en van zelfbouwformules tot ESCo-constructies (Energy Service Company) voor gemeentelijke zwembaden.
Uit de verkenning van de TU Delft komt naar voren dat er drie in elkaar grijpende manieren zijn waarop De Kennismotor haar bijdrage levert aan de veranderende rol van Stadsontwikkeling Rotterdam. Ten eerste zorgen de activiteiten van de Kennismotor voor nieuwe en sterkere verbindingen tussen de gemeente en (semi)private partijen in de stad. Deze verbindende kracht van De Kennismotor is een belangrijk onderdeel van de faciliterende gemeentelijke rol; het zoeken naar en versneld toepassen van nieuwe werkwijzen. Daarnaast biedt De Kennismotor een arena waarin het delen van kennis en kunde bewust zo vrij mogelijk wordt gehouden en vertrouwen tussen betrokkenen vooropstaat. Dit vertrouwen is essentieel om te komen tot een lerende, op verandering gerichte organisatie die daardoor beter in staat zal zijn om met de hedendaagse dynamiek in de stad om te gaan. De Kennismotor stelt zich daarbij ten slotte op als een change agent: een actor die de veranderende rol van Stadsontwikkeling Rotterdam door middel van haar activiteiten en instrumenten aanjaagt.
De initiatieven van De Kennismotor laten zien dat er binnen de gemeente Rotterdam belangrijke stappen worden gezet en dat het ‘anders denken en handelen’ langzaam vorm begint te krijgen. Het faciliteren van de initiatieven van burgers en bedrijven gaat echter ook samen met een bewuste herpositionering van de gemeentelijke rol in gebiedsontwikkeling. Faciliteren is alleen effectief als dit wordt gecombineerd met andere sturingsmogelijkheden, zoals aanpassingen in gemeentelijke (beleids)plannen, het gebruiken van publiekrechtelijke bevoegdheden, en het aanwenden van mogelijke stimuleringsmaatregelen. Met het wegnemen van onzekerheden op deze vlakken zijn initiatiefnemers echter nog het meest gebaat. Daarom is het noodzakelijk voor gemeenten om marktbewuste(re) ontwikkelstrategieën te hanteren die hun basis vinden in gedeelde (markt)kennis en transparante afwegingen.
De diversiteit aan stedelijke ontwikkelingsinitiatieven vanuit de samenleving verdienen betrouwbare gemeentelijke kaders die bij voorkeur in interactie tot stand zijn gekomen. Faciliteren is dus geen rol ‘op afstand’, in tegendeel: een gemeente moet in contact staan met de dynamiek in de stad en zich hier op een gezaghebbende manier toe verhouden. Leren is daarbij een absolute noodzaak. Geld en bevoegdheden zijn niet langer de belangrijkste instrumenten van de gemeente. Kennis en vertrouwen zullen het sturingsvermogen van de gemeente in gebiedsontwikkeling in toenemende mate gaan bepalen. Hoewel De Kennismotor in Rotterdam nog aan draagvlak moet winnen, verdient het proces dat door het platform in gang is volgens de onderzoekers veel navolging.
Voor meer informatie zie:
Cover: ‘2014.04.03_Faciliteren en leren in de Rotterdamse praktijk_660’