Fred Schoorl door MNO Photo (bron: MNO Photo)

Fred Schoorl: “Als we meer duurzame kwaliteit in onze leefomgeving willen, dan is naast realisme brede ontwerpkracht nodig”

7 maart 2023

7 minuten

Persoonlijk Meer maatschappelijke impact van ruimtelijke ontwerpers. Dat is waar Fred Schoorl zich als directeur van de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus in de afgelopen twaalf jaar voor heeft ingezet. En met effect, zo laten verschillende gebiedsontwikkelingen in het land zien. Een gesprek over de ruimtelijke ontwerper als verbinder, verbeelder en vernieuwer.

Fred Schoorl neemt per april afscheid van de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus (BNA). Zijn periode bij de BNA overspant een tijd tussen twee momenten van crisis. In het voorjaar van 2011 zat Nederland midden in een conjuncturele dip, twaalf jaar later gaat het economisch best goed met de nationale BV maar strijden de problemen rondom woningbouw, energietransitie en klimaat om de voorrang. Het zou kunnen stemmen tot een sombere terugblik maar Schoorl is daar niet de man voor. “We zijn positief, maar niet naïef”, zegt hij dan. Het zijn spannende tijden waarin architecten wel degelijk het verschil kunnen maken, als ze goed ingezet worden.

Onder leiding van Schoorl maakte de voormalige Bond van Nederlandse Architecten een veranderingsproces door dat in 2013 uitmondde in de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus. Van bond naar branchevereniging tekende een verandering naar creatief ondernemerschap, naar een moderne vereniging en met de wens om als architecten (en ruimtelijk ontwerpers in het algemeen) een andere rol te vervullen. In het ontwikkel- en bouwproces maar ook in de bredere samenleving als geheel.

Schoorl heeft zich hard gemaakt voor een betere en bredere inzet van ruimtelijk ontwerpers. “Als we meer duurzame kwaliteit in onze leefomgeving willen, dan is naast realisme brede ontwerpkracht nodig.” In de wereld van gebiedsontwikkeling kunnen architecten volgens Schoorl “verbeelden, verbinden en vernieuwen”. Alle drie zijn keihard nodig als je nieuwe opgaven als klimaat, biodiversiteit en energie op een goede manier in gebieden wil integreren. Architectuur en ruimtelijk ontwerp moeten weer gaan verbinden.”

Waarom is de maatschappelijke inbedding van het werk van architecten zo belangrijk?

“We hebben de maatschappelijke betekenis van architecten bewust in de missie van de BNA opgenomen: ‘het versterken van architectenbureaus die op kansrijke markten toegevoegde waarde bieden aan opdrachtgever en samenleving’. Met die toevoeging wilden we naast het vak van architecten ook hun ondernemerschap en maatschappelijke relevantie een impuls geven. Er is zoveel te doen. En zoveel polarisatie. Verbinden en samenwerken is het businessmodel voor de 21ste eeuw. En wie wil dat zijn leden ondernemender worden, moet dat als branchevereniging zelf ook doen. Daarom hebben we onder meer BNA Academie, BNA Onderzoek en ook de Internationalisering sterk geprofessionaliseerd. En ook de Beste Gebouw van het Jaar-verkiezing op maatschappelijke leest geschoeid.”

Fred Schoorl door MNO Photo (bron: MNO Photo)

‘Fred Schoorl’ (bron: MNO Photo)


Activiteiten die volgens Schoorl passen bij de ambitie om meer ‘van buiten naar binnen’ te werken: wat speelt er in de markt en in de samenleving en hoe kunnen ontwerpers daarop inspelen? “Een goed voorbeeld is het project ‘Sense of belonging’ dat we in 2015 lanceerden en waarmee we met wel 50 enthousiaste leden meewerkten aan ruimtelijke oplossingen voor het toenmalige vluchtelingenvraagstuk. De architect niet als archetypische kunstenaar, maar als mede-oplosser van een maatschappelijk probleem. Maar bijvoorbeeld ook ‘Beter bouwen in Groningen’, dat inspeelde op de aardbevingsproblematiek en de wanhopige bewoners. Hoe kom je van een technisch-financieel complex naar een humane aanpak over leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit. Nog steeds actueel, gezien het advies van de Rijksbouwmeester en de Commissie Vijlbrief.”

Het ontwerpend onderzoek heeft bij deze projecten een prominente plek gekregen en daarmee het ontwerpen op hogere schaalniveaus?

“Dat klopt. In het verleden was het onderzoek dat bij de BNA werd verricht vooral te typeren als ‘van architecten, voor architecten’. Interessant natuurlijk, maar onze branche vraagt juist ook om verbinding met markt en maatschappij.”

“Met het BNA Onderzoek-team, onder de bezielende leiding van Jutta Hinterleitner, wilde ik ontwerpend onderzoek naar de voorkant halen en ook hogere schaalniveaus bedienen: voor betere plannen én positionering van de branche. Dus multidisciplinair, aanhakend bij urgente maatschappelijke kwesties, met publieke én private partijen.”

“Het project ‘Onderweg’ dat we uitvoerden met de provincie Noord-Holland was een goeie vingeroefening, waarbij de teams woningbouw combineerden met de ontwikkeling van stationsgebieden. Maar uiteraard ook ‘Stad van de toekomst’, waarin tien multidisciplinaire teams in vijf steden een transitiegebied van 1 vierkante kilometer onder de loep namen.”

Hoe karakteriseer je de oogst van dit ontwerpend onderzoek?

“Opdrachtgevers zien steeds vaker in dat ze ontwerpers goed kunnen gebruiken voor strategisch ontwerpend onderzoek in gebiedsontwikkeling. Die trend lijkt echt ingezet. Ze kunnen met behulp van ontwerp hun opgaven beter gefundeerd te lijf gaan en waar mogelijk koppelingen realiseren tussen programma’s. Zelfs het Rijk keert op de schreden terug en investeert weer in kennis en expertise.”

Station Amsterdam Zuid door Ralph Rozema (bron: shutterstock.com)

‘Station Amsterdam Zuid’ door Ralph Rozema (bron: shutterstock.com)


“Maar we zijn er nog lang niet. Tussen het soms te platte pragmatisme van ‘bouwen, bouwen, bouwen’ en het Panorama Nederland-vergezicht moet we in de praktijk samen werken aan een aantrekkelijk, duurzaam en gezond land. Voor iedereen. Dat vraagt ideeën, durf en ook veel energie en uithoudingsvermogen. En leiderschap, ja. Op dat punt vind ik Vancouver nog steeds een inspirerend buitenlands voorbeeld. Daar levert men kwaliteit én houdt men decennialang dezelfde strategie vol.”

Landen de resultaten van BNA-onderzoeken ook in de uitvoeringspraktijk?

“Bij diverse stations in Noord-Holland is destijds daadwerkelijk voor een veel meer integrale opzet gekozen – ik ga de komende maanden weer eens kijken naar de resultaten. En steden als Rotterdam en Eindhoven zijn bijvoorbeeld aantoonbaar verder gegaan met de uitkomsten van ‘Stad van de toekomst’. Bij de presentatie van de resultaten gaven Rotterdamse ambtenaren aan dat er niet alleen sprake was van een inhoudelijke impuls maar ook van een bezinning op de eigen rol als lokale overheid. Veel kennis en capaciteit was daar verdwenen.”

“Het meedoen aan studies als deze leidde tot de herontdekking van ontwerpkracht en van de noodzaak om in de nieuwe context van gebiedsontwikkeling aan eigen kennis en kunde te gaan werken. De studie gaf hen weer ‘een taal’ om zo goed mee te kunnen doen in stedelijke ontwerptrajecten. Het publieke opdrachtgeverschap werd dus ook bevorderd. Een interessant neveneffect. En ook niet verwonderlijk want in gebiedsontwikkeling dienen zich steeds nieuwe vraagstukken aan.”

Kun je daar een voorbeeld van geven?

“We moeten bijvoorbeeld – naar mijn idee – verder kijken dan alleen de betrokkenheid van publieke en private partijen. We zullen ook de eindgebruiker, de particulier, de gemeenschap een productieve rol moeten geven. Zoals Raghuram Rajan treffend beschrijft in ‘The Third Pillar’. Het gaat niet meer alleen om groei en vastgoedwaarde, juist de maatschappelijke innovatie en impact moeten centraal staan. Ook binnen de BNA kijken we de laatste tijd heel scherp naar wat architecten aan maatschappelijke meerwaarde realiseren. De ambitie is: van ‘beweren’ naar ‘bewijzen’, daar hebben we met de Rebel Group de BNA Value Assessment-methodiek voor ontwikkeld.”

Zie je die meerwaarde van ontwerpers ook terug in concrete gebiedsontwikkelingen in Nederland?

“Ik vind Ruimte voor de Rivier nog steeds een heel aansprekend voorbeeld waarbij ruimtelijk ontwerp vanaf het begin een zeer belangrijke rol heeft gespeeld. Maar ook meer hedendaagse voorbeelden vind ik inspirerend, zoals Wisselspoor in Utrecht. Met Delva en Studioninedots, met hun concept city plots, is hier een stuk stad wakker gekust met veel kwaliteit. Met ontwerpers dus aan de voorkant van het proces. Het stationsgebied in Tilburg, waar de Lochal van onder andere Civic Architects een stadskamer werd die een dode spoorzone omtoverde in een bruisende plek. Na veel tegenslag. Daar word ik blij van.”

Binck eiland, Den Haag door Nanda Sluijsmans (bron: Wikipedia Commons)

‘Binck eiland, Den Haag’ door Nanda Sluijsmans (bron: Wikipedia Commons) onder CC BY-SA 2.0, uitsnede van origineel


“En natuurlijk Binck Eiland in Den Haag, waar bijvoorbeeld Kraaijvanger een eigen kantoor transformeerde tot wonen en een impuls gaf aan een gebiedstransformatie. Maar ook bij Cruquius in Amsterdam zie ik LEVS in hun eigen omgeving een cruciale rol spelen. Allemaal voorbeelden waarbij architecten veel meer doen dan alleen het programma van eisen van de opdrachtgever vertalen. Ze verbinden, verbeelden, vernieuwen.”

“En ze komen zelf in actie, op een ondernemende manier. Uiteraard stelt dat eisen aan hun vaardigheden in het proces, van acquisitie tot en met communicatie en participatie. En het dwingt architecten ook om zich af te vragen: wat voor soort bureau zijn wij of willen wij zijn? Waar kunnen wij bijdragen aan gebiedsontwikkeling? Dat bewustzijn wilden we bevorderen de afgelopen tijd en ik hoop dat ik daar met het BNA-team mijn bijdrage aan heb mogen leveren.”

En dan de onvermijdelijke vraag: wat nu?

“Ik kies bewust voor een vrijere rol en dus niet voor een nieuwe baan. Ik heb de afgelopen jaren aan tal van mooie opgaven mogen werken, steeds in de driehoek van ruimte, natuur en cultuur. Bij uiteenlopende organisaties als het ministerie van OCenW, Natuurmonumenten, Nirov en Ymere. En de BNA uiteraard, mijn langste klus tot nu toe. Met mijn eigen bureau Arcadia wil ik me toeleggen op visie en strategisch advies, interim-klussen en bestuur en toezicht. Met ook dagvoorzitterschappen op urgentie en leuke issues. Van daaruit wil ik een blijvende bijdrage leveren aan de ontwikkeling van ons vakgebied.”


Cover: ‘Fred Schoorl’ (bron: MNO Photo)


Kees de Graaf door Sander van Wettum (bron: SKG)

Door Kees de Graaf

Eindredacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024

Overstroming in Valkenburg door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg

Na de overstromingen van 2021 staat de verhouding tussen woningbouw en waterveiligheid in Limburg op scherp. Het Limburgse Waterschap wil geen nieuwbouw in gebieden met een hoog overstromingsrisico. De Provincie wil dit niet vooraf uitsluiten.

Onderzoek

19 november 2024

Gemeentehuis Montferland door Apdency (bron: Wikimedia Commons)

Dit is wat het Didam II-arrest betekent voor de praktijk van gebiedsontwikkeling

Meer rechtszekerheid en dus winst voor het vakgebied. Dat is volgens advocaat Manfred Fokkema het gevolg van de tweede uitspraak van de Hoge Raad in de Didamkwestie. Maar dat betekent niet dat de invloed van het arrest zal afnemen.

Uitgelicht
Analyse

18 november 2024