Onderzoek Het aardgasvrij maken van woningen is moeilijker en duurder dan verwacht. Dat blijkt uit onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). Het organiseren van draagvlak onder bewoners blijkt een uitdaging en in veel gevallen ook een bron van vertraging. De grote vraag is of de ambitieuze doelstellingen uit het Klimaatakkoord gehaald worden.
In het rapport staan twintig proeftuinen die deel uitmaken van het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) centraal. In dit programma van onder andere het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten wordt in 46 proeftuinen gewerkt aan het aardgasvrij maken van een woonwijk. In 2018 zijn de eerste 27 projecten begonnen, vorig jaar werden er nog eens 19 aan toegevoegd. Doel van het programma is “te zorgen voor een vliegwiel, zodat gemeenten samen met de betrokken partijen op een steeds grotere schaal in staat zijn te starten met de wijkgerichte aanpak.”
1,5 miljoen woningen
De centrale conclusie van het onderzoek, dat begin deze maand verscheen, is dat dit doel nog lang niet wordt gehaald. Volgens het EIB boeken de projecten moeizaam voortgang. De onderzoekers onderzochten 13 proeftuinen die al sinds 2018 draaien. Wat blijkt, geen van deze projectenproeftuin ligt op schema. De meeste proeftuinen hadden inmiddels al aardgasvrije woningen moeten opleveren, stelt het EIB.
Er zijn echter slechts vier proeftuinen die woningen hebben gerealiseerd en ook in deze projecten blijven de aantallen ruim achter bij de verwachtingen. “Het is duidelijk dat de ambities niet op korte termijn alsnog worden gerealiseerd.” De gestelde ambities zijn fors. Het PAW wil uiteindelijk 50.000 woningen verduurzamen. Het Klimaatakkoord spreekt zelfs van het aardgasvrij maken van 1,5 miljoen woningen in 2030. Deze getallen worden tot op heden bij lange na niet gehaald, bleek ook al eerder dit jaar.
Twijfel bij bewoners
De onderzoekers onderscheiden vier belemmeringen die voorkomen in de proeftuinen en vaak ook niet los van elkaar te zien zijn. Allereerst de technische knelpunten. Er zijn logistieke problemen, onvoorziene omstandigheden en twijfels over welke technische oplossing het beste is. Ook het juridisch kader en de mogelijkheden om kosten door te berekenen zorgen voor onzekerheid en lastige onderhandelingen tussen publieke en private partijen. “Energiebedrijven zijn niet altijd bereid de boeken te openen, zodat gemeenten moeilijk kunnen inschatten of informatie vanuit dergelijke belanghebbenden correct is.”
Het laatste knelpunt binnen de proeftuinen is het draagvlak onder de bewoners. Het EIB schetst dat bewonersparticipatie in bijna alle projecten een uitdaging en in de meeste projecten ook een bron van vertraging gebleken. Het geringe draagvlak uit zich op verschillende manieren. Bewoners hebben soms bezwaar tegen het feit dat er maar één leverancier is waar zij in de toekomst op aangewezen zijn, twijfelen over de duurzaamheid van de oplossing of zien de noodzaak niet in van de oplossing die is voorgesteld.
Enorme opgave
Alle onderzochte wijkaanpakken zijn met serieuze obstakels en problemen geconfronteerd, die elkaar onderling ook nog eens kunnen versterken. “Hierbij geldt bovendien het probleem van de ‘weakest link’; alle zaken moeten kloppen om voldoende voortgang en resultaat te kunnen boeken en daaraan wordt zelden voldaan.” De belemmeringen hebben uiteindelijk niet alleen invloed op het proces, maar ook op het financiële plaatje.
Diverse proeftuinen schatten de kosten per woning nu al rond de 40.000 euro. Een reële inschatting volgens de onderzoekers en meer dan de helft van die investering is niet terug te verdienen met besparingen op de energierekening en is dus onrendabel. Als oplossing noemen de onderzoekers naast de wijkaanpak zoals in de proeftuinen de verduurzaming op individueel niveau, zoals isolatie en de installatie van warmtepompen. Maatwerk, minder technische uitdagingen en kostenbesparingen zijn grote voordelen van deze route. Alleen zorgen deze maatregelen niet voor genoeg besparingen, blijkt uit de berekeningen in het onderzoek.
Want ondanks de mogelijkheden voor deze individuele aanpak zijn er dan nog steeds 1 miljoen woningen die collectief van het gas af moeten. Met een prijskaartje van 40.000 euro per woning is dit volgens het EIB een enorme opgave. “Indien een dergelijk traject niet als haalbaar en betaalbaar zou worden gezien, dan zal het heel moeilijk worden dergelijke doelen binnen de woningsector te realiseren. Dan rijst de vraag of de doelen voor de gebouwde omgeving niet te ambitieus zijn en niet overwogen zou moeten worden om deze te versoepelen en elders meer CO2-reductie te zoeken.”
Lees het volledige onderzoek op de website van het EIB
Cover: ‘Aanleg Nuon Noorderwarmte door Vattenfall Nederland’ door Nuon/Jorrit Lousberg (bron: Flickr.com)