Onderzoek Wederopbouwwijken zijn in potentie erg geschikt voor het collectief opwekken en gebruiken van duurzame elektriciteit dankzij de doorgaans gunstige bezonning en hoeveelheid dakoppervlak. Dit vergt echter samenwerkingsconstructies, die vooral voor particuliere huishoudens complex zijn.
Naoorlogse woonwijken vormen het overgrote deel van de Nederlandse woningvoorraad. De eerste grote uitbreidingswijken werden tijdens de wederopbouwperiode tussen 1945 en 1965 gebouwd. Inmiddels zijn deze woningen verouderd en vormt de verduurzaming van het verwarmingssysteem een probleem. Zowel rijtjeshuizen als de typerende portiekflats zijn gemiddeld matig tot zeer slecht geïsoleerd. Vaak is met tussentijdse aanpassingen of renovaties de isolatiewaarde verbeterd, maar die is nog steeds te ver onder de maat om een woning duurzaam te kunnen verwarmen met lage temperatuurverwarming (<55 graden). Alternatieve, duurzame verwarmingsmethoden op lage temperatuur zijn namelijk pas effectief bij een hoge tot zeer hoge isolatiewaarde. Bestaande bouw uit de wederopbouwperiode is daar zonder grootschalige renovatie niet geschikt voor. Toch hebben wederopbouwwijken een goede mogelijkheid om direct te verduurzamen zonder vergaande verbouwing. In potentie zijn ze erg geschikt voor het collectief opwekken en gebruiken van duurzame elektriciteit.
Momenteel is centrale verwarming met gebruik van aardgas de meest gangbare methode voor woningverwarming. Duurzame verwarming is voor een slecht geïsoleerde woning nog moeilijk bereikbaar. Het verduurzamen van het elektriciteitsnetwerk, in combinatie met het verminderen van gasverbruik door isolatie, is daarom de meest directe mogelijkheid om wederopbouwwijken te verduurzamen. Binnen woonwijken is de inzet van zonnepanelen de meest gangbare methode voor het opwekken van elektriciteit, maar dat alleen is niet genoeg. Om tot een écht duurzaam elektriciteitssysteem te komen moet er worden nagedacht over zo veel mogelijk opwekken, maar vooral ook over het zo slim mogelijk gebruiken van de opgewekte stroom.
Wijkeigenschappen
inzetten bij de energietransitie
De specifieke ruimtelijke eigenschappen van
wederopbouwwijken blijken geschikt voor een duurzaam elektriciteitssysteem.
Volgens het credo ‘licht, lucht en ruimte’ zijn de woonblokken optimaal
gepositioneerd ten opzichte van de zon, in zuidelijke en oost-westelijke
richting. De vaak obstakelvrije platte en schuine daken bieden veel ruimte voor
panelen met een optimale bezonning. Veel grondgebonden woningen hebben een
dusdanige hoeveelheid geschikt dakoppervlak dat ze meer kunnen opwekken dan ze verbruiken.
De etagebouw daarentegen komt dakoppervlak tekort. In de regel is de opwekking
van elektriciteit woninggebonden, zonder onderlinge uitwisselingsmogelijkheid,
en overproductie en teruglevering aan het stroomnet is in de huidige
regelgeving niet lonend. Dakoppervlak wordt daarom enkel op individueel energieverbruik
ingericht, daarbij blijft er geschikte ruimte onbenut.
‘individuele toepassing pv’
Huidige situatie in de wijken: opwekken op woningniveau
Collectief
elektriciteit opwekken, gebruiken en opslaan
Energie opwekken per kap in plaats van per
woning is een effectieve eerste stap. Met name voor woningcorporaties en VvE’s
is dit een haalbare zet. In plaats van terugleveren kan de elektriciteit direct
gebruikt worden door omliggende woningen, die zelf niet genoeg dakoppervlak hebben
voor voldoende stroomproductie. Een gemeenschappelijk systeem, waarin opgewekte
elektriciteit gedeeld wordt, voorkomt niet alleen de problemen van
grootschalige stroomproductie maar kan ook nog eens winstgevend zijn voor
eigenaren of bewoners. Voor dit gemeenschappelijke energiesysteem biedt de
gelaagde structuur van de wederopbouwwijken kansen. De herhalende stempelbouw
-een veelgebruikt verkavelingsprincipe in de wederopbouwperiode- kan goed ingezet
worden voor een collectief elektriciteitssysteem. Woonblokken binnen een
stempel kunnen gemeenschappelijk elektriciteit gaan opwekken, gebruiken en opslaan.
Geproduceerde energie wordt direct gebruikt en bij overschot kan er worden opgeslagen,
of aan andere gebouwen met relatief weinig dakoppervlak of panden met een hoog
energieverbruik worden geleverd. Zo kan de energievraag van hoogbouw of een
supermarkt in de buurt deels vervuld worden met stroom uit eigen wijk. Een
collectief elektriciteitssysteem op blok-, stempel-, buurt-, of zelfs
wijkniveau is een goed alternatief voor de huidige situatie. Daarin verlopen energiestromen
nog eenzijdig van het stroomnet naar de woning en andersom. Woningen worden grotendeels
energieproducerend in plaats van energie- afnemend. Hier is de infrastructuur
van het huidige stroomnet nog niet op berekend. En door de onvermijdelijke piekverschillen
tussen opwekking en verbruik zal afname van stroom via het stroomnet in de
wintermaanden blijven bestaan.
Toch is binnen de ruimtelijke structuur van de wederopbouwwijk veel mogelijk. Vooral corporaties met geclusterd vastgoed kunnen de structuur van de wijk gebruiken voor een eigen energiesysteem, waarin huurders kunnen profiteren van eigen of elders opgewekte elektriciteit. En bij overmatige overproductie kan er geleverd worden aan andere woongebouwen of functies in de wijk.
‘systeem collectieve opwekking’
Collectief energiesysteem op stempelniveau. Verschillende gebouwtypen werken binnen een stempel samen in het opwekken, gebruiken en opslaan van elektriciteit. Alle geschikte dakdelen worden gebruikt voor PV-panelen en opslag gebeurt in de gemeenschappelijke ruimte.
Wederopbouwwijken hebben de meeste potentie om specifieke wijkeigenschappen in te zetten voor het verduurzamen van hun elektriciteitsverbruik. Naast de mogelijkheden voor effectieve opwekking van groene stroom op de bestaande bebouwing kan de gelaagde opbouw van de wijk worden gebruikt voor een nieuw energiesysteem. Er moet alleen worden heroverwogen hoe elektriciteit opgewekt en gebruikt wordt: collectief, in plaats van op woningniveau. Grootschalig elektriciteit opwekken is pas haalbaar wanneer de pieken en dalen in opwekking en verbruik goed opgevangen kunnen worden, er geen hoge piekbelasting op het stroomnet ontstaat bij teruglevering en overproductie rendabel wordt. Dit is alleen mogelijk wanneer meerdere panden collectief met energie omgaan. Voor particuliere huiseigenaren is een samenwerkingsconstructie complex. Woningcorporaties hebben wel de mogelijkheid om met een of meerdere panden een collectief elektriciteitssysteem te starten, alleen al omdat het dak in bezit is van één partij. Corporaties hebben daardoor de mogelijkheid het geschikte vastgoed effectief in te zetten voor stroomproductie en te verduurzamen door de huurders grotendeels te voorzien van duurzame én goedkope elektriciteit.
Frank Eikenaar, student Ruimtelijke Ontwikkeling - Stedenbouwkundig Ontwerpen aan de Saxion Hogeschool, heeft zijn afstudeerstage gedaan bij het VER-programma. Vanuit zijn fascinatie voor wederopbouwwijken heeft hij onderzocht welke mogelijkheden deze bieden voor gebiedsgericht verduurzamen.
Cover: ‘coverfoto artikel frank eikenaar’