Thumb_stad en kapitaal_0_1000px

Gebiedsontwikkeling op zijn Engels: Lessen uit het Verenigd Koninkrijk

20 december 2012

6 minuten

Nieuws De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), legt veel taken en verantwoordelijkheden op een lager ruimtelijk niveau dan voorheen gebruikelijk was. Minister Schultz van Haegen benadrukte in haar Planologielezing van 2012 dat nog nooit zoveel zeggenschap was overgedragen naar andere overheden, burgers en ondernemers. Tegelijkertijd is, bijvoorbeeld met de ontwikkeling van de Omgevingswet, een proces gestart om de ruimtelijke regelgeving eenvoudiger te maken. Decentralisatie en deregulering moeten de gedachte van de minister dichterbij brengen, namelijk planologie in de handen van mensen geven in plaats van in die van overheden en maatwerk leveren door lokale oplossingen te bedenken voor lokale problemen. Kortom gebiedsontwikkeling op het laagste niveau.

Het is precies die gedachte die de basis is voor een omvangrijke wetswijziging in Engeland. De Engelse regering waarin conservatieven en liberalen samenwerken, heeft een duidelijke beleidsprioriteit: een verschuiving van de macht van de centrale overheid naar maximale beleidsvrijheid en bevoegdheden op het lokale niveau. De conservatieven noemen het een verschuiving van ‘Big Government’ naar ‘Big Society’, de liberalen spreken liever over verdergaande liberalisering. Het effect is hetzelfde: radicale decentralisatie. De Engelse overheid onderscheidt daarbij zes stappen zoals hieronder weergegeven.

De Localism Act

Op de valreep van 2010 presenteerde de Britse regering de Localism Bill, een wetsvoorstel met de concretisering van de ideeën om bevoegdheden te verschuiven van centrale naar lokale overheden en van overheden naar burgers en bedrijven. De ‘Bill’ werd bijna een jaar later (16 November 2011) ‘Act’, waarmee de grote veranderingen van kracht werden op een viertal terreinen, te weten:

  • meer vrijheden voor lokale overheden;
  • nieuwe rechten en meer zeggenschap voor lokale gemeenschappen en individuen;
  • democratisering van het systeem van ruimtelijke planning;
  • decentralisatie zeggenschap sociale huisvesting.

De toegenomen vrijheden voor lokale overheden uiten zich vooral in een vorm van ontwikkelingswetgeving in plaats van toelatingswetgeving. Voorheen mochten lokale overheden beleid maken op terreinen waarop dat was toegestaan. Onder de nieuwe Act mogen lokale overheden zich bemoeien met alle terreinen tenzij het expliciet (bij wet) is verboden (‘general power of compentence’).

Daarnaast wordt het kiezen van de burgemeester gestimuleerd.

Vanuit een ruimtelijk oogpunt zijn vooral de volgende maatregelen interessant:

  • het afschaffen van regionale ruimtelijke strategieën;
  • het recht van gemeenschappen ‘to challenge’;
  • het recht van gemeenschappen ‘to bid’;
  • het recht van gemeenschappen om te ontwikkelen/bouwen;
  • het recht van gemeenschappen om ‘buurt ontwikkelingsplannen’ (lokale bestemmingsplannen) op te stellen;
  • de mogelijkheid om ontwikkelaars te belasten ten behoeve van investeren elders in de gemeenschap;
  • het flexibiliseren van het systeem van sociale huisvesting.

Al deze maatregelen zijn erop gericht het planningsysteem, dat tot voor kort centraal gestuurd werd helderder, transparanter, democratischer en effectiever te maken.

Hieronder beschrijven we de belangrijkste maatregelen in de volgorde van de eerder geschetste zes stappen op de weg naar ‘Big Society’.

1. Verminderen bureaucratie

Afschaffen van regionale strategieën
De ‘Regional Spatial Strategies’ (RSS) vormden sinds 2004 het kader voor ruimtelijke planning in het Verenigd Koninkrijk (met uitzondering van London). De RSS-en bevatten een visie op de regionale ruimtelijke ontwikkeling en schetsten onder meer cijfers over de regionale woningbehoefte (en dus bouwproductie). Verder waren ook de plannen met transport, milieu en afvalmanagement opgenomen in de RSS. Wanneer een RSS eenmaal was vastgesteld, konden locale autoriteiten hiervan hun Local Develoment Documents afleiden, een praktijk die enigszins is te vergelijken met de Nederlandse situatie met structuurvisies/omgevingsplannen en lokale bestemmingsplannen. In de praktijk verliep het op- en vaststellen van de RSS-en niet vlekkeloos, mede door de niet geringe bureaucratie die ermee gepaard ging. In 2010 kondigde de nieuwe regering aan de RSS af te schaffen onder de nieuwe Localism Act. Lokale overheden kregen daarbij de vrijheid zelf de bouwproductie te plannen zonder zich aan regionale doelen of afspraken te hoeven houden. Deze maatregel kan worden gezien als een invulling van de eerste stap naar ‘Big Society’, namelijk het verminderen van de bureaucratische lasten.

2. Mogelijkheden bieden aan gemeenschappen

Het ‘right to challenge’ en ‘right to bid’
De tweede stap naar ‘Big Society’ is het geven van mogelijkheden aan locale gemeenschappen om de zaken aan te pakken zoals zij dat willen (‘empowerment’). Een belangrijk onderdeel daarvan is het recht om ‘uit te dagen’, het right to challenge. Dit recht biedt (groepen) bewoners de kans om diensten die vooral door (lokale) overheden worden geboden zelf te gaan uitvoeren. Te denken valt aan groenvoorziening, postbezorging, snelheidscontroles en dergelijke. Het recht om ‘te bieden’ heeft betrekking op de mogelijkheid om bepaalde gebouwen (maar ook ander vastgoed zoals zwembaden e.d.) in de gemeente aan te wijzen als waardevol voor de gemeenschap. In het geval dat die gebouwen te koop aangeboden gaan worden, krijgt de gemeenschap de mogelijkheid als eerste te beiden (voorkeursrecht). Hierdoor ontstaat de mogelijkheid deze gebouwen of voorzieningen te behouden en mogelijk op een andere manier te gaan exploiteren. Dit gecombineerd met de mogelijkheid zelf bestemmingsplannen te kunnen gaan maken maakt duidelijk dat er op ruimtelijk gebied nogal wat macht verschuift naar de lokale gemeenschap.

Neighbourhood planning
In het kader van de ‘empowerment’ is ook de nieuwe mogelijkheid op lokaal niveau plannen te maken van belang. Onder de nieuwe Act krijgen gemeenschappen de mogelijkheid zelf ruimtelijke (bestemmings-)plannen te maken: waar komen woningen? waar bedrijven? et cetera. Wanneer lokale groepen een dergelijk plan ontwikkelen en het is niet in strijd met hogere wet- of regelgeving, dan kan het worden voorgelegd in een referendum. Krijgt het plan een meerderheid in dat referendum, dan is de locale overheid verplicht het uit te voeren. Om alle burgers voldoende mogelijkheden te bieden om zulke plannen te ontwikkelen, zijn de locale planningsautoriteiten verplicht de burgers te steunen bij het ontwikkelen van de plannen. De overheid heeft daar bovendien een budget voor ter beschikking gesteld.

3. Versterken lokale beschikking over publieke middelen

Deze derde stap op weg naar het ideaal van de ‘Big Society’ geeft op verschillende manieren bevoegdheden aan lokale overheden en burgers.

Belasting referendum
Tot voor de Localism Act was een toestemming van de centrale overheid nodig wanneer lokale overheden lokale belasting boven een bepaald niveau brachten. Door de Localism Act is de bevoegdheid in te stemmen met hogere lokale belastingen komen te liggen bij de bewoners van het gebeid waar het over gaat. Zij mogen zich in een referendum (bindend) uitspreken over voorgestelde extra hoge lokale belastingen.

Meer greep op onroerendgoedbelasting bedrijven
Een volgende versterking van de lokale overheid is het verhogen van de controle over lokale onroerendgoedbelasting voor bedrijven. Colleges van B&W mogen aan bedrijven op hun gebied kortingen geven op deze belasting wanneer zij dit een goed instrument vinden om de werkgelegenheid te bevorderen.

Overheveling
Tot slot is er de mogelijkheid gekomen om flexibeler om te gaan met de zogenoemde infrastructuurheffing. Volgens die heffing dienen ontwikkelaars bij de bouw van nieuwe woningen of bedrijven een heffing te betalen die bedoeld is om geïnvesteerd te worden in infrastructuur in de wijk of buurt. Onder de nieuwe Act kan die heffing ook voor andere doeleinden in de gemeenschap worden ingezet. Daarnaast heeft de lokale overheid nu ook de bevoegdheid om te bepalen dat een deel van die inkomsten worden ingezet in het (deel)gebeid waar de ontwikkelingen plaatsvinden. De gedachte hierachter is dat bewoners zich daardoor minder snel zullen keren tegen geplande ontwikkelingen. Dit is actueler geworden aangezien ontwikkelaars onder de Act de verplichting hebben gekregen om lokale gemeenschappen te raadplegen over de plannen.

Zie voor de volledige publicatie:


Cover: ‘Thumb_stad en kapitaal_0_1000px’


Portret - Piet Renooy

Door Piet Renooy

Programmamanager Stad bij de UvA Academy


Meest recent

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024

Overstroming in Valkenburg door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg

Na de overstromingen van 2021 staat de verhouding tussen woningbouw en waterveiligheid in Limburg op scherp. Het Limburgse Waterschap wil geen nieuwbouw in gebieden met een hoog overstromingsrisico. De Provincie wil dit niet vooraf uitsluiten.

Onderzoek

19 november 2024