Persoonlijk Hoe ontwikkel je een gebied ondanks radicaal veranderende omstandigheden? Voor de ontwerpstudie ‘Stad van de Toekomst’ verzon team Triangel geen ontwerp, maar een flexibel proces. Teamvoorzitter Bart Mispelblom Beyer legt uit waarom dat de beste oplossing is. “Durf je nek uit te steken en ga hiermee aan de slag. Het oude model werkt niet meer.”
Van iteratief ontwerpen en vernieuwende strategieën naar big data-inzichten en gamification: een interview met Tangram-directeur Bart Mispelblom Beyer levert een rijk palet aan ideeën op. Aanleiding voor al die ideeën is de deelname van team Triangel (waar Mispelblom Beyer voorzitter van is) aan De Stad van de Toekomst. Voor deze ontwerpstudie ging het team in 2018 op zoek naar een oplossing voor de opdracht ‘ontwerp een toekomstbestendige gebiedsontwikkeling voor een specifieke wijk in Nederland’. Triangel koos niet voor een ontwerp, maar stortte zich op een nieuwe aanpak voor gebiedsontwikkeling, gebaseerd op data en gamification.
Big
data-analisten
“Wij stelden vast dat de context steeds
sneller verandert”, blikt Mispelblom Beyer terug. “Er zijn veel transities:
klimaatverandering, mobiliteit, urbanisatie, noem maar op. We weten niet eens
hoe de wereld er over vijf à tien jaar uitziet. Toch moeten die grote
veranderingen een plaats krijgen in gebiedsontwikkeling. Maar terwijl alles
complexer wordt en sneller gaat, komt de bestaande systematiek uit de vorige
eeuw. Met gefixeerde plannen, het oude model, doe je het per definitie niet
goed meer.”
Gebiedsontwikkeling moet dus mee kunnen bewegen in veranderende omstandigheden. Tijdens het ontwerpend onderzoek ontwikkelde Triangel daarom een driehoek van data, beleid en ontwerp, dat constant het proces van gebiedsontwikkeling voedt.
‘Triangel in 3D’ door Tangram architekten (bron: tangramarchitekten.nl)
Het team vertaalde die filosofie naar twee instrumenten. Ten eerste werkt Triangel met computersysteem vol datasets. Data kunnen namelijk helpen om bij een gebiedsontwikkeling heel snel alle relevante informatie over een wijk te verzamelen, zoals inkomsten- en opleidingsniveau, aangevuld met inzichten in klimaatverandering en veranderende mobiliteit. Team Triangel werkte daarvoor samen met big data-analisten van Tygron. Zij bouwden een set algoritmen die publiekelijk beschikbare informatie van internet verzamelen en tonen.
Afhankelijk van het vrijkomen van kavels en andere ontwikkelingen kan er worden bijgestuurd. Dat levert een reeks op van mogelijke ruimtelijke ontwikkelingen door de tijd heen. Bron: Tangram architekten
Datadilemma’s
Nu zijn data niet zaligmakend voor het maken van goede keuzes. Zo is het heel moeilijk om via data iets te zeggen over het sociaal-culturele domein, bijvoorbeeld hoe gelukkig iemand is. Bovendien zijn data verre van alwetend. Mispelblom Beyer illustreert dit met de situatie in Fellenoord, de wijk in Eindhoven waar Triangel zich voor Stad van de Toekomst op richtte. “De gemeente verwacht dat daar 60 duizend nieuwe, hoogopgeleide mensen bijkomen, vooral uit Azië, dus dat er 30 duizend nieuwe woningen nodig zijn. Daar kunnen we wel nieuwe wijken voor bouwen, maar wie zegt dat die expats daar gaan wonen? Misschien kiezen ze juist voor bestaande woningen, waarbij ze de oorspronkelijke bewoners de wijk uit drukken. Zulke dilemma’s kun je nog niet voorspellen via enkel data.”
Dat neemt niet weg, benadrukt hij, dat data altijd meer inzicht bieden dan afgaan op gevoel of ervaring. “Je moet je oplossingen baseren op wat je weet. Terwijl veel strategieën gaan over wat experts ‘vinden’ en ‘denken’, plus welke andere experts zij kennen. Maar die strategieën voldoen niet meer.”
Iets van vinden
Het tweede instrument dat team Triangel opleverde, was een methode die ook de belangen van lokale partijen zoals van buurtbewoners en bedrijven boven water tilt. Gebruikers en hun bottom-up-input zijn namelijk cruciaal voor toekomstbestendige gebiedsontwikkeling. “Je moet mensen al in een vroeg stadium meenemen, zodat er nog echt rekening met hen gehouden kan worden. Haal dus lokale stakeholders in je team, ook al wordt het daardoor schijnbaar complexer. Uiteindelijk gaat het dan juist sneller en levert het meer op. Sommige plannen worden zonder overleg met de buurt ontwikkeld en liggen vervolgens jaren stil vanwege juridische procedures uit diezelfde buurt.”
Die samenwerking vindt volgens Mispelblom Beyer nog nauwelijks plaats. “Eerst wordt het plan bedacht, en dan mogen de mensen er iets van vinden. Da’s veel te laat. Lokale spelers moeten kunnen meedenken over de randvoorwaarden en het programma van eisen, zodat het ook door hen gesteund wordt.”
Coalitieakkoord
Voor de ontwerpstudie ontwikkelde Triangel een instrument om alle stakeholders op een nuttige manier te betrekken. Burgers hebben alleen vaak een informatieachterstand op ontwikkelaars, ambtenaren en andere experts. Bovendien worden vraagstukken steeds complexer: is elektrisch rijden nou wel of niet goed voor het milieu? Triangel brak daarom grote thema’s zoals ‘klimaat’, ‘energie’ en ‘demografie’ op in behapbare stukken, aangevuld met lokale thema’s. Het resultaat? Een spelvorm waarin alle deelnemers de te maken keuzes en hun consequenties bespreken. Vervolgens moeten zij proberen een coalitie te smeden over de uitgangspunten voor het beleid, dat de basis vormt voor de gebiedsontwikkeling.
Voor de situatie in Fellenoord spraken de deelnemers bijvoorbeeld over hoe dit gebied verdicht moest worden. Mispelblom Meyer: “We hebben dit in een middag getest met alle aanwezige partijen van de studie; iedereen speelde een rol, zoals ‘de burger’ of ‘de ontwikkelaar. Via het spel kwamen we erachter waar de overeenkomsten zaten en waar coalities mogelijk zijn. In een vervolgronde komen de te maken keuzes aan bod. Marktpartijen maakten bijvoorbeeld duidelijk dat de hoge klimaatambitie veel geld kost, en er dus dichtheid van bebouwing nodig is. Zij drongen aan op voldoende kritische massa om de klimaatambitie betaalbaar te maken. Zo ontstond een coalitieakkoord met een programma van eisen waar iedereen het over eens was.”
‘triangel - agora merged’
Agora en Suite: het verzonken plein dat zorgt voor een betere noord-zuid-verbinding en de wateroverlast oplost door zowel nat als droog te kunnen zijn. Bron: Tangram architekten
Deze stedelijke randvoorwaarden vormen de basis voor het ontwerp, de laatste hoek van de triangel. Ontwerpers kunnen deze aanpassen aan de hand van inzichten uit data en feedback van stakeholders. De gebiedsontwikkeling die daaruit volgt, leunt zo op zowel objectieve gegevens als op emoties en belangen.
Pakket regels
Mispelblom Beyer benadrukt dat het betrekken van alle stakeholders de belangrijkste innovatie is die uit de ontwerpstudie volgt. Dus niet de bijdragen van data, hoe interessant dat ook klinkt. “Burgers kunnen helemaal niets met kale data, want daarvoor moeten zij het eerst interpreteren.” Wel zorgt de combinatie van data en coalities volgens de voorzitter voor de meerwaarde van Triangels oplossing.
Om er daarnaast voor te zorgen dat de plannen flexibel blijven (en de gebiedsontwikkeling dus rekening kan houden met zowel snelle ontwikkelingen als de grote transities), is er geen definitief plan dat uit het proces volgt. “Stel, over acht jaar blijkt dat je minder woningen nodig hebt, maar dat de klimaatdoelen van Parijs niet gehaald worden. In onze aanpak zit een pakket regels die zo’n ontwikkeling kunnen beïnvloeden, zoals wat te doen voor ‘minder woningen’ en ‘hogere klimaateisen’. Wel blijft er een aantal vastgestelde doelen altijd van kracht.”
Misvatting
Wie naar het verhaal van Mispelblom Beyer luistert, denkt al snel: dat klinkt logisch, laten we ermee aan de slag gaan! Toch is de Triangel-aanpak nog verre van gemeengoed. Lachend: “Het klinkt als een onvermijdelijke aanpak. Maar geef mij maar een voorbeeld van waar het gebeurt.” Een lastig obstakel is dat vooral de politiek een hekel heeft aan onzekerheid, terwijl het resultaat van de Triangel-aanpak ongedefinieerd is, en dus niet in plaatjes gevat kan worden. “Veel bestuurders scoren graag met een plan of gebouw en zijn dol op gelikte renders. Het moet zo de krant in kunnen. We leven in een beeldcultuur.”
Nek uitsteken
Voor nu is er nog veel onderzoek nodig om de aanpak via data en spel verder en beter uit te werken. Daarvoor hoopt Mispelblom Beyer op geïnteresseerde universiteiten die hier onderzoek naar willen verrichten. “Ik heb het niet over promotietrajecten van tien jaar, maar projecten die volgend jaar al klaar zijn. Wij zoeken dus ook ingangen bij universiteiten, zoals de TU Delft, plus samenwerking met ministeries. Mede door vervolgonderzoek hoop ik dat de Triangel-methode over vijf jaar gemeengoed is.”
Het team wil niettemin al graag de huidige uitkomsten testen op een locatie. Daarvoor is alleen wel lef nodig van ontwikkelaars en gemeenten. “Durf je nek uit te steken en ga aan de slag met dit model, ook al is het nog minder doorgetest. ”, zo klinkt de afsluitende oproep. “Het oude model werkt niet meer. Niet in de laatste plaats omdat gemeenten geen monopolie meer hebben op grondposities. We hebben alle spelers aan tafel nodig.”
Cover: De twee schetsjes staan voor ontwikkeling zónder rekening te houden met eigendomsgrenzen (onteigenen en opnieuw beginnen met een blanco canvas) en mét rekening houden van eigendomsgrenzen (meer organische ontwikkeling, levert morfologisch een spannender beeld op en er kan beter worden ingesteld op veranderingen). Bron: Tangram architekten
De ontwerpstudie Stad van de Toekomst is een gezamenlijk initiatief van BNA Onderzoek, TU Delft, Vereniging Deltametropool, de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven, de Directoraten-generaal Mobiliteit, Ruimte en Water en Rijkswaterstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het ministerie van BZK.
Team Triangel bestaat uit de volgende deelnemers:
Tangram Architekten – Bart Mispelblom Beyer (teamvoorzitter)
MUST – Wouter Veldhuis
Urban Sync – Ben van de Ven
Arcadis – Marjolijn Versteegden-Bakker
Fakton – Aeisso Boelman
Becx & van Loon – Dolf Becx
3PM – Bas Hilckmann
VU Amsterdam – Peter van den Besselaar
Indira van ’t Klooster (advies)
Cover: ‘triangel cover’