Opinie Het is al jaren mogelijk om energieproducerende woningen te bouwen. Toch gebeurt het niet. De oorzaak volgens columnist Annius Hoornstra: een integraal duurzaam gebruikersperspectief ontbreekt. Om de energietransitie daadwerkelijk vorm te geven, moeten bewoners daarvan eerst eigenaar worden.
Het is een bekend gesprek tussen beleidsmakers en ontwikkelaars. “De bewoner kan of wil niet betalen voor de extra energieprestatie van een woning.” De uitkomst van dit gesprek is een lagere energieprestatie en dat is slecht voor het milieu. Of er moet publiek geld bij door de grondprijs te verlagen en dat is slecht voor de gebiedsontwikkeling. Of de investeringen in de installaties en het leveren van energie worden uitbesteed aan een private partij. Dit heeft hoge energielasten tot gevolg en dat is weer slecht voor de bewoner.
Het goede nieuws: het kan beter. Ik ben ervan overtuigd dat eigenaarschap de sleutel is om af te komen van suboptimale oplossingen. Dit blijkt bijvoorbeeld in België, waar participanten in energiecoöperaties maar liefst 50 procent minder energie gebruiken dan een gemiddeld huishouden.
Eigenaarschap is in de Nederlandse nieuwbouw niet gemakkelijk te organiseren. De voornaamste reden: de eindgebruiker is niet in beeld. Wie een rijtjeshuis heeft gekocht en een bijdrage wil leveren aan de energietransitie, heeft het niet gemakkelijk. Conform BENG (de eisen voor Bijna Energieneutrale Gebouwen) ligt er één zonnepaneel op het dak, bevat de meterkast een ondergedimensioneerde omvormer en ontbreekt de laadpaal bij het huis. Ook komt het voor dat de bewoner vastzit aan een contract en moet betalen als de energieprijzen negatief zijn; een situatie die steeds vaker voorkomt.
Het kan ook anders. Stel je voor dat in een wijk of complex de energie-installaties worden gekocht door een collectief energiebedrijf. Niet alleen nemen daarmee de stichtingskosten van de woning af, er is ook meteen een prikkel om de energieprestatie te maximaliseren. Helemaal als ook de opslag tot en met de accu van de elektrische auto (ja, over 10 jaar hebben we die allemaal) wordt meegefinancierd. Verder is geregeld dat gebruikers meeprofiteren van het slim balanceren van vraag en aanbod binnen het complex of de wijk (bijvoorbeeld tussen jouw wasmachine en de accu van de auto van de buurvrouw). Bijkomend voordeel is ook nog eens dat met meer opslagcapaciteit het elektriciteitsnet minder wordt belast.
Het kan dus wel maar het gaat niet vanzelf gebeuren. Energiecowboys, Russen en nette multinationals hebben het al lang door: als de energietransitie doorzet, loopt hun geld weg. Het resultaat is dat er een rem zit op de maximale inzet op verduurzaming van de nieuwbouw. Wakker worden mensen! De energiemarkt is onderdeel geworden van iedere gebiedsontwikkeling en schreeuwt om actief overheidsingrijpen om de energietransitie met een collectief gebruikersperspectief vorm te geven. Dat is beter voor het milieu, beter voor gebiedsontwikkeling en beter voor de portemonnee van de bewoner.
Cover: ‘Annius Hoornstra’ (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)