geef wonen de ruimte

‘Geef wonen de ruimte’ laat zien met wie we verder kunnen

12 mei 2016

4 minuten

De publicatie ‘Geef wonen de ruimte’ is een aanrader.Deze visie van de (middelgrote) gemeenten en de grote woninginvesteerders is door Friso de Zeeuw uitgewerkt en zet de stedelijke woonopgave eindelijk weer eens in begrijpelijke taal en op basis van een deugdelijke analyse neer. De woede die het stuk opwekt bij elitaire verdichtingsideologen en stadskabouters laat zien dat we hier met een geprofileerde visie van doen hebben.

In het pittige dispuut kunnen we inmiddels een tweestromenland ontwaren. De ene stroming onderkent dat de steden voor een forse transformatie-opgave staan. Voor een deel kan dat ‘organisch’ en kleinschalig. Voor het grootste deel vergt dat een forsere, planmatige aanpak, omdat de vraag naar woningen in veel stedelijke regio’s omvangrijk is, de doorlooptijden lang zijn en omdat we duurzame ruimtelijk kwaliteit ambiëren.

‘Geef wonen de ruimte’ maakt duidelijk dat dit niet vanzelf gaat, maar publieke-private krachtenbundeling en investeringen vraagt. Deze stroming erkent echter ook dat de woonwensen van veel mensen nog steeds een suburbaan, tuinstad-achtig karakter hebben. Voor een deel is dat binnen de bestaande stadsgrenzen te realiseren en voor een deel daarbuiten, alleen al gezien de enorme vraag in sommige stedelijke regio’s en de wil om wonen betaalbaar te houden.

De tweede stroming wordt aangevoerd door drie ’verdichtingsideologen’.

Zij proberen vooral de eerste stroming te framen als ’weibouwers’. Zij ontkennen dus de ‘en-en-benadering’. Zij zetten zelf compromisloos in op strikte handhaving van de rode contouren, op verdichting en hoogbouw. De tweede stroming heeft de neiging de woningvraag van de hoogstedelijke elite met die van gewone mensen te vereenzelvigen. Zij vergeten dat het WoOn-onderzoek 2015 opnieuw heeft aangetoond dat het succes van de steden ook is te danken aan de realisering van vinexlocaties die zij arrogant als ‘liefdeloos’ betitelen.

Een andere vooraanstaande vertolker van de tweede stroming is Jos Gadet, hoofdplanoloog bij de gemeente Amsterdam. Hij gaat nog verder: ‘de tuinstad is lariekoek’. Hij geeft onverbloemd blijk van hoofdstedelijke arrogantie. De G32-steden zijn van ‘het tweede echelon of minder’. Dan spreekt hij dus over Amsterdamse buurgemeenten als Zaanstad, Haarlem, Haarlemmermeer en Almere. Fijne samenwerkingspartner.

De gemeente Amsterdam is intussen bezig aan een ratrace om woningbouwlocaties uit te geven om de vraag bij te benen. Pierre van Rossum, directeur Grond en Ontwikkeling, verzuchtte onlangs bij de bijeenkomst van het Watertorenberaad dat ‘het na 2018 op is’. ‘Dan zijn er geen harde locaties meer beschikbaar.’ Werk aan de winkel voor de hoofdstedelijke hoofdplanoloog, me dunkt! Amsterdam verzaakt nu al, met een vergaande achterstand op de taakstelling voor huisvesting van statushouders (15 procent van de taak van 2016 gerealiseerd). Het ‘tweede echelon en minder’ doet dat een stuk beter.

De verdichtingsideologen en Gadet kunnen zich eigenlijk niet voorstellen dat de ‘bouwwereld’ en stadsbestuurders tot een gezamenlijke visie komen. Dat zegt veel over hun maatschappijvisie, die kennelijk uitgaat van een strikte scheiding tussen overheid en markt. Zij moeten niets van die bouwwereld hebben, hetgeen zich onder meer uit in het vage pleidooi voor een ‘andere bouwcultuur’.
Met een mengeling van woede en bewondering spreken zij over Friso de Zeeuw. Hij combineerde tien jaar lang de functie van directeur Nieuwe Markten bij BPD (Bouwfonds) met die van praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling aan de TU Delft. Hij nam 22 april groots afscheid van BPD, waar minister Stef Blok hem met veel waardering toesprak. Maar zijn ‘dubbele pet’, dat kan niet goed zijn, stelt Gadet. ‘Briljant lobbyist’, stelt een ander. Gelukkig moedigt dit de strijdbaarheid van De Zeeuw alleen maar aan, zoals uit een afscheidsinterview blijkt.

De wethouders van de G32 (inmiddels een groep van 37 gemeenten) trekken zich intussen niets van de ketelmuziek aan. Zij vertellen hun eigen verhaal met hun eigen nuances, zoals Groen Links-wethouder Isabelle Diks van Leeuwarden.

Aan het slot van zijn litanie zegt Jos Gadet dan toch wel een ‘grondslagendiscussie’ over de ruimtelijke planning aan te willen met De Zeeuw ‘en zijn paladijnen’. Ik adviseer Friso om hier niet op in te gaan; paarlen voor de zwijnen. Want Gadet wil per se niet dat hij ‘gaat bouwen’. En dat is nu juist een kernboodschap van ‘Geef wonen de ruimte’: actie door krachtenbundeling. De hoofdplanoloog heeft ook helemaal geen tijd voor dit soort discussies; laat ‘ie gaan werken aan de voorbereiding van bouwlocaties voor na 2018. Dáár heeft Amsterdam behoefte aan.

Bron: ROmagazine
Publicatie: 'Geef wonen de ruimte


Cover: ‘geef wonen de ruimte’


Portret - Jos Feijtel

Door Jos Feijtel

Adviseur versnelling woningbouw


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024