Nieuws “Rijksbouwmeester, met dit dashboard crasht de verstedelijking.” Zo beoordeelde emeritus-hoogleraar Friso de Zeeuw het Dashboard Verstedelijking van het College van Rijksadviseurs. Een van hen, Daan Zandbelt, pareert deze kritiek. “Argumenten om de conclusies te weerleggen geeft hij niet.”
“Meten is weten, maar je doet meer met ongeveer”, leerde ik eens van een expert in maatschappelijke kosten-batenanalyse. Wat hij bedoelde, is dat MKBA-economen zich vaak verliezen in het zo precies mogelijk uitrekenen van ‘de toekomst’ en daarbij het grotere plaatje uit het oog verliezen. Terwijl het doel van de MKBA het ondersteunen van integrale besluitvorming is.
Dat is ook de gedachte achter het Dashboard Verstedelijking. Dit instrument geeft bestuurders inzicht in de maatschappelijke effecten van beleidskeuzes voor de verstedelijkingsopgave in een regio. Het nodigt uit om het gesprek aan te gaan, te zoeken naar synergie, en beter geïnformeerd te zijn. Zo leidt dit instrument tot betere besluiten voor de samenleving. Daar kan zelfs Friso de Zeeuw niet tegen zijn.
Open standaard
Het Dashboard biedt via negen onderwerpen inzicht in wat de directe en indirecte maatschappelijke effecten van woningbouw zijn op de bestaande steden en dorpen, zoals versterking van de economie, verbetering van de leefkwaliteit in naoorlogse wijken en zuinig omgaan met ruimte.
Die negen onderwerpen vormen een denkraam. Voor ieder onderwerp is een indicator gevonden om één van de maatschappelijke effecten in beeld te brengen. Zodra er een betere indicator beschikbaar is, kan die bij een volgende toepassing van het Dashboard worden ingezet. Wat ons betreft vormt het Dashboard een open standaard die zich steeds verder ontwikkelt.
Een generatie vooruit
Het Dashboard kijkt niet sec naar individuele gebiedsontwikkelingen. Die kunnen elders in de regio of later in de tijd namelijk tot andere (positieve of negatieve) effecten leiden. Neem bijvoorbeeld de - op zich succesvolle – Vinex-locaties rond Rotterdam. Die hebben niet bijgedragen aan het verminderen van de sociaal-economische problemen in Rotterdam-Zuid. Daar moeten het Rijk en haar partners nu 1 miljard euro investeren. Deze kosten zou je graag willen betrekken in een integrale afweging voor een verstedelijkingsstrategie. Daarom kijkt het Dashboard op regionale schaal – de maat van een woningmarkt en groter – en een generatie vooruit.
In oktober presenteerde het College van Rijksadviseurs (CRa) een eerste versie, die met veel enthousiasme is ontvangen door het Rijk en een aantal regio’s. Momenteel voeren het Rijk en het CRa gesprekken over de toepassing en verdere doorontwikkeling van het Dashboard. Zij doen dit met de regio’s Utrecht, Brabant, Metropoolregio Rotterdam-Den Haag (MRDH) en Metropoolregio Amsterdam (MRA), samen goed voor het leeuwendeel van de nationale verstedelijkingsopgave.
Glimlach en een korrel zout
Eerder deze maand koos Friso de Zeeuw in een column – waarin hij eerst zijn waardering voor de intentie en hoofdopzet uitsprak – voor de aanval op het Dashboard. Hij deed dat met stevige koppen, maar op een wankele inhoudelijke basis. De inzichten uit de eerste toepassing van het Dashboard strookten kennelijk niet met zijn wensbeelden. Zo heeft hij er moeite mee te accepteren dat in de MRA binnenstedelijke plannen sneller woningen opleveren en dat er voldoende plancapaciteit is.
Maar argumenten om deze conclusies te weerleggen geeft hij niet. Het CRa moet volgens Friso “niet te lang turen naar het Dashboard”, maar tegelijkertijd “het huiswerk hélemaal overdoen”. Het is van tweeën één. Nou ken ik Friso al langer dan vandaag, dus weet ik dat ik zijn epistels met een glimlach moet lezen en een korrel zout moet nemen. Laten we daarom zijn belangrijkste beweringen eens langslopen.
‘Woningbehoefte Dashboard CRa’
Geen modellenwedstrijd
Ten eerste stelt Friso “Rijksbouwmeester, met dit dashboard crasht de verstedelijking”. Maar het Rijk houdt zich tot dusverre aan de zijlijn van de verstedelijkingsopgave. Het Dashboard poogt hierin verandering te brengen. Als dat lukt, doen we een stap vooruit; als het mislukt, is er niets veranderd. Dus hoe ‘de verstedelijking crasht met dit dashboard’ is mij niet duidelijk.
Friso merkt op dat de verschillen tussen de verstedelijkingsmodellen te klein zijn en suggereert de modellen extremer te maken. Dat strookt niet met de opzet van het Dashboard. Het is geen wedstrijd tussen modellen. Het gaat er om met de modellen de discussie te representeren die er leeft over verschillende verstedelijkingsvormen onder bestuurders, maatschappelijke partners en experts. Als de verschillen niet zo groot zijn, is dat best interessant: kennelijk zijn we het grotendeels eens over waar te verstedelijken. Fijn!
Appels, peren en een stresstest
Een tweede verwijt is dat de directe kosten en baten te optimistisch zijn. Friso haalt daarbij flink uit naar Rebel, dat als financieel-economische deskundige het CRa geholpen heeft bij het bouwen van het Dashboard. Dat is onterecht, want hij vergelijkt appels met peren.
Het opgevoerde saldo van € 7,4 miljard (“Het binnenstedelijke model levert in directe, gewone euro’s een fors plus op: € 7,4 miljard”) is bijvoorbeeld nog exclusief de elders in het Dashboard opgenomen kosten voor infrastructuur. In de uitkomst van de door hem genoemde rekensom voor de MRDH zijn die kosten al wel meegenomen.
Bovendien zoomt de MRDH-studie juist in op ‘moeilijke’ projecten. Er zijn ook makkelijke(re) projecten. In het Dashboard zijn ze beide in een totaal opgenomen. Met deze onzorgvuldige vergelijking doet Friso geen recht aan de intentie van het CRa en Rebel, en de eerste toepassing van het Dashboard op de MRA. Dat is jammer en voegt weinig toe aan de discussie.
Door de raamwerk-opbouw van het Dashboard is het betrekkelijk eenvoudig verschillende varianten door te rekenen. De suggestie van Friso om stress-tests uit te voeren, nemen we dan ook graag mee in de ontwikkeling van het Dashboard 2.0. Het is trouwens opvallend dat het saldo van directe kosten en baten de enige indicator uit het Dashboard is die echt gevoelig is voor conjuncturele schommelingen.
Verder suggereert Friso dat de ‘investeringsstrategie’ Thuis in de toekomst (waar ik overigens helemaal niet bij betrokken was) over betere bronnen beschikt. Dat zou kunnen. We nodigen iedereen die denkt over betere bronnen te beschikken, uit om die in te zetten voor de kwaliteit van de besluitvorming. Dat geldt óók voor de heer De Zeeuw. Overigens verwacht ik niet dat preciezere data tot een heel andere uitslag zullen leiden.
‘Resultaten Dashboard CRa’
Onrendabele ontwikkeling
Tot slot beweert Friso dat “omdat het rapport in de onderbouwing van de basis (modellen, locaties, directe kosten en baten) tekortschiet, de vervolgstap – het in beeld brengen van maatschappelijke meerwaarde – niet gezet kan worden”. In mijn ogen is de maatschappelijke meerwaarde – zoals nabijheid tot werkgelegenheid, het openhouden van het landschap en positieve effecten op nabijgelegen bestaande woningen – prima los te bekijken van de directe financiële kosten en opbrengsten van een gebiedsontwikkeling. Juist deze indirecte maatschappelijke effecten, die in het Dashboard 1.0 voor de MRA van een grotere orde blijken te zijn dan de gezamenlijke grondexploitaties, kunnen de legitimatie zijn voor een publieke bijdrage aan een onrendabele ontwikkeling. Dat is het hele idee achter het Dashboard. Dat moet Friso toch aanspreken.
Het Dashboard Verstedelijking is vooral bedoeld voor overheden. Dus ik was best verrast door de grote interesse voor het Dashboard vanuit de markt. De Neprom heeft al tientallen boekjes van het Dashboard bij ons opgevraagd! Uiteindelijk bepalen overheden (in hun rol als marktmeester) waar en onder welke voorwaarde ergens wel of niet verstedelijkt mag worden. Het is verstandig daarbij een generatie vooruit te kijken. Het gaat er niet zozeer om of een woning vandaag lekker verkoopt, maar of we na 25 jaar nog steeds blij zijn met de plek van deze woning en wat die al die tijd voor de maatschappij betekent heeft. Juist daar probeert het Dashboard een steeds beter inzicht in te geven.
Cover: ‘Daan Zandbelt Portret Kleur’