Opinie De Nijmeegse Vierdaagse is met een dag ingekort, de mussen vallen gebraden uit de heg. Tophitte in Nederland en voor columnist Wouter Veldhuis reden om stil te staan bij de klimaatverandering en andere grote uitdagingen. Houden we vast aan onze verworvenheden en blijven de oogkleppen op of durven we – met de hulp van ontwerpkracht – de toekomst echt beet te pakken?
De zomervakantie schiet deze week als door een wesp gestoken uit de startblokken. Terwijl ik dit schrijf, op de eerste officiële vakantiedag van mijn kinderen, loopt het kwik op naar 35°C. Morgen wordt het nog warmer. En over een paar dagen kunnen we in het oosten van Nederland alweer zeer zware buien verwachten, met mogelijk ernstige wateroverlast tot gevolg. In mijn jeugd moesten we voor dit exotische weer helemaal naar het zuiden van Europa afreizen. Nu kunnen mijn kinderen gewoon thuis in de hangmat blijven liggen.
Velen van ons zien de klimaatverandering als een overschat probleem dat meer voordelen dan nadelen heeft. Want wie wil er nu niet lekker vakantieweer in eigen achtertuin? Daartegenover staat een groep roependen in de woestijn die de moed dreigt te verliezen omdat er onvoldoende naar ze geluisterd wordt. Zij waarschuwen voor het gevaar dat alles wat wij hebben bereikt op het spel komt te staan door de klimaatverandering. Ogenschijnlijk zijn het twee totaal verschillende wereldbeelden. Maar volgens mij vormen ze de keerzijde van de medaille die de waarde van onze huidige verworvenheden vertegenwoordigt.
Het klinkt absurd maar het zijn juist deze verworvenheden waardoor wij worden gegijzeld. Het heden geeft ons houvast, terwijl we angst hebben voor de toekomst omdat we bang zijn te verliezen wat we hebben. Daarom missen we de durf om echt vooruit te kijken. We kunnen ons niet voorstellen dat het ook anders kan.
Maar dit geldt gelukkig niet voor iedereen. Want eind maart kwam ik tijdens het driedaagse Toekomstatelier NL2100 in Zutphen een grote groep jonge mensen tegen die wel degelijk vooruit durven denken en een schonere, betere en rechtvaardige toekomst voor zich zien. Zij werden niet door angst gedreven maar door de wetenschap dat wijzelf het heft in handen kunnen en moeten nemen. Hier ontmoette ik een nieuwe generatie die zich de toekomst weer eigen durft te maken. Zij spraken niet over terugtrekken naar het oosten vanwege de zeespiegelstijging maar dachten over manieren om met het opkomend water vooruit te komen.
Wat heeft dit met gebiedsontwikkeling te maken? Heel veel! In het regeerakkoord is afgesproken dat water en bodem leidend zijn voor onze ruimtelijke afwegingen. Maar in onze dagelijkse praktijk van vandaag doen we dat natuurlijk nog even niet. Want we moeten nu eerst huizen bouwen. En morgen ook nog even niet, want we hebben het grondwater hard nodig om de industriële landbouw op productiesterkte te houden. En oh ja, overmorgen natuurlijk ook nog even niet, want de mensen die straks weer gaan stemmen, mogen de gevolgen van de snel veranderende wereld de komende jaren niet in de portemonnee voelen.
En zo blijven we doorleven op de rand van de vulkaan, terwijl we letterlijk de giftige dampen inademen, de aarde voelen trillen en ons eigen drinkwater vergiftigen. En ondertussen houden we de illusie levend dat het niet beter kan dan zoals we het nu hebben. Bang voor alles wat komen gaat.
Nou, ik pas ervoor. Ik heb in Zutphen de toekomst gezien en weet dat het anders en beter kan. De toekomst komt ons toe. Aan het werk!
Cover: ‘Wouter Veldhuis’ (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)